Neerslagradar
Meld het weer bij jou!
Zonnig
Licht bewolkt
Half bewolkt
Zwaar bewolkt
Lichte regen
Regen
Zware regen
Onweer
Lichte sneeuw
Sneeuw
Hagel
Mist
Dichte mist
Zeer dichte mist
Storm
IJzel
<klik hier>
Plaats:
<klik hier>
Waarschuwingen KNMI

Momenteel online
Forum: 41 bezoekers
Meteo encyclopedie: Wat betekent Komeet?
Komeet
zijn relatief kleine hemellichamen die in vaak erg elliptische banen rond een ster draaien en uit ijs, gas en stof bestaan ("vuile sneeuwballen"). Wanneer een komeet dicht genoeg bij een ster komt en warmer wordt sublimeert een deel van de materie waaruit ze bestaat om een zogenaamde coma (een atmosfeer) en/of een komeetstaart te vormen. Vaak hebben kometen twee staarten: een plasmastaart en een stofstaart, die allebei van de ster of de zon afgekeerd staan. Het vaste deel van de komeet is de komeetkern en kan een doorsnede hebben van 1 tot 50 kilometer. De lengte van de gaswolk (coma) daaromheen kan sterk variëren: van 100 000 tot 1 000 000 kilometer lang (tot meer dan 150 miljoen kilometer lang). De omlooptijd rond de ster kan een paar jaar (b.v. komeet Encke) tot vele duizenden jaren bedragen.
Uiterlijk en samenstelling
Wanneer een komeet het zonnestelsel binnenvliegt, warmt ze op en begint het ijs waaruit ze samengesteld is te sublimeren.
Coma
Dit gas vormt een wolk om de kern, die bekendstaat als de coma. Door de geringe zwaartekracht van de komeetkern wordt de coma begrensd doordat de moleculen in deze wolk afgebroken worden onder invloed van zonlicht.
Plasmastaart
De overgebleven, geladen molecuulfragmenten worden vervolgens opgeveegd door de zonnewind, die ze meesleept in de vorm van een rechte staart. Het gaat vooral om H2O+, OH+, CO+, CO2+, CH+ en N2+. Deze plasmastaart of ionenstaart is vaak blauw op foto's. De breedte ligt tussen de 100.000 en 1 miljoen kilometer, terwijl de lengte in zichtbaar licht meestal miljoenen kilometers lang is, soms meer dan 1 AU. Plasmastaarten wijzen altijd van de zon af. Plasmastaarten heten type I-staarten. Deze staarten vertonen een gedetailleerde, veranderlijke structuur, karakteristiek voor gemagnetiseerde plasma's zoals in de zonnecorona. Men ziet
- stralen: dunne bundels met diktes van 4000 tot 8000 kilometer;
- knopen en kronkels die beweging en versnelling van de komeetkop af laten zien. Voorkomende snelheden zijn 10 km/s bij de kop tot 250 km/s aan het andere uiteinde van een komeet.
Soms komt een plasmastaart los van de komeet, waarschijnlijk door wisselwerking met de zonnewind.
Stofstaart
Kometen hebben vaak nog een tweede staart, de stofstaart. Deze staart bestaat uit stofdeeltjes, die de ruimte ingejaagd worden onder het geweld van het gas dat van de komeetkern verdampt. Deze deeltjes zijn - anders dan de gassen in de ionenstaart - zwaar genoeg om volgens de wetten van Kepler een gebogen baan te volgen. De stofstaart wijst ook van de Zon af, maar maakt een hoek van een paar graden met de richting naar de zon: hij loopt achter op de beweging van de komeet. De stofdeeltjes in deze staart weerkaatsen zonlicht, waardoor de staart wit oplicht. Stofstaarten heten type II (of III) staarten en kunnen 10 miljoen kilometer lang zijn. Binnen de stofstaart ziet men soms
- synchrone banden vanuit de kern van de komeet
- striae, een reeks smalle, evenwijdige banden die niet naar de komeetkern wijzen. Ze worden meestal ver weg van de komeetkern waargenomen.
- stofsporen, smalle details die als lange bogen waargenomen worden in het infrarood
- piek of waaier naar de zon toe
- neck line structure aan de schaduwkant van de coma
De Komeet Hale-Bopp had een gasstaart die oplichtte in geel natriumlicht.
Uiteenvallen
Sommige kometen vallen in brokstukken uit elkaar, zoals komeet 3D/Biela in de negentiende eeuw, Komeet Shoemaker-Levy 9 in 1994 en Komeet 73P/Schwassmann-Wachmann in 1995.
Oorsprong
Men neemt aan dat kometen restanten zijn van de tijd van de vorming van ons zonnestelsel, brokken ijs met afmetingen tussen 1 en 50 km die in de buitenste delen van de zonnenevel gevormd werden. Door gravitationele perturbaties, veroorzaakt door de zwaartekrachtsvelden van de grote planeten, kunnen ze in hun elliptische banen terechtkomen waardoor ze in de binnenste delen van het zonnestelsel kunnen komen. Van kometen met kortere omlooptijden wordt gedacht dat ze uit de Kuipergordel afkomstig zijn (buiten de baan van Neptunus). Kometen met een langere omlooptijd hebben een oorsprong verder van de zon, in de zogenaamde Oortwolk. Ze hebben daarmee een andere oorsprong dan planetoïden.
Voor het gehele artikelnl.wikipedia.org/wiki/Komeet
Bron: wikipedia – de vrije encyclopedie