Neerslagradar
Meld het weer bij jou!
Onbewolkt
Licht bewolkt
Half bewolkt
Zwaar bewolkt
Lichte regen
Regen
Zware regen
Onweer
Lichte sneeuw
Sneeuw
Hagel
Dichte mist
Zeer dichte mist
Storm
IJzel
<klik hier>
Plaats:
<klik hier>
Waarschuwingen KNMI

Momenteel online
Forum: 143 bezoekers
Meteo encyclopedie: Wat betekent Gletsjer?
Gletsjer
is een ijsmassa die gevormd wordt op land en dik en groot genoeg is om bergafwaarts te stromen. Gletsjers, inclusief de Antarctische en Groenlandse ijskap, bedekken circa 15 miljoen km² aardoppervlak en bevatten 29 miljoen km³ ijs, ongeveer 87% van alle zoet water op aarde. Ze oefenen door hun enorme gewicht en slijpende werking grote invloed op het land uit. Een gletsjerdal heeft een U-vormige doorsnede, in tegenstelling tot een rivierdal dat meer V-vormig is.
Ontstaan
Klimatologische voorwaarden voor het ontstaan van berggletsjers zijn neerslag en lage temperaturen. Deze omstandigheden doen zich voor in hooggebergten en in poolgebieden. Voor het hooggebergte geldt dat hoe hoger men komt hoe kouder het wordt en hoe groter de neerslag.
Het firnveld van een gletsjer wordt gevormd waar meer sneeuw valt dan er afsmelt, waardoor er een jaarlijkse sneeuwlaag ontstaat. Het dieper gelegen gletsjerijs wordt gevormd wanneer de jaarlijkse sneeuwlagen door hun eigen gewicht aan de onderkant tot ijs worden verdicht. Dat gaat in fasen. Sneeuw wordt eerst omgezet tot firn. Firn is een fijnkorrelige ijsmassa die gevormd wordt doordat sneeuwkristallen onder toenemende druk van vorm veranderen en zich herordenen. Dieper in het firnveld vormt de fijnkorrelige firn door de toenemende druk wit gletsjerijs. Tenslotte wordt het verder verdicht tot blauw gletsjerijs.
Het ijs wordt langzaam door de toenemende dieptedruk plastisch en kan dan onder invloed van de zwaartekracht langzaam op een horizontale vlakte gaan bewegen (ijskapdynamica) of bergafwaarts gaan stromen (gletsjerdynamica). De gletsjerstroming wordt jaarlijks aan het ijsoppervlak van de gletsjer gemeten, de aanwas of krimp aan de voet van de gletsjer.
Onderverdeling op basis van vorm en helling
Berggletsjers en hanggletsjers. Al gelang de helling en ontwikkeling spreekt men onder berggletsjers van firnveld, helling-, vallei- of dalgletsjer. Het firnveld blijft beperkt tot een naamloos sneeuwveldje, waarvan de firndikte tientallen meters kan bedragen. De tweede komt tot op het hellende vlak. En de derde vindt zijn weg in de een of andere vallei, terwijl de laatste tot in het hoofddal komt. Valleigletsjers kunnen dus afhankelijk van hun lengte tot in het dal komen. Deze onderscheiden zich door de zachte hellingshoek van 6 graden Aletschgletscher tot 9 graden Hintereisferner, waarbij de Géant een van de grotere firnvelden van de Mer de Glace op 12 graden ligt en de hanggletsjers op een bergflank van meer dan 30 graden.
Onderverdeling op basis van vorm en grootte
- Valleigletsjer
- Plateaugletsjer, voetgletsjer of laaglandgletsjers
- Cirquegletsjer
- IJsvelden, ijskappen, ijsvlaktes en hun afvoergletsjers
- IJsplateau
- Kalvende gletsjers
Een andere manier om gletsjers te classificeren is door te kijken naar de temperatuur van het ijs.
Koude gletsjers. In een koude gletsjer (Engels: cold glacier) is het ijs minimaal kouder dan -0,5 graden Celsius en kan temperaturen hebben tot meer dan -60 graden.
Warme gletsjers. Een warme gletsjer (Engels: temperate glacier) bestaat echter uit ijs dat van boven tot onder op het smeltpunt ligt (circa 0 °C, afhankelijk van de heersende druk). Dat zelfs in de winter het ijs op het smeltpunt ligt komt door de grote hoeveelheid energie die wordt vrijgelaten als doorsijpelend smeltwater in de gletsjer opnieuw bevriest. Berggletsjers met getemperd of warm gletsjerijs, die tot bijna in het dal komen, zijn dan ook bijzonder gevoelig voor temperatuurwijzigingen omdat hun oppervlaktetemperatuur dicht tegen het vries- en smeltpunt ligt. Daarom zijn veranderingen in de tijd van ijsdikte en gletsjerlengte de duidelijkste signalen van klimaatwijzigingen. Getemperde valleigletsjers leveren door hun wereldwijde spreiding de eerste tekenen van een algemene opwarming of afkoeling.
Polythermische gletsjers. Tot slot zijn er de polythermische gletsjers, waar het ijs vanaf een zekere diepte op het smeltpunt ligt. Deze gletsjers zijn voornamelijk in Alaska en Canada te vinden, maar ook bijvoorbeeld op Spitsbergen.
Voor het gehel artikel zie:nl.wikipedia.org/wiki/Gletsjer
Bron: wikipedia – de vrije encyclopedie


