De wind gaat de komende dagen stormachtige vormen aannemen, maar van een echte storm lijkt vooralsnog geen sprake. Daarvan mogen we pas spreken bij windsnelheden vanaf windkracht 9. Die windsnelheid wordt op volle zee de komende dagen wel gehaald, maar aan de kust lijkt windkracht 8 het maximum.
Vooral aan de kust gaat het volgens de berekeningen van het Europese model stevig waaien, maar van een storm is in Nederland geen sprake. Alleen op volle zee wordt de volle windkracht 9 behaald, waardoor er daar wel sprake is van storm.
De windsnelheden in kilometers per uur, volgens de berekeningen van het Europese model.
Luchtdruk en wind zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Verschillen in luchtdruk zijn namelijk de veroorzaker van wind. De atmosfeer wil het verschil namelijk recht gaan zetten door middel van luchtverplaatsingen en daarmee is wind geboren. Hoe groter de luchtdrukverschillen zijn, hoe meer lucht er verplaatst gaat worden en hoe harder het dan ook gaat waaien.
De windrichting voor komende nacht, berekent door het Europese model.
Windrichting
Heel simpel kan gesteld worden dat er een luchtverplaatsing plaatsvindt van gebieden met een hoge luchtdruk naar gebieden met een lage luchtdruk. Toch is het bepalen van de windrichting niet zo simpel als de eerste zin van deze alinea doet vermoeden. Wind is namelijk een samenspel van verschillende krachten. Het verschil in luchtdruk, de luchtdrukgradiëntkracht, is er één van.
De aarde draait om zijn eigen as en is daarmee de veroorzaker van een tweede kracht die de richting van de wind gaat bepalen. Dit noemen we de corioliskracht. Onder invloed van de corioliskracht krijgt de wind een afbuiging. Op het noordelijk halfrond is deze afbuiging naar rechts.
Tussen de twee verschillende krachten ontstaat altijd een soort evenwicht. Gevolg hiervan is het ontstaan van een geostrofische wind. Dit betekent dat de wind vrijwel evenwijdig aan de isobaren gaat waaien.
Invloed van het aardoppervlak
Dicht bij het aardoppervlak gaat dan nog een derde kracht een belangrijke rol spelen. Door het aardoppervlak wordt de wind als het ware afgeremd. Deze remming noemen we de wrijvingskracht. Hoe sterk deze kracht is, is afhankelijk van het aardoppervlak. Boven zee of een open vlakte wordt de wind namelijk minder geremd dan boven bosrijk of stedelijk gebied.
De corioliskracht (Fcor) staat loodrecht op de luchtdrukgradientkracht (Fgrad).
De wind (Vgrad) waait hierdoor loodrecht aan de isobaren.
Door de wrijvingskracht (Fw) neemt de wind af.
Omdat de wind evenredig verbonden is aan de corioliskracht, neemt ook de corioliskracht af.
Hierdoor krimpt de wind.
De wrijvingskracht staat tegengesteld aan de wind. De wind is op zijn beurt weer evenredig gekoppeld aan de corioliskracht. Door het toenemen van de wrijvingskracht neemt de wind af, en door het afnemen van de wind neemt de corioliskracht af. Gevolg is dat de wind gaat krimpen (draait tegen de wijzers van de klok in). Dit krimpen van de wind gebeurt dus sterker bij een ruw oppervlak dan bij een glad oppervlak. Vooral aan de kust is dit vaak goed terug te zien. Waait er boven zee een westenwind, dan draait deze boven land vaak naar een meer zuidwestelijke richting.
Cyclonale & anticyclonale wind
Wie dacht dat het nu gedaan was met het krachtenspel heeft het mis. Rondom hoge- en lagedrukgebieden speelt namelijk nog een andere kracht een rol: de middelpuntvliedende kracht. Deze is verantwoordelijk voor een verschil in windkracht tussen hoge- en lagedrukgebieden: rondom een hogedrukgebied waait het harder (anticyclonale wind) dan rondom een lagedruk (cyclonale wind).
Rondom een lagedrukgebied vervangt de middelpuntvliedende kracht een deel van de corioliskracht. Omdat de corioliskracht direct gekoppeld is aan de windkracht neemt de windkracht af. Bij een hogedrukgebied gebeurt precies het tegenovergestelde: de middelpuntvliedende kracht versterkt de corioliskracht, waardoor de wind in kracht toeneemt.
Bron: Meteo Consult.