De dinsdagochtendspits was extreem druk. Rond half negen stond er 568 kilometer in Nederland, goed voor de 10e plek ooit. Dat had met uitgelopen werkzaamheden en enkele ongevallen te maken, op cruciale plekken, en met….. regen. Gelukkig maar dat het zeker niet altijd regent in de ochtendspits. Sterker nog, het regent veel vaker niet dan wel. We nemen in deze aflevering van Weernieuws ‘s een kijkje in de klimatologie. Maar dan nu eens niet alleen gericht op regenhoeveelheden, maar vooral op regenuren.
[b[]Duur van de neerslag per jaar[/b]
Kijken we naar het aantal uren neerslag door het hele jaar heen dan zien we dat het westen van Brabant, de regio Dordrecht-Rotterdam, en de regio rond Enschede de toppers zijn, met tussen 700 en 725 uren neerslag per jaar. Een snelle rekenaar leert dat dit neerkomt op niet meer dan een kleine 2 uur per dag, en zo’n 8 procent van de tijd. Met andere woorden, in de qua regenuren natste regio’s van ons land is het 92 procent van de tijd droog.
Aantal uren met neerslag in Nederland, gemiddeld in een jaar (1971-2000)
De droogste plekken vinden we in een smalle strook langs de westkust waar het tussen 550 en 575 uren per jaar regent. Iets meer dan 1,5 uur per dag, zo’n 6 procent van de tijd. 94 procent van de tijd is het dus droog. Overigens, dit zijn de klimaatnormen zoals die op het moment gelden, gemeten over de periode 1971-2000 (zie afbeelding hierboven). Over twee jaar verschuiven we naar de periode 1981-2010, en dan zal er zeker een verschuiving in het aantal regenuren te zien zijn (alsook bij veel andere variabelen).
Verschillen tussen seizoenen
Natuurlijk is het ene jaargetijde het andere niet, en bestaan er door de seizoen heen verschillen. De winter, en voor sommige van de kustregio’s de herfst, kennen de meeste regenuren. Aan de andere kant, kennen de zomermaanden, waar ook in Nederland, gemiddeld gezien de minste regenuren van de vier seizoenen.
Als het niet te hard regent, kan er buiten nog best gesport worden. Foto: Gé Ensing.
Minder regen uren niet automatisch minder neerslag[/]
Dat het interessant is om te kijken naar de duur van de neerslag, blijkt vooral als we dit vergelijken met de hoeveelheden neerslag. De maanden, en seizoen waarin de meeste neerslag valt zijn namelijk zeker niet één op één gerelateerd aan de maanden en seizoen met het grootst aantal regenuren.
Bijvoorbeeld: dat het aantal regenuren in de zomer, op sommige kustprovincies na, gemiddeld gezien het laagst ligt, betekent niet dat dit ook qua hoeveelheid neerslag overal de droogste periode is. Als we naar station de Bilt kijken zijn juni en juli zijn na de maanden september tot en met december zelfs nummer 5 en 6 op de ranglijst van maanden met de meeste neerslag. In de zomermaanden regent het er, als het regent, harder.
Lichte regen. Veel uren, relatief (!) weinig millimeters. Foto: Martha Kivits.
[b]Onstabiliteit
Overigens is deze verdeling niet voor alle locaties hetzelfde. Zoals al aangegeven zijn er verschillen tussen plaatsen in het binnenland en enkele van de kustregio’s.
Kijken we naar het station dat het meest onder invloed staat van de temperatuur van het zeewater (met de overheersende zuidwestenwinden in ons land is dat De Kooy, bij Den Helder) dan zien we dat niet het eerste deel van de zomer, maar juist het laatste deel van dat seizoen en het begin van de herfst de grootste gemiddelde neerslagintensiteit kent.
Dit verschil heeft alles te maken met het feit dat de temperatuur van het zeewater in de zomer langzamer oploopt dan het landoppervlak. In de zomer wordt het in het binnenland al snel warmer. Daardoor wordt het verschil tussen de temperatuur aan de grond en hogerop in de atmosfeer flink groter, en daarmee de onstabiliteit en de intensiteit van regenbuien.
Foto: Stan Bouman.
Op plekken waar de zuidwestenwind vanaf zee waait, vooral in het westen en noordwesten van het land dus, zorgt het dan nog relatief koele zeewater ervoor dat de temperaturen aan de grond in de kustregio’s een stuk minder snel oplopen. De grootste onstabiliteit is daar gemiddelde gezien aan het eind van de zomer en begin van de herfst terug te vinden, wanneer het zeewater eindelijk opgewarmd is. In situaties waarin koele lucht over de warme zee strijkt is de lucht opbouw daar al snel heel onstabiel.
Bronnen: ANP, Meteo Consult, KNMI