Wat was in ons land tot dusver de koudste maand van deze nog prille eeuw in ons land? Dat moet wel een wintermaand zijn. Dat klopt dan ook. Als we kijken naar De Bilt, dan was dat januari 2006 met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 1.5 graden. Uitzonderlijk koud was het toen dus niet, want vanaf 1970 verliepen negen januarimaanden nog kouder, waarvan die uit 1979 met -3.2 graden de aller-koudste was.
Als we niet naar de absolute temperatuur kijken, maar naar de afwijking ten opzichte van de norm die, zoals een ieder inmiddels wel weet, loopt over de 30-jarige periode van 1971 tot en met 2000, dan staat er één maand wat dat betreft eenzaam op kop en dat is oktober 2003. In het navolgende verhaal zullen we die maand eens opnieuw voor het voetlicht halen.
Snelle overgang van zomer naar herfst.
De overgang van zomer naar winter voltrok zich in het najaar van 2003 bijzonder snel. Augustus was nog een zeer warme zomermaand die ook nog een hittegolf opleverde. September verliep qua temperatuur min of meer gemiddeld, maar leverde nog bijzonder fraai nazomerweer op met op de 22e de laatste zomerse dag van het seizoen. Daarna duikelde het kwik in een klap onder de 20 graden. Begin oktober wist het kwik nog boven de 15 graden te komen, maar na de eerste oktoberweek was ook dat verleden tijd en brak er een periode met kil herfstweer aan, die na de 20e winterse trekjes begon te vertonen. Pas aan het eind van de maand begon het kwik opnieuw op te lopen, resulterend in een zachte november, die zomaar een halve graad zachter verliep dan oktober! Het is in de laatste ruim honderd jaar nog maar een keer eerder voorgekomen dat november warmer verliep dan oktober, namelijk in 1994. Toen beleefden we de zachtste november van de 20e eeuw met 10.2 graden.
De sneeuwval gedurende de ochtend van 24 oktober, bezien vanuit Bennekom.
Oktober 2003 was extreem koud.
Maar oktober 2003 was een extreem koude maand geworden. In De Bilt lag de gemiddelde etmaaltemperatuur slechts op vijf dagen boven het langjarige gemiddelde, waarvan op twee dagen maar zeer nipt. Aan de andere kant was het aantal dagen dat méér dan vier graden kouder was dan de norm, niet op de vingers van één hand te tellen. Met een gemiddelde temperatuur van 7.5 graden afgezet tegen een gemiddelde van 10.3 graden, was dit dus met afstand de relatief koudste maand van de 21e eeuw tot nu toe. Voor De Bilt moeten we terug naar 1974 om een nóg koudere oktobermaand te vinden (toen werd het 7.0 graden) en in een grijs verleden, namelijk in 1922, 1919 en 1905 waren er ook nog een drietal koudere wijnmaanden te vinden.
Het temperatuurverloop in De Bilt in oktober 2003. Na de eerste week ligt het kwik in het algemeen ver onder de norm.
De laagste temperaturen vonden plaats in de tweede helft van de maand. Vorst werd een normaal verschijnsel, in De Bilt kwam het kwik in acht nachten onder het vriespunt, een aantal dat sinds 1901 alleen in oktober 1919 én 1920 werd overschreden. Nog bonter was het in het noordoosten van het land. In Eelde kwam het kwik op 16 oktober voor het eerst onder nul en er volgde een ononderbroken reeks van 14 vorstdagen, een oktoberrecord voor dat station.
De weerkaarten lieten in deze periode dan ook een winterse circulatie zien, met hoge druk boven Scandinavië en in onze omgeving veelal een oostelijke stroming, met aanvoer van droge, continentale lucht. De maand verliep dan ook zeer zonnig en in de lange nachten kon het kwik al goed onderuit gaan. Rond 19 oktober kwam er een lagedrukgebied boven Midden-Europa te liggen en draaide de stroming meer naar noord. Het werd toen wat minder zonnig en vooral gedurende de nachten minder koud. De grootste winterverrassing stond toen nog voor de deur.
Op bomen en struiken, die nog deels in het blad zaten, bleef de sneeuw ook gemakkelijk liggen.
Kompleet winter op 24 oktober!
Na de 20e ontwikkelde zich een storing boven het Kanaal, die al uitdiepend Frankrijk binnentrok. Een krachtige rug van hoge druk ten westen hiervan bouwde tegelijkertijd naar Scandinavië uit en hierdoor werd bij ons de wind opnieuw naar de oosthoek gedrukt. Opnieuw vloeide er koudere lucht binnen en in de loop van 23 oktober bleek dat alles, voor winterliefhebbers althans, op zijn plaats viel.
De 850-hPa temperatuur (ongeveer op 1500 m hoogte) van hetzelfde tijdstip.
Op de 23e had de hoge druk zich opnieuw wat naar de oceaan teruggetrokken, maar een uitlopertje lag nog zeer strategisch boven ons land. Ook de koudste lucht was inmiddels binnengestroomd, op rond 1500 meter hoogte (zie afbeelding hierboven) was de temperatuur naar -6 tot -7 graden gedaald. Onder een heldere hemel en bij weinig wind kon het kwik in de nacht naar 24 oktober dan ook scherp dalen. Op een enkel station nabij de kust na, kwam het tot vorst en op diverse plaatsen in het binnenland zelfs tot matige vorst! Soesterberg kwam tot -6.7 graden, Herwijnen op -7.5 graden en Twente evenaarde zelfs het absolute laagterecord voor oktober met -8.5 graden. Aan de grond kwam het daar zelfs tot 12 graden vorst, een unicum voor oktober!
De grondkaart van 24 oktober 2003, om 2 uur lokale tijd. Een rug van hoge luchtdruk levert in ons land een ijskoude nacht af. Uit het uit elkaar lopen van de isobaren is te zien dat zich boven de Noordzee een kleine storing bevindt.
Maar daarmee was de winterkoek nog niet op. Op de Noordzee had zich een kleine storing ontwikkeld en de daarmee samenhangende bewolking dreef al in de loop van de nacht het noordwesten binnen. Er viel ook neerslag. In het noordwestelijk kustgebied was deze neerslag grotendeels vloeibaar, maar dieper landinwaarts was het nog zo koud, dat de neerslag daar winters van karakter werd. In de westelijke helft van het land viel er nog een mengelmoes van regen, ijsregen en sneeuw, die maar moeizaam bleef liggen, maar verder oostwaarts, alwaar de neerslag al vrij snel in de ochtend arriveerde, werd al snel een totaal winters landschap geschapen. De meeste sneeuw, die ook bleef liggen, viel er in Gelderland, het noordoosten van Noord-Brabant en delen van Utrecht en Overijssel. Het dikste sneeuwdek werd in de loop van de ochtend gemeten in Oss, 5 cm. Groesbeek kwam tot 4 cm en Driebergen tot 3 cm. De foto’s hiernaast zijn gemaakt vanuit Bennekom, dat zich ook in het hart van het sneeuwgebied bevond. Daar kon rond 10 uur ’s ochtends 2 cm sneeuw worden gemeten. Zeer goed was hier te zien hoe droog de sneeuw in feite nog was, vooral op de planten zag de laag sneeuw er nog zeer luchtig uit. De vlokken dwarrelden dan ook echt, van natte sneeuw was geen sprake. Toch was te zien dat het winterseizoen nog jong was. Nabij de huizen zat er nog zoveel warmte in de grond dat de sneeuw daar niet bleef liggen, alleen op de neergedwarrelde bladeren lukte dat daar wel.
Soms sneeuwde het behoorlijk hard en werd het ook helemaal wit. De sneeuw dwarrelde echt en was dan ook goed 'droog'.
Close-up van de sneeuw op het thermometerhutje. Goed is te zien hoe luchtig en droog deze sneeuw was, van natte sneeuw was geen sprake.
In feite was 24 oktober 2004 samen met 13 oktober 1975 de belangrijkste sneeuwsituatie in oktober van de laatste 60 jaar. Hoewel er met de storing ook zachtere lucht meekwam, had deze moeite om de koude plaklaag aan de grond te verdrijven. Terwijl het kwik in het noodwesten van het land tot ruim boven de vijf graden opliep (Leeuwarden 9.7 graden), werd het In Deelen en Volkel niet warmer dan 2.1, respectievelijk 2.3 graden. De sneeuwlaag kon zich lokaal dan ook meer dan een vol etmaal handhaven, wat veel langer was dan op 13 oktober 1975.
De kou was namelijk nog steeds niet uit de lucht. De 24e oktober was het in De Bilt met -0.2 graden gemiddeld de op twee na koudste oktoberdag ooit, maar ook op 27 en 28 oktober lag de gemiddelde etmaaltemperatuur dichtbij nul. Daarna ging het kwik echter omhoog en was het vroege wintertje voorbij, om voorlopig niet meer terug te keren.
Bronnen: Meteo Consult, Weerspiegel, Wetterzentrale, nlweer.com; KNMI. Foto’s: Tom van der Spek.