Het door het broeikaseffect toenemende temperatuurverschil tussen de tropen en de Noordpool in de hogere atmosfeer leidt mogelijk tot een versneld herstel van de ozonlaag. Dit concluderen onderzoekers van het KNMI en de Technische Universiteit Eindhoven.
De dunner geworden ozonlaag herstelt pas als ozonafbrekende stoffen, met name CFK’s, uit de atmosfeer zijn verwijderd. Deze chloorfluorkoolstoffen worden op grote hoogte afgebroken door UV-straling, die daar het sterkst is.
CFK’s komen in de hogere luchtlagen terecht door de zogeheten Brewer-Dobson circulatie. Deze beweging wordt aangedreven door grootschalige slingeringen in de luchtstroming op grote hoogte. Zo wordt de lucht in de winterperiode op het Noordelijke Halfrond bij de evenaar omhoog gedreven, gaat vervolgens noordwaarts en komt bij de Noordpool weer omlaag. De meegevoerde CFK’s worden dan door de sterke UV-straling in de hogere luchtlagen voor een groot deel afgebroken.
Hoe sneller deze circulatie is, hoe sneller CFK’s uit de atmosfeer verdwijnen en de ozonlaag kan herstellen, concluderen de onderzoekers Alwin Haklander en Peter Siegmund. Tijdens hun onderzoek hebben klimaatmodellen aangegeven dat het versterkte broeikaseffect zorgt voor een sneller verloop van de Brewer-Dobson circulatie.
De luchtaandrijving wordt namelijk sterker naarmate de temperatuurverschillen groter zijn. Door het versterkte broeikaseffect neemt de temperatuur tussen de vijftien en twintig kilometer hoogte boven de tropen toe, terwijl deze bij de polen juist afneemt. Hierdoor worden de temperatuurverschillen tussen de tropen en de polen vergroot en daarmee het tempo waarmee de Brewer-Dobson circulatie de CFK’s uit de atmosfeer helpt te verwijderen.
©KNMI