Koele lucht over het warme zee- en IJsselmeerwater aan het eind van de zomer in de herfst kan buienstraten opleveren. Wanneer de atmosfeer echter niet zo heel onstabiel is, worden de effecten van het warme water nog het best duidelijk.
Watertemperaturen in de Noordzee en het IJsselmeer
De temperaturen van het water aan de oppervlakte – want daar draait het om – laten vooral in relatief ondiep water lokaal grote verschillen zien. Dat komt ook terug in de kaarten hiernaast met de watertemperaturen in het IJsselmeer en de Noordzee.
Dichtbij de wal is het in deze tijd van het jaar het warmst. Zowel langs de kust als boven het IJsselmeer zijn de afwijkingen over korte afstand hier en daar groot. Soms heeft het met meetfouten te maken, maar het overgrote deel van de warme en koude plekken is goed weergegeven.
De temperatuur van het oppervlaktewater in de laatste week van augustus.
De temperatuur van het oppervlaktewater in de eerste week van september.
Overigens ook in de tijd zien we grote verschillen in temperatuur terug, als we beide kaarten - de één van de laatste week van augustus en de andere van de eerste week van september - vergelijken.
Extra zetje
Bij tropische orkanen zien we dat grootschalige wetlands langs een kust een orkaan extra lang in stand kunnen houden. De cyclonen hebben als voedingsbron zeer warm zeewater, maar dit hoeft niet per sé zeewater te zijn. Water in wetlands, dat door de ondiepte ervan fors door de zomerzon is opgewarmd, levert ook energie aan orkanen. Als een cycloon over zo;’n gebied trekt blijft ze dan ook langer op sterkte dan wanneer ze over droge landmassa’s trekt.
Maar ook bij simpele Hollandse regenbuien kan dit effect de kop op steken. Bij buien die van zee het land op drijven zien we soms dat ze al voor de kust (zonder dat kustconvergentie een rol speelt) ineens activeren of dat er zelfs buien ‘uit het niets’ ontstaan, doordat de stijgende luchtbewegingen plots een stuk sterker worden.
Ook buien die van boven een relatief koel landoppervlak een groot wateroppervlak opdrijven, activeren vaak. Om dezelfde reden: de onstabiliteit neemt toe doordat het verschil in temperatuur tussen hoog in de atmosfeer (koud) en aan de grond (boven het warme water ineens een stuk warmer) toeneemt. Het warme water geeft een extra zetje.
Voorkeursgebieden
De meeste buien trekken in Nederland in noordoostelijke richting (de overheersende stroming is zuidwestelijk). Vooral bij het IJsselmeer, boven de Randmeren, de Friese meren, en boven de Waddenzee speelt het effect van oplevende buitenactiviteit daarom regelmatig.
Soms een waar spectakel
Bij een aanhoudend zelfde stromingsrichting zien we hierdoor soms achter elkaar, steeds maar opnieuw, (actievere) buien ontstaan, op dezelfde plek. Die vervolgens ook dezelfde route afleggen. Bui na bui na bui….. En lokaal komt het dan tot enorme hoeveelheden neerslag. Zo viel op 3 augustus van dit jaar in het plaatsje Nes op Ameland afgerond 70 millimeter neerslag uit een buienstraat die daar minstens 5 uur achtereen stortregens veroorzaakte.
Nog veel spectaculairder was de ‘losse’ bui die zich die dag boven het warme IJsselmeerwater razendsnel ontwikkelde tot een supercell. Deze bui bracht een forse windhoos voort in Friesland en Groningen.
Soms net aan genoeg
Die 3de van augustus was de atmosfeer sowieso al behoorlijk onstabiel. Maar op dagen waarop het (nog) net niet ontstabiel genoeg lijkt om echt een forse bui te genereren, is het extra zetje van het warme water soms net genoeg.
Een voorbeeld is de situatie van donderdag 4 september. Het water in de zones langs de westkust van het IJsselmeer vanaf Durgerdam naar het noorden toe en tussen Monnickendam, Marken en Volendam was zeer warm. Dat geldt ook voor de vele plassen (meertjes) binnen de dijk. De bui die via de regio Amsterdam het IJsselmeer optrok, activeerde boven dit verhoudingsgewijs zeer warme water behoorlijk.
Neerslagradarbeelden van 4 september. Klik op de afbeelding voor bewegende beelden.
Meer naar het noordoosten toe op het IJsselmeer wisselen gebieden met bijna even warm en koeler water elkaar af. De bui bleef nog even stevig, maar zakte uiteindelijk richting de noordoostpolder en Friesland wat in.
Bronnen: Meteo Consult, KNMI
goed verhaal, maar je vergeet een mooi verschijnsel wat in deze tijd van het jaar ook vaak voorkomt, met dezelfde oorzaak als je hierboven..: Waterhoosjes!
Als het juist erg onstabiel is, kunnen boven het warme water waterhoosjes ontstaan, vorig jaar was dat een paar keer in het nieuws, er was een hele grote boven de wadden vlak bij Texel. Ik weet niet meer precies wanneer dat was, maar op elk journaal werden daar toen beelden van getoond.
Ik heb er zelf eentje gespot boven de Noordzee, die kon ik hier vanaf de tweede verdieping op Schiphol Oost goed zien.
Het weer leek op dat van vandaag, redelijk warm, zonnig, niet te veel wind en onstabiele vochtige lucht (erg koud op grote hoogte) Op de grens van land en water in de buurt van Bloemendaal aan zee schat ik zo in, groeide een enorme cumulus congestus wolk heel snel uit tot een volwassen bui, de onderkant was kaarsrecht en zeer donker.. nog voordat er regen uitkwam, ontstond ineens een heel smal slurfje die de grond, of water net aan niet raakte. Het was een mooi gezicht dat slurfje onder die wolk te zien bewegen als een soort enorme regenworm die uit de wolk kwam kruipen. Ik terug naar mijn werkplek om m'n camera te pakken, maar toen ik terug kwam was ie alweer weg. Het heeft misschien twee minuten geduurt... een paar minuten later begon het uit die wolk te regenen.
Het zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren als de onweerstoring naderbij komt, goed opletten dus langs het water
Lots