Soms lijkt het er niet op, maar Nederland heeft steeds vaker blauwe luchten met weinig wolken en veel zon. Door de schonere lucht boven ons land wordt Nederland zonniger en hebben we warmer weer. Dat blijkt uit "De toestand van het klimaat in Nederland 2008", dat het KNMI op 31 juli 2008 heeft aangeboden aan staatsecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat. Uit het verslag blijkt dat Noordwest-Europa, waaronder Nederland, de afgelopen vijftig jaar 2,2 keer sneller opwarmde dan het mondiale gemiddelde. Volgens Tineke Huizinga leidt het rapport tot de nodige commotie en bevestigt het dat de klimaatverandering Nederland voor een grote uitdaging stelt.
Alle jaren van 2003 tot 2008 zijn ruim warmer geweest dan het langjarige gemiddelde van 9,8 °C. Drie ervan staan hoog in de lijst van warmste jaren sinds het begin van de regelmatige metingen in 1706 (afbeelding 1). Slechts een aantal belangrijke citaten heb ik voor u uit het rapport gelicht.
De jaargemiddelde temperatuur zoals die op Nederlandse stations in 2006 en 2007 werd geregistreerd was gelijk aan het langjarig gemiddelde (1961-1990) van de temperatuur van steden in Frankrijk, op een afstand van 600 tot 800 km zuidelijk van ons land.
Temperatuur
2006/2007: Record zachte winter: Met een gemiddelde temperatuur van 6,5 °C tegen een langjarig gemiddelde van 3,3 °C was deze winter de zachtste sinds het begin van de waarnemingen in 1706. Vooral het uitzonderlijk zachte karakter van januari viel op. Met een gemiddelde temperatuur van 7,1 °C tegen 2,8 °C normaal bleek ook deze maand de zachtste sinds 1706.
2007: Zachtste lente in tenminste drie eeuwen: Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 11,7 °C tegen 8,9 °C normaal was de lente veruit de zachtste sinds tenminste het begin van de regelmatige waarnemingen in 1706. Vooral de uitzonderlijke warmte in april viel op, deze maand was met 13,1 °C vijf graden warmer dan normaal.
2003 en 2006: Zomers bij de warmste in 100 jaar: De zomer van 2003 voert samen met die van 1947 de lijst aan van warmste zomers sinds 1901. 2003 had een gemiddelde temperatuur van 18,6 °C, 1947 18,7 °C. De warmte hield lang aan. Dit komt tot uiting in het record aantal warme dagen dat werd opgetekend: 83. Daarnaast werden 40 zomerse en elf tropische dagen gemeten. Zelden heeft een zomer zo’n twee totaal verschillende gezichten laten zien als die van 2006. Juni en juli waren zeer zonnig, zeer droog en warm. Augustus echter was koel, zeer somber en record nat. Juli was de warmste kalendermaand in de complete meetreeks vanaf 1706.
2005 en 2006: Twee opeenvolgende herfstseizoenen uitzonderlijk zacht: De gemiddelde temperatuur over de herfst in 2005 was 12,0 °C tegen normaal 10,2 °C, de hoogste waarde sinds 1706. In 2007 werd dit record alweer gebroken, de herfst eindigde toen met een gemiddelde temperatuur van 13,6 °C. In 2005 werd het van 27 tot en met 31 oktober, plaatselijk in het noorden en midden van het land, nog twintig graden of meer. In 2006 werden tot laat in november maxima van boven de 15 °C gemeten. Dit zijn uitzonderlijke waarden voor de tijd van het jaar.
Neerslag
De jaarlijkse hoeveelheid neerslag is in Nederland de afgelopen eeuw toegenomen met achttien procent. Maar de neerslagsom kent een grote variabiliteit van jaar tot jaar. In de afgelopen vijf jaar waren 2007 en 2004 nat en 2003 was een droog jaar. In 2005 en 2006 week de neerslagsom gemiddeld over het land niet veel af van het langjarig gemiddelde. De laatste jaren is er sprake van een groot aantal dagen met zware neerslag in Nederland (afbeelding 2). Dit is in lijn met de KNMI-klimaatscenario’s waarin een toename van de hevigheid van buien in de zomer wordt voorzien.
Aantal dagen met zware neerslag (50 mm of meer) in de zomer in Nederland
Droogte
De zomer van 2003 was niet alleen uitzonderlijk warm maar ook zeer droog. In alle drie zomermaanden viel minder neerslag dan normaal. Gemiddeld over het land viel 119 millimeter neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 202 millimeter. Van 1 tot en met 27 augustus viel er in een groot deel van het land geen of slechts enkele millimeters neerslag. Door het vaak zonnige en warme weer was de verdamping groot. De lokale droogte in combinatie met de uitzonderlijk lage afvoer van de grote rivieren leidde tot problemen voor onder meer de agrarische sector, het waterbeheer en energieproducenten.
In Wilnis schoof in de zomer van 2003 als gevolg van verdroging een veendijk af, met grote wateroverlast in een woonwijk als gevolg. De kaart toont de ruimtelijke verdeling van het neerslagtekort op 26 augustus. De positie van Wilnis is aangegeven; met een neerslagtekort van ruim 250 mm lag de Veendijk in één van de droogste regio’s.
Het warme voorjaar van 2007 kende ook een lang, zeer droog tijdvak. Tussen 22 maart en 6 mei viel op veel plaatsen gedurende 46 dagen geen neerslag. De lange duur van de droogte was uniek in tenminste de laatste honderd jaar. Het gebrek aan neerslag in combinatie met veel verdamping door het vaak zonnige en (zeer) warme weer leidde tot een voor de tijd van het jaar uitzonderlijk groot neerslagtekort.
Wind
Ondanks de grote jaar-op-jaar variabiliteit van de wind in Nederland is er sprake van een lichte daling van de gemiddelde windsterkte. Nederland is te klein en de meetreeksen zijn te kort om veranderingen in het aantal zware stormen bij ons vast te kunnen stellen. Daarvoor komen ze te weinig voor. Maar volgens metingen op KNMI-stations sinds 1962 neemt het aantal periodes met sterke wind (vanaf windkracht 6 in het binnenland en vanaf windkracht 7 aan de kust) in Nederland af.
De storm van 18 januari 2007 was de enige zware storm in vijf jaar. Langs vrijwel de hele kust stond geruime tijd een windkracht 10. Tijdens de storm viel bovendien bijzonder veel neerslag; op veel plaatsen 50 tot 60 millimeter in 36 uur. Er waren zeven doden in ons land te betreuren en er werd voor ruim tweehonderd miljoen euro schade aangericht.
Nederland warmt sneller op dan verwacht
Nederland is sinds 1950 twee keer zo snel opgewarmd als de wereldgemiddelde temperatuur. Die snellere opwarming wordt hoogstwaarschijnlijk niet veroorzaakt door natuurlijke schommelingen. De temperaturen van herfst 2006, winter 2007 en voorjaar 2007 zijn - zelfs als we rekening houden met de snellere opwarming van Nederland - uitzonderlijk grote afwijkingen boven de trend.
De opwarming van het klimaat als gevolg van het versterkte broeikaseffect gaat niet overal even snel. De grote landmassa's warmen duidelijk sneller op dan de oceanen. Het Noordpoolgebied warmt nog sterker op. Dit is vooral een gevolg van het smelten van sneeuw en ijs, waardoor zonnestraling, die eerst teruggekaatst werd door het witte oppervlak, nu het land en de oceaan kan opwarmen. Uitdroging van continentale gebieden in de zomer zorgt ook voor snellere opwarming, omdat verdamping van water dan geen afkoelende factor meer is. Die ongelijke opwarming in verschillende gebieden wordt door de klimaatmodellen beschreven en ook in de werkelijkheid duidelijk waargenomen.
Tot nu toe werd verwacht dat de opwarming in Nederland (en omstreken) ongeveer even snel zou gaan als de wereldgemiddelde stijging van de temperatuur. We liggen immers op middelbare breedte en staan onder invloed van zowel land als van zee. De opwarming in Nederland blijkt tot nu toe echter twee keer zo groot te zijn geweest als de mondiale opwarming. Dat is te zien in afbeelding 5, waar de temperatuurstijging in het midden van Nederland vergeleken wordt met de wereldgemiddelde temperatuurstijging.
Jaargemiddelde temperatuur (afwijking van 1951-1980) in Nederland (rode lijn) en wereldgemiddeld (blauwe en groene lijn).
Het gebied met snellere opwarming is niet beperkt tot Nederland, maar strekt zich uit over een groot gedeelte van Europa. In het voorjaar is de stijging sinds 1950 meer dan twee keer zo snel als de stijging van de wereldgemiddelde temperatuur in een gebied dat zich uitstrekt van Frankrijk tot Rusland. In de zomer ligt dit gebied zuidelijker en loopt van Spanje, Italië en de Balkan tot Nederland. In de herfst en de winter is de opwarming in westelijk Europa minder snel gegaan, maar nog steeds sneller dan de wereldgemiddelde temperatuur.
Dat Nederland opwarmt, staat inmiddels buiten kijf. De opwarming, onder andere van de Noordzee, brengt behalve hogere temperaturen ook andere effecten met zich mee. Zo regent het in de kustgebieden tegenwoordig meer dan in het binnenland. En als het regent, dan regent het ook goed. ,,De laatste jaren is er sprake van een groot aantal dagen met zware neerslag.''Goed nieuws voor mensen die slecht tegen de regen kunnen: de regenperiodes in Nederland worden korter van duur en in de zomer zullen er minder regendagen zijn. De buien die we in de zomer krijgen, zullen net zoals het weer zelf, tropisch aandoen.
©KNMI/Buienradar/ANP