Van 1 juni tot en met 20 november is het orkaanseizoen op de Atlantische oceaan en in het Caribisch gebied. Hoe ontstaan orkanen en wat voor invloed kan een ex-orkaan op ons weer hebben?
Van 1 juni tot en met 20 november is het orkaanseizoen op de Atlantische oceaan en in het Caribisch gebied. Het zeewater is er dan warm, de passaatwinden blijven noordelijk, en onweersbuien gaan vanaf Afrika de oceaan op. Dat laatste geeft extra kans voor de vorming van orkanen, ofwel hurricanes.
Tropische orkanen zijn lagedrukgebieden die ontstaan tussen 5 en 15 graden Noorderbreedte (Afbeelding 1). In dat gebied is ’s zomers een zwakke oostelijke bovenstroming en zijn er verspreid regen- en onweersbuien. Deze buien lopen met de bovenstroming mee van oost naar west. Als buien naar elkaar toe trekken of clusteren, zal de luchtdruk rond die buien gaan dalen en voor een zwakke circulatie zorgen. Is de luchtmassa in het gebied onstabiel genoeg en daalt de luchtdruk ver genoeg, dan zal de buienvorming versterken en het proces versnellen (Afbeelding 2).
Positieve feedback heet dat in het jargon. Het proces van depressie-vorming loopt dan uit de hand. Voordat er sprake is van een orkaan, is er altijd eerst een tropishce depressie (TD) en een tropische storm (TS), die vooral veel regen brengen. Is de windsnelheid rond de kern van de depressie meer dan 119 km per uur, dan is er een orkaan van categorie 1. Meestal krijgt de orkaan in dat stadium ook zij bekende "oog". De hoogste categorie is categorie 5. De bekendste orkanen van de klasse 5 zijn Katrina van 29 augustus 2006 (Afbeelding 3)
De afmetingen van een orkaan lopen uiteen van 300-800 km en ze zijn daarmee de grootste schadebrengers die het weer kent.
De reden waarom orkanen niet op de evenaar ontstaan is dat de draaiing van de aarde, zoals wij die kennen, daar afwezig is. Juist die draaiing van de aarde is belangrijk om de beginnende depressie op gang te helpen. Is die draaiing van de aarde relatief sneller (zoals bij ons op de gematigde breedten), dan wordt alleen een lagedrukgebied gevormd met fronten. Bovendien is het zeewater boven 15 graden Noorderbreedte niet hoog genoeg om de buien op zee aan de gang te houden. Dat moet minstens 27 graden zijn. Om dezelfde reden lossen orkanen op, als ze uit het Caribische gebied ontsnappen naar de Verenigde Staten, Bermuda of het midden van de oceaan. Het zeewater wordt minder warm maar de orkaan wordt door de sterkere draaiing ook uit elkaar getrokken. Meestal is er maar 1 orkaan tegelijkertijd actief, maar soms zijn het er 3 of zelfs 4, zoals in 1998 (Afbeelding 5).
Als ex-orkanen op de gematigde breedten komen sturen ze de weersverwachting in West-Europa in de war. Dat is omdat de warme en vochtige lucht mengt met een lagedrukgebied zoals wij die kennen. Daardoor kan de koers veranderen of zal de activiteit sterk variëren in de verwachtingen. Hoe de luchtmassa’s precies zullen mengen en de straalstroom gaan beïnvloeden, is een moeilijk te berekenen proces.
Wanneer een ex-orkaan als depressie bij ons komt, ziet de kenner vaak een wolkenbeeld met grote stapelwolken en een hoge temperatuur, ook in de nacht en ochtend. De kans dat een orkaan in zijn geheel de oceaan oversteekt, is verwaarloosbaar. Wel kan het is september tot een actieve buiendepressie leiden. Zoals op 13-14 september 1998. In Dirksland viel toen in een etmaal 134 mm regen en het Westland kampte met grote wateroverlast.
Amerikanen voorspellen altijd de activiteit van het aanstaande orkaanseizoen. Daarbij is vooral het patroon van de bovenlucht belangrijk. Indirect speelt El Nino een rol. Is de stroming boven de Golf van Mexico overwegend westelijk, dan zullen er minder orkanen zijn. Is de bovenstroming zwak, dan zijn er meer orkanen en dan zullen er boven de Golf van Mexico ook orkanen ontstaan. De voorspellingen voor het komende seizoen zijn dat er iets meer orkanen dan normaal zullen zijn. Maar dat zei men de laatste 2 jaar ook. En toen was het op een paar orkanen na vrij rustig.
Bron: Jules Geirnaerdt Meteo, NOAA.