Uit het onderzoek blijkt dat de temperatuur gedurende de afgelopen 3 miljoen jaar – vóór de recente opwarming - gemiddeld zo'n 10 graden Celsius is gedaald. Dit is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van de ijstijden en ijskappen op het noordelijk halfrond in die periode. Aanvankelijk duurde elke ijstijd ongeveer 40.000 jaar, waarin drie relatief kleine ijskappen ontstonden: twee in Noord Amerika en een in Eurazië. Omstreeks 1 miljoen jaar geleden vond echter een geleidelijke omslag plaats naar veel koudere en langere ijstijden met een duur van 100.000 jaar.
Rand van de ijskap op Groenland.
Reuzenijskap
De onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het KNMI ontdekten dat de twee Noord-Amerikaanse ijskappen een zeer grote rol speelden bij deze omslag. Door de geleidelijke afkoeling werden deze ijskappen steeds groter. Op een gegeven moment vloeiden ze tijdens de ijstijden samen tot één grote continentale ijskap die het klimaat nog kouder maakte. Zo’n ijstijd werd daardoor kouder en langer. De ijstijd eindigde wanneer de ijskap te groot en daarmee instabiel werd, waardoor hij weer afsmolt.
IJstijd-kaart van centraal Noord-Europa. De gekleurde lijnen geven aan hoever het ijs kwam in drie verschillende ijstijden: in rood de Weichsel-ijstijd (115.000 jaar geleden), in geel de Saale-ijstijd (238.000 - 128.000 jaar geleden), in blauw de Elster-ijstijd (465.000 - 418.000 jaar geleden).
Klimaatverandering
Over ijstijden is nog veel onbekend. Dit komt voornamelijk omdat wetenschappers tot nu toe weinig lange aaneengesloten reeksen van klimaatdata tot hun beschikking hadden. De onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het KNMI hebben in dit onderzoek voor het eerst aaneengesloten reeksen van atmosferische temperatuur, landijsbedekking en zeeniveau bepaald die tot 3 miljoen jaar geleden teruggaan.
Dit onderzoek geeft een beter inzicht in de mechanismen van temperatuur- en zeeniveauveranderingen, en kan aldus bijdragen aan een beter begrip van klimaatveranderingen.
©Kennislink