De statistieken bevestigen wat veel Limburgers al lang vermoeden: in Zuid-Limburg valt meer regen dan in Noord- en Midden-Limburg. Ten noorden van Sittard schommelt het gemiddelde rond de 720 millimeter neerslag per jaar.
In Zuid-Limburg plenst jaarlijks gemiddeld zo'n 790 millimeter regen naar beneden. Dat is niet alleen 10 procent meer dan in het noorden, maar het zuiden kent ook nog de meest extreme uitschieters zoals Ubachsberg, Noorbeek, Schinnen en Valkenburg. Daar valt respectievelijk 810, 813, 817 en 841 millimeter regen. En dan hebben we het nog niet over Vaals gehad.
Een van de twee absolute toppers die Limburg op regengebied in huis heeft. In Vaals valt maar liefst 903 millimeter regen per jaar. Daarmee staat de Heuvellandgemeente in de top-3 van natste plaatsen van heel Nederland. Alleen in Apeldoorn (906 millimeter) en Beekbergen (936 millimeter) worden de inwoners over een heel jaar gerekend natter.
Die regentoppositie heeft Vaals te danken aan haar hoge ligging op meer dan 300 meter. "Bij een zuidzuidwestelijke wind en die hebben we vaak stijgen de luchtlagen vanaf de Belgische Ardennen op", vertelt Thijs Zeelen, Limburgs bekendste meteoroloog. "Hoe hoger het landschap, hoe meer kans op regen. Die kans verschuift al bij elke tien meter hoogteverschil. Bij Beekbergen (100 meter boven NAP) doet zich iets soortgelijks voor vanwege de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug."
Er is nog een tweede Limburgse topper: Echt. Hetzelfde heuvellandschap dat er voor zorgt dat in Vaals zo veel regen valt, maakt Echt met slechts 695 millimeter regen, de droogste gemeente van Nederland. Want zodra de luchtlagen het Heuvelland gepasseerd zijn, wordt het landschap noordwaarts vlakker, kan de lucht weer dalen en lost de bewolking op.
Zeelen: "De regio Echt-Maasbracht ligt aan de lijzijde van het Heuvelland, het gebied dat het meest uit de wind ligt. Het is net zo'n punt waar de omstandigheden gunstig bij elkaar komen." Zeelen kan ook het fabeltje uit de wereld helpen dat regen en onweersbuien vaak aan één kant van de Maas blijven hangen omdat ze de rivier niet kunnen oversteken.
"Zo'n regen- en onweersbui is al snel twee, drie kilometer breed en reikt tot wel elf kilometer de lucht in. Vergeleken bij zo'n luchtkolom is de Maas maar een priegelig stroompje; daar laat het onweer zich echt niet door ophouden. Wel is het zo dat de Maas in zuidzuidwestelijke richting loopt, net als onze meest gebruikelijke windrichting. Dus wat links van de Maas aan onweer zit, blijft vaak ook links meedrijven."
Over onweren gesproken; die komen in Noord- en Zuid-Limburg gemiddeld even vaak voor: 23 dagen per jaar. Terwijl de strook van Roosendaal naar Utrecht wel 34 keer per jaar op dit soort ontladingen moet rekenen. In Limburg komen alleen de streek rond Maastricht en Valkenburg en het oostelijk deel van het Mergelland bij dat recordaantal in de buurt.
Het betreft meestal de 'uitlopers' van zware onweren vanuit de Ardennen. Ardennenonweren zijn volgens Thijs Zeelen nog mild vergeleken bij de onweren die bij zuidoostenwind vanaf de Duitse Niederrhein met z'n hoge temperaturen, naar Limburg trekken. Dit Ostgewitter buldert er altijd vreselijk op los.
In luttele minuten kletteren duizenden liters regenwater naar beneden. De beelden, foto's en reportages over de gevolgen van deze noodweren in met name Zuid-Limburg keren elk jaar terug in de krant. Met name de maanden december en juni zijn berucht. Dat de schade in Zuid-Limburg doorgaans een stuk groter is dan elders in de provincie komt niet alleen omdat er er méér regen valt, maar vooral doordat de afwatering in het heuvelachtige landschap een stuk moeilijker gaat.
Een bui, waarin het zo hard regent dat er in 5 minuten ruim 10 millimeter of meer valt, wordt door de waarnemers van het KNMI een wolkbreuk genoemd. In een uur kan er dan meer dan 25 millimeter regen vallen. Het zicht loopt tijdens een wolkbreuk terug tot minder dan 200 meter.
Een willekeurige plek in ons land krijgt gemiddeld eens in de tien jaar een wolkbreuk te verwerken. De kans in Zuid-Limburg is met eens in de zeven jaar aanzienlijk groter. Zie ook de regelmaat waarmee straten en kelders onderlopen. Datzelfde spookbeeld doet zich voor als buien lange tijd boven een bepaald gebied blijven hangen.
Er kan dan makkelijk 50 millimeter per etmaal vallen, of nog meer. Zo viel er op 24 juni 1975 in Gouda binnen 24 uur 146 millimeter regen. Op 9 augustus 1951 kreeg een weerstation in Amsterdam 148 millimeter en het eeuwrecord van de regen staat nog altijd genoteerd voor Voorthuizen, waar in 1948 op 3 augustus 208 millimeter is gevallen.
Een enorme plens, als we bedenken dat er in een jaar tijd meestal zo'n 800 millimeter regen valt. In 1998 hebben we een aantal opmerkelijke wolkbreuken gehad: op 6 juni kreeg Schinnen in Zuid-Limburg 50 millimeter binnen een uur, op 3 september kreeg Boskoop binnen twee uur tijd 92,2 millimeter en op 14 september viel in Dirksland op de Zuid-Hollandse eilanden 134 millimeter; op drie na de hoogste van de 20e eeuw.
©De Ondernemer
Met dank aan Alain D