Naast automobilisten op weg helpen, schepen en vliegtuigen navigeren en klokken op tijd laten lopen, blijkt het Global Positioning System (GPS) ook nuttig te zijn voor de weersverwachting. Vooral de GPS-vochtmetingen zijn interessant.
Onweersbui
Dit alles blijkt uit het proefschrift “Meteorological applications of a surface network of Global Positioning System receivers†van Siebren de Haan (Wageningen University). Hij concludeert dat de GPS-metingen nut hebben bij weersverwachtingen. In zijn proefschrift tonen twee uitgewerkte voorbeelden aan dat met de GPS-gegevens een stevige onweersbui een uur van tevoren zeer goed was te voorzien.
Atmosferische storingen
GPS ontvangt satellietsignalen niet in een rechte lijn omdat de atmosfeer voor verstoringen zorgt. Zo zorgen verschillen in vocht en luchtdruk voor een onnauwkeurigheid van enkele meters in de positiebepaling van eenvoudige navigatiesystemen. Een landelijk netwerk van 35 meer geavanceerde GPS-ontvangers corrigeren deze onnauwkeurigheid door elk kwartier atmosfeerstoringen te meten. De correcties bevatten informatie over de luchtdruk en de totale waterdamp boven de ontvanger.
Hoge waarneemfrequentie
Het KNMI meet in De Bilt al sinds 1947 een aantal keer per dag het vochtprofiel in de atmosfeer met het oplaten van een weerballon. Tegenwoordig gebeurt dat slechts twee keer per dag en op één plek in het land.
De GPS-metingen vormen met 35 meetplekken en hoge waarneemfrequentie van elk kwartier dus een nuttige informatiebron voor meteorologie. En relatief goedkoop want de metingen worden in ieder geval verricht voor de landmeetkunde en is eigenlijk afvalinformatie die gerecycled wordt.
Bron: KNMI