Het smeltseizoen van het zeeijs in het Noordpoolgebied is weer begonnen. Nu de zon er, we bevinden ons in het zomerhalfjaar, de hele dag boven de horizon staat, lopen de temperaturen weer op en dooit het ijs met name aan de randen van het noordpoolgebied al weg. De grote vraag is nu of het historische laagterecord aan ijsbedekking, dat vorig jaar in september en oktober werd aangetekend, dit jaar opnieuw scherper zal worden gesteld.
Op de Noordpool zijn sinds kort weer webcams geinstalleerd die elke dag foto's laten zien van weer, sneeuw en ijs in het gebied. Verder worden weerwaarnemingen gedaan.
Op deze foto van webcam 2 zijn de voetsporen nog te zien van de mensen die de camera's hebben geinstalleerd.
Na de dramatische afname van het zeeijs vorig jaar – op een bepaald moment in oktober bedroeg het tekort ten opzichte van de normale situatie een gebied met een oppervlakte van 3 miljoen vierkante kilometer – volgde later in de herfst en gedurende de afgelopen winter een snel herstel. Uiteindelijk groeide de totale oppervlakte van het zeeijs (voor de kenners: de Sea Ice Area) aan tot iets minder dan 14 miljoen vierkante kilometer. Daarmee bleef het ijs ongeveer 500.000 vierkante kilometer van de normaal verwijderd. Inmiddels toont de grafiek weer een sterke daling, ten teken dat het smeltseizoen is begonnen.
Het zeeijs (paars) in het Noordpoolgebied, gisteren. Bijna overal treden aan de randen kleine tekorten op, voor een totaal van ongeveer 500.000 vierkante kilometer.
De grafiek voor het Noordpoolgebied van het afgelopen jaar. Na de enorme tekorten van het afgelopen najaar, is de situatie een stuk normaler geworden. Toch zijn er nog steeds tekorten. De dikte van het ijs is waarschijnlijk gering, omdat het op veel plaatsen om eerstejaars ijs gaat.
Als ergens de gevolgen van een klimaatsverandering pijnlijk duidelijk zijn, dan is dat wel in het Noordpoolgebied. Was er hier al lange tijd sprake van het geleidelijk aan afsmelten van het zeeijs, de laatste jaren lijken we in een spiraal terechtgekomen te zijn die zichzelf versterkt. Zowel in de zomer als in de winter zien we de gevolgen van die spiraal. Zo is het tijdens de wintermaanden sinds enige jaren zo dat het zeeijs zich niet meer tot het niveau van voorheen herstelt. Ook dit jaar is dat, hoewel we er dichterbij zijn gekomen dan in voorgaande jaren, uiteindelijk bij lange na niet gelukt. Er hoeft in de zomers dan ook minder te smelten om tot het minimum van het jaar ervoor te komen. Daarbij lijkt het er op dat het ijs, dat in de wintermaanden nog wel ontstaat, veel dunner is dan voorheen.
Vorig jaar werd het ijs op de plaats van de webcams zo dun dat de camera's uiteindelijk door het ijs zakten. Alleen een schip in het ijs bleef waarnemingen doen. Daar is deze foto van uit de maand september. Te zien is dat het ijs op die plaats toen erg dun was en scheuren vertoonde.
Meerjarig ijs
Veel minder ijs dan vroeger overleeft zo de zomermaanden. Uit een onderzoek bleek onlangs nog dat op deze manier intussen bijna al het meerjarige ijs uit het poolgebied is verdwenen. Het heeft er hierbij alle schijn van dat het restje van het oude ijs, dat nog wel door de zomermaanden heen is gekomen, geen lang leven meer beschoren is.
Nu steeds grotere stukken zee gedurende de zomermaanden niet met ijs bedekt zijn, neemt het open water (water absorbeert 90 procent van de invallende zonnestraling, daar waar wit ijs juist 90 procent reflecteert) over steeds grotere oppervlakten en gedurende steeds langere perioden in het jaar warmte op. Warmte die er in de wintermaanden weer voor zorgt dat het langer duurt, voordat er weer ijs op het water komt. Vorig jaar haalde het oostelijke deel van de Siberische Zee op die manier een oktobermaand met temperaturen die gemiddeld regionaal 15 graden boven de voor die tijd geldende normaal bleven. En zo versterkt de spiraal zichzelf. En gaat het veel harder dan we in eerste instantie dachten.
Ook voor het Nederlandse klimaat heeft deze ontwikkeling gevolgen. Nu het in het noorden veel langer duurt voordat het in de wintermaanden afkoelt, komen onze noordelijke stromingen (als ze al eens optreden) over het algemeen ook uit een minder koud gebied dan voorheen. Dit zou, maar daar is verder onderzoek bij nodig, kunnen betekenen dat onze winters hoe dan ook later gaan beginnen. In 2005 en 2006 werden we pas laat in februari en vooral in maart overvallen door echt koude noordelijke stromingen. Dit jaar gebeurde het opnieuw in maart en deels ook in april. Veel minder vaak lijkt iets dergelijks in de maanden november en ook december te gebeuren.
Zuidpoolgebied
Iets anders, wat we ook al lange tijd zien, is dat de hoeveelheid zeeijs in het Zuidpoolgebied (veel) groter is dan normaal. Liep het overschot de afgelopen winter (in het Zuidpoolgebied de zomer) terug tot ongeveer 300.000 vierkante kilometer, nu is het alweer tot rond 1,5 miljoen vierkante kilometer opgelopen (Sea Ice Area). Hier gaat de curve steil omhoog, omdat in het Zuidpoolgebied het winterhalfjaar is begonnen. Behalve extra zeeijs, wordt op het continent Antarctica al langere tijd een heel geleidelijke daling van de temperatuur waargenomen. Het Antarctische schiereiland, dat veel verder naar het noorden uitsteekt, onttrekt zich aan deze trend. Hier is het de laatste jaren juist veel warmer dan normaal geweest. Berichten over afbrekende ijsplaten, de laatste jaren geregeld in het nieuws, komen meestentijds uit dit gebied. Op andere plaatsen is het wat dit betreft rustiger.
De situatie van gisteren in het gebied van de Zuidpool. Daar ligt er in vrijwel alle sectoren meer ijs dan normaal. Alleen bij het Antarctisch schiereiland ligt aan de westkant maar weinig zeeijs.
De grafiek van het zeeijs in het Zuidpoolgebied gaat steil omhoog. De overschotten ten opzichte van de normaal bedragen nu ongeveer 1,5 miljoen vierkante kilometer.
Discussie
Over de oorzaken is een flinke discussie ontbrand. In relatie tot de afkoeling van het continent wordt gewezen op de afkoeling van de stratosfeer boven de Zuidpool, die zich al enkele jaren aftekent. Een gevolg daarvan zou kunnen zijn dat de straalstroom, die het continent omgeeft, sterker is geworden. Warmere lucht van andere delen van de wereld zou hierdoor, nog minder dan voorheen al het geval was, de kans krijgen om de Zuidpool te bereiken. De warmte op en rond het schiereiland wordt toegeschreven aan een warme zeestroom in het gebied.
Een gevolg van het overschot aan zeeijs in het gebied van de Zuidpool is dat we wereldwijd op dit moment al enige tijd meer zeeijs dan normaal hebben. Na een lange periode met grote tekorten, is dat toch een bijzondere constatering. Tegelijkertijd moet wel worden gezegd dat dit niets zegt over de kwaliteit en de dikte van het ijs van dit moment. Interessant om te zien zal zijn hoe dit alles zich de komende maanden ontwikkelt. We blijven het volgen.
Bronnen: Universiteit van Illinois, diverse internetbronnen, NOAA webcams.
Het smelten van het ijs op de Noordpool gaat "veel sneller" dan voorzien en nadert het punt waarop een verbetering niet meer mogelijk is, zegt een studie die vandaag gepubliceerd werd door het Wereldnatuurfonds (WWF).
Het pakijs op Groenland, waarvan het totale volume momenteel geschat wordt op zo'n 2,9 miljoen kubieke meter, en het ijs van de Noordelijke IJszee, geschat op 4,4 miljoen kubieke meter in september 2007, bevinden zich volgens het WWF op het laagste niveau dat ooit werd waargenomen. Het gemiddelde volume ijs in de IJszee daalde in de periode 1979-2000 met 39%, aldus nog het rapport.
©Hln
| Gewijzigd: 13 februari 2017, 11:53 uur, door Joyce.s