In delen van de noordelijke helft van Italië en het zuidoosten van Frankrijk kwam het zondag tot hoge temperaturen voor begin maart. In het noordoosten van Italië werd het lokaal zelfs 28 graden. Forse windsnelheden op grote hoogte in combinatie met de aanwezigheid van bergketens lijken de hoofdrol te hebben gespeeld.
In delen van Noord- en Oost-Italië en het zuidoosten van Frankrijk was het zondagmiddag zeer warm. Niet alle in de tekst genoemde maximumtemperaturen staan overigens op de kaart.
In aanloop naar de zondag, denderde zaterdag een actief koufront met sneltreinvaart het Europese vasteland binnen, aangevuurd door de straalstroom die noordwest-zuidoost georiënteerd boven het continent lag. Het koufront trok via onder meer Nederland (in de nacht) en de Alpen (tegen het eind van de ochtend) tot over het zuidoostelijke deel van de Balkan (in de avond).
talië kreeg niet meer dan een schampertje van het front mee. En zondag trok vervolgens juist zeer zachte lucht vanuit het westen binnen, aangevoerd rond een hogedrukgebied boven Portugal en Spanje, vanaf boven relatief zuidelijke gelegen regionen van de oceaan.
De hoofdstroming rondom het Alpengebied was daarbij op zondag nog steeds noordwest. In het oosten van Zwitserland, maar vooral in Oostenrijk viel daarbij aan de noordkant van het massief aanvankelijk nog af en toe wat neerslag. De zuidzijde van de bergketen, met name in het noordoosten van Italië, kende hierdoor föhneffect met (ten opzichte van de noordzijde van het massief) hoge temperaturen.
Vooral de inmenging van hele warme lucht uit hogere lagen bij het passeren van bergruggen als gevolg van een stevige noordwestelijke stroming lijkt de oorzaak te zijn geweest. Dit is de (door het ECMWF-weermodel berekende) stroming op ongeveer 1500 meter hoogte voor het begin van zondagavond. De stroming begon toen al langzaam wat meer een westelijke in plaats van noordwestelijke richting te krijgen, maar het beeld is duidelijk. De bergen vormden - zoals vaak - obstakels voor de wind, of anders gezegd: de stromende lucht. De bergketens zorgen voor geforceerde turbulentie. Eventueel aanwezige warme lucht in de hogere luchtlagen (zoals zondag het geval was) kan vermengd worden met relatief koelere lucht in de lagen eronder.
Maar de écht hoge temperaturen waren toch meer naar het midden en westen van Noord-Italië te vinden, langs de oostkust van dat land en in het zuidoosten van Frankrijk. Hier werd warme lucht die hogerop in de atmosfeer aanwezig was, gemengd met de koelere luchtlagen onderin, door de forse wind ter hoogte van de westelijke gedeelten van de Alpen c.q. de Appennijen.
Vooral door deze mening van de warme lucht kon ook onderin de temperatuur aan het aardoppervlak – nog verder dan in de zachte lucht sowieso al het geval zou zijn geweest - flink extra oplopen. In Noord-Italië werd het in Verona 27,2 graden en bij Ferrara 27,6 en in Frankrijk noteerde men in Toulon 26,4 graden. Ook Pescara (‘halverwege’ Italië aan de oostkust) kwam met 26,9 graden hoog uit. Een stuk hoger dan de westkust, aan de westzijde van de bergketen de Apennijnen, waar natuurlijk ook het koele zeewater een dempende rol op de temperatuur speelde.
Overigens waren de verschillen ook tussen sommige direct aan elkaar grenzende regio’s zeer groot. Terwijl in Toulon de thermometer maar net onder een afgeronde 27 graden bleef steken, werd niet ver oostelijk daarvan in Nice 16 graden niet gehaald. Dit had alles te maken met het nu nog relatief koude zeewater. Bij Toulon was de aflandige wind stevig, terwijl Nice juist in deze stroming juist beschut lag. Door het ontbrekende van een stevige aflandige wind, kwam al vroeg op de dag zeewind tot stand.
Bron: Meteo Consult
In delen van de noordelijke helft van Italië en het zuidoosten van Frankrijk kwam het zondag tot hoge temperaturen voor begin maart. In het noordoosten van Italië werd het lokaal zelfs 28 graden. Forse windsnelheden op grote hoogte in combinatie met de aanwezigheid van bergketens lijken de hoofdrol te hebben gespeeld.
In delen van Noord- en Oost-Italië en het zuidoosten van Frankrijk was het zondagmiddag zeer warm. Niet alle in de tekst genoemde maximumtemperaturen staan overigens op de kaart.
In aanloop naar de zondag, denderde zaterdag een actief koufront met sneltreinvaart het Europese vasteland binnen, aangevuurd door de straalstroom die noordwest-zuidoost georiënteerd boven het continent lag. Het koufront trok via onder meer Nederland (in de nacht) en de Alpen (tegen het eind van de ochtend) tot over het zuidoostelijke deel van de Balkan (in de avond).
talië kreeg niet meer dan een schampertje van het front mee. En zondag trok vervolgens juist zeer zachte lucht vanuit het westen binnen, aangevoerd rond een hogedrukgebied boven Portugal en Spanje, vanaf boven relatief zuidelijke gelegen regionen van de oceaan.
De hoofdstroming rondom het Alpengebied was daarbij op zondag nog steeds noordwest. In het oosten van Zwitserland, maar vooral in Oostenrijk viel daarbij aan de noordkant van het massief aanvankelijk nog af en toe wat neerslag. De zuidzijde van de bergketen, met name in het noordoosten van Italië, kende hierdoor föhneffect met (ten opzichte van de noordzijde van het massief) hoge temperaturen.
Vooral de inmenging van hele warme lucht uit hogere lagen bij het passeren van bergruggen als gevolg van een stevige noordwestelijke stroming lijkt de oorzaak te zijn geweest. Dit is de (door het ECMWF-weermodel berekende) stroming op ongeveer 1500 meter hoogte voor het begin van zondagavond. De stroming begon toen al langzaam wat meer een westelijke in plaats van noordwestelijke richting te krijgen, maar het beeld is duidelijk. De bergen vormden - zoals vaak - obstakels voor de wind, of anders gezegd: de stromende lucht. De bergketens zorgen voor geforceerde turbulentie. Eventueel aanwezige warme lucht in de hogere luchtlagen (zoals zondag het geval was) kan vermengd worden met relatief koelere lucht in de lagen eronder.
Maar de écht hoge temperaturen waren toch meer naar het midden en westen van Noord-Italië te vinden, langs de oostkust van dat land en in het zuidoosten van Frankrijk. Hier werd warme lucht die hogerop in de atmosfeer aanwezig was, gemengd met de koelere luchtlagen onderin, door de forse wind ter hoogte van de westelijke gedeelten van de Alpen c.q. de Appennijen.
Vooral door deze mening van de warme lucht kon ook onderin de temperatuur aan het aardoppervlak – nog verder dan in de zachte lucht sowieso al het geval zou zijn geweest - flink extra oplopen. In Noord-Italië werd het in Verona 27,2 graden en bij Ferrara 27,6 en in Frankrijk noteerde men in Toulon 26,4 graden. Ook Pescara (‘halverwege’ Italië aan de oostkust) kwam met 26,9 graden hoog uit. Een stuk hoger dan de westkust, aan de westzijde van de bergketen de Apennijnen, waar natuurlijk ook het koele zeewater een dempende rol op de temperatuur speelde.
Overigens waren de verschillen ook tussen sommige direct aan elkaar grenzende regio’s zeer groot. Terwijl in Toulon de thermometer maar net onder een afgeronde 27 graden bleef steken, werd niet ver oostelijk daarvan in Nice 16 graden niet gehaald. Dit had alles te maken met het nu nog relatief koude zeewater. Bij Toulon was de aflandige wind stevig, terwijl Nice juist in deze stroming juist beschut lag. Door het ontbrekende van een stevige aflandige wind, kwam al vroeg op de dag zeewind tot stand.
Bron: Meteo Consult
wij hebben op 27 en 28 januari buiten op het terras gelunchd in Cannes (Croisette) en op bedje gelegen: 21 graden, heerlijk | Gewijzigd: 3 maart 2008, 21:40 uur, door gurtie