De grootschalige teloorgang van de jungle op het Indonesische eiland Sumatra is een regelrechte aanslag op het klimaat. De hoeveelheid CO2 die vrijkomt door de ontbossing in de provincie Riau, is groter dan de jaarlijkse CO2-uitstoot van ons land. Dat alles blijkt uit een woensdag verschenen studie van het Wereld Natuur Fonds (WNF).
Papier en palmolie
De ontbossing op Sumatra is het gevolg van de stijgende vraag naar (papier)pulp en palmolie, waarvoor plantages moeten worden ingericht. In het WNF-rapport is nu voor het eerst voor een bepaald gebied onderzocht hoeveel CO2 er nu eigenlijk vrijkomt door het bosverlies.
Uit het onderzoek blijkt dat de afgelopen 25 jaar in Riau (slechts één van 30 Indonesische provincies) in totaal 65 procent oftewel 4,2 miljoen hectare bos,-een gebied zo groot als Nederland- is verdwenen. Gemiddeld kwam hierbij jaarlijks 190 miljoen ton CO2 vrij. Dat is meer (122 procent) dan de hoeveelheid CO2 die Nederland jaarlijks uitstoot.
Tijgers en olifanten
Het WNF stelt op grond van de onderzoeksgegevens ook dat de ontbossing op het Indonesische eiland zo hard gaat dat de toch al zeer bedreigde Sumatraanse tijgers en olifanten binnen enkele jaren uitsterven als hun leefgebieden niet beter worden beschermd. Als de huidige tendens zich doorzet, dan is er in 2015 nog maar 6 procent van het oerwoud over.
Het aantal Sumatraanse tijgers is de afgelopen 25 jaar al met 70 procent geslonken tot 192 exemplaren. Het aantal Sumatraanse olifanten daalde met 84 procent tot 210 stuks. Biologen waarschuwen dat de populaties binnenkort zo klein zijn dat ze echt niet meer levensvatbaar zijn.
©Weeronline