Viel het in Nederland gisteren, doordat de opklaringen zo lang uitbleven, een beetje tegen met de verwachte hoge temperaturen, wat verder naar het zuiden toe haalde de lente volop uit. In grote delen van Frankrijk, het zuiden van Duitsland en in de Alpenlanden stegen de temperaturen op verscheidene plaatsen tot in de buurt van en soms zelfs boven 20 graden. Koploper was het Zwitserse Chur, waar het kwik tot 22,8 graden steeg.
De maximumtemperaturen van gisteren in het centrale deel van de Alpen. Jungfraujoch op ruim 3500 meter was met 0.5 graden de laagste, Chur met 22.8 graden de hoogste. Er staan veel meer 20-tigers op de kaart, bijna allemaal aan de noordzijde van de hoogste bergen.
Omdat het voorjaarsvakantie is, zijn veel Nederlanders het afgelopen weekeinde naar de Alpen vertrokken voor hun wintersportvakantie. Dat het druk was, mocht blijken uit de lange files die er afgelopen zaterdag op de snelwegen naar de Alpen stonden. In Frankrijk bedroeg de lengte van de langste file op het hoogtepunt 60 kilometer, in het zuiden van Duitsland rond 40 kilometer. Bij aankomst in de Alpen troffen ze wat het weer betreft en onwinterse situatie aan. Sneeuw was er vooral aan de noordkant van de Alpen nog wel genoeg, maar de kwaliteit ervan heeft wel steeds meer onder hoge temperaturen van dit moment te lijden.
De Alpen in de zon, ook vandaag... Foto: Modis.
Hoe warm het gisteren was, mag blijken uit de maximumtemperatuur van het op 3567 meter in Zwitserland gelegen Jungfraujoch, waar het kwik tot +0.5 graden steeg. Op het kaartje met de maximumtemperaturen van gisteren, naast dit verhaal, is ook geen enkele negatieve waarde terug te vinden; een unicum, in dit stadium van de winter. In de dalen was het natuurlijk veel warmer: vooral in het centrale deel van de Alpen en in het zuiden van Duitsland werd het op een aantal plaatsen 20 graden of warmer. De hoge temperaturen daar hadden te maken met de zuidwestelijke wind die in het Alpengebied waaide.
Het resultaat van een sondeoplating, gistermiddag om 13 uur in het Zwitserse Payerne. Volg de rechter van de twee lijnen omhoog. Tot ongeveer 1700 meter schampt hij de isotherm van 10 graden, daarna wordt het langzaam kouder. Pas op 3.000 meter hoogte wordt de lijn van 0 graden gesneden.
Hogedrukgebied
Het weer in de Alpen werd beheerst door een hogedrukgebied, waarvan het centrum boven de Adriatische Zee lag. Aan de west- en noordflank van dit systeem waaiden zuidelijke en zuidwestelijke winden die warme lucht, helemaal afkomstig uit het noorden van Afrika, in een grote boog naar het Alpengebied voerden. Niet alleen aan het aardoppervlak was die lucht zacht, maar vooral ook op grotere hoogte. In de sondeoplading van gistermiddag 1 uur in het Zwitserse Payerne (onder dit verhaal) is te zien dat de temperaturen daar op een hoogte van tussen 1100 en 1700 meter tussen 10 en 12 graden schommelden. Voor een temperatuur van rond het vriespunt moesten we er helemaal omhoog naar rond 3.000 meter.
De luchtdrukverdeling van gisteren. Hogedrukgebieden lagen ten zuiden van de Alpen, de wind was er zuidwest. Warme lucht vanuit Afrika werd met een grote boog via het westelijke deel van het Middellandse Zeegebied aangevoerd.
Dat het vooral aan de noordkant van de belangrijkste bergketens het warmste werd, had met de zuidwestelijke wind van gisteren te maken. Vooral plaatsen op een hoogte van tussen 500 en 700 meter bereikten daar temperaturen van rond 20 graden of zelfs iets hoger. De plaats Chur, waar het met 22.8 graden het warmste werd, ligt op een hoogte van ongeveer 550 meter. Niet alleen de zon, die volop scheen, hielp er om het zo warm te maken, maar ook het feit dat een voldoende sterke zuidelijke of zuidwestelijke wind aan de noordkant van een bergketen in een daalbeweging wordt gebracht.
Kwestie van wachten
Dalende lucht warmt op, in een situatie als die van gisteren met ongeveer 1 graad voor iedere honderd meter daling. Lucht, die op een hoogte van 1500 meter met een temperatuur van 10 tot 12 graden begint, zal zo - bijna autonoom - op de bodem van het dal (als die bodem overdag bereikt kan worden) tot rond 20 graden zijn opgewarmd. In de nachten lukt dat moeilijk. De dalbodem koelt dan door uitstraling sterk af. Aan de grond vormt zich op die manier een dunne, koude laag die de warmte van boven tegenhoudt. Overdag is er echter de zon die zo’n koude laag opruimt. Dan is het een kwestie van wachten.
De voor gisteren door het ECMWF-model op een hoogte van om en nabij 1500 meter hoogte verwachte temperaturen kwamen goed overeen met de in werkelijkheid opgetreden waarden.
Ook vandaag en morgen overheerst nog een zonnig en zacht weertype in de Alpen, al drijft er wel aanmerkelijk meer sluierbewolking over dan tijdens het afgelopen weekeinde. Vanaf woensdag wordt het met name aan de noordkant wisselvalliger met dan eindelijk weer eens kansen op sneeuw. Verder gaan de temperaturen, in het hele Alpengebied, flink omlaag, vooral op de hogere pistes. Daar keert de vorst terug. En als er dan wat sneeuw bijkomt, zal de situatie er ook wel weer geleidelijk gaan verbeteren voor de late skiërs.
De webcam van het op ongeveer 1559 meter hoogte gelegen plaatsje Saasgrund in Zwitserland. Er ligt nauwelijks sneeuw.
In Sankt Johann in Oostenrijk ligt nog wel sneeuw. Hier worden de zuidhellingen van de bergen echter ook allengs kaler.
Nederland
In Nederland is van winterweer de komende dagen natuurlijk geen sprake. We hebben deze week een licht wisselvallig weerbeeld met vooral morgen nu en dan regen. Woensdag en donderdag is het vrijwel droog weer met af en toe zonneschijn. Overdag wordt het 10 tot 11 graden, in de nachten komt het kwik alleen in de buurt van het vriespunt uit als het een keer breeduit opklaart en de wind een tijdje wegvalt. Vorst wordt niet verwacht.
In Nederland scheen vandaag de zon. Door het zachte weer van de laatste tijd is de natuur werkelijk aan het exploderen. Foto: Willy Bonnink-Naves.
Vanaf het weekeinde lijkt de atmosfeer een extra tandje bij te schakelen. Er komt dan duidelijk meer wind en de wisselvalligheid neemt verder toe. Mogelijk dat een bui in een later stadium dan ook wat hagel meebrengt. De temperaturen gaan iets omlaag.
Bron: Meteo Consult, Wetterklima.de.