Wie vol verwondering door zijn tuin loopt en denkt dat het wel lente lijkt, heeft in natuurtechnisch opzicht gelijk. ,,De lente valt echt vroeger dit jaar'', zegt onderzoeker en bioloog Arnold van Vliet van de Natuurkalender.
De Natuurkalender houdt bij welke bomen en planten wanneer in bloei staan, of welke beestjes zich laten zien. Uit die gegevens blijkt dat de seinen nu op groen staan wat de lente betreft. De onderzoeker werkt met gegevens over meerdere jaren. Zo weet Van Vliet dat bijvoorbeeld speenkruid gemiddeld op 30 maart bloeit. ,,Dit jaar komt het waarschijnlijk uit op 24 februari, ruim een maand eerder.''
Dit opmerkelijke fenomeen is te danken aan een combinatie van de warme dagen in februari en de juist koude dagen in december. De decemberkou heeft de groei een impuls gegeven. ,,Door die combinatie zien we nu soorten in bloei staan die niet eerder zo vroeg in bloei hebben gestaan, zoals de gele kornoelje.''
Dat is een plantensoort die niet iedereen wat zal zeggen. De narcis daarentegen is een stuk bekender. ,,Het valt veel mensen op dat die opmerkelijk vroeg in bloei staan.'' De Natuurkalender heeft daar zelf geen gegevens over bijgehouden, maar heeft die gekregen van een man die dat bijna 40 jaar wel deed. Daaruit valt op te maken dat de narcis, ongeacht de soort, gemiddeld op 11 maart bloeit. ,,We hebben nu al velden vol en dat al weken.''
Voor mensen die een vorm van hooikoorts hebben, betekent de vroegtijdige groei en bloei dat zij ook eerder last kunnen krijgen van hun klachten. ,,Het is dit jaar behoorlijk vroeg, maar dat is niet uitzonderlijk'', zegt pollenexpert Letty de Weger van het LUMC. ,,In januari zien we elk jaar een klein piekje in de elzenpollen en in februari de grote piek.'' Maar het voert te ver om te stellen dat het hooikoortsseizoen er uitzonderlijk vroeg bij is dit jaar. Daarvoor zouden de berken- en graspollen ook eerder moeten gaan ronddwarrelen.
©Weeronline
In het binnenland ontstonden woensdag op uitgebreide schaal stapelwolken, terwijl het in de westelijke georiënteerde kustregio’s (vrij) zonnig bleef. Een typische situatie zoals die zich in het voorjaar en tevens in de zomer vaak voordoet. Waren de temperaturen de afgelopen tijd soms al voorjaarsachtig, nu toonden dus ook de luchtlagen boven ons duidelijk zichtbare ontwikkelingen die op de naderende lente aankondigen.
Woensdagochtend onstonden boven de oostelijke helft van het land wolkjes.
In de middag breidde het gebied met wolken (en tussendoor zon) zich nog wat verder uit.
De afgelopen weken waren dergelijke signalen er nog nauwelijks. Blauwe luchten in de morgen betekenden (afgezien van het binnenschuiven van bewolking behorende bij storingen) ook volop zon in de middag. De zon komt echter alweer steeds hoger aan de hemel te staan en daarmee neemt de opwarming van het aardoppervlak overdag toe.
Tussendoor was er geregeld ruimte voor zon. Foto: Elly Peters. Het beeld van woensdag met stapelwolken in het binnenland en geheel zonnige omstandigheden in de kustregio's komt in de (naderende) lente en in de zomer veel vaker voor.
Dat heeft consequenties voor de ontwikkeling van bewolking. Blauwe luchten in de ochtend zijn geen ‘garantie’ meer voor een geheel zonnig weerbeeld in de middag. Dat was woensdag goed te merken in het binnenland. Aanvankelijk was het bijna overal geheel helder. Maar als gevolg van de relatief sterke opwarming van het aardoppervlak door de zon ontstonden de zo kenmerkende stapelwolken.
De ontwikkeling door de dag heen. Willy Steenkamp start de dag met een zonnige foto, al zien we als we goed kijken al een grijs flardje bewolking.
Vanochtend was het op veel plaatsen eerst geheel helder, maar al vrij snel in de ochtend ontstonden landinwaarts wolkjes. Vooral in het noordoosten van het land vormden de toen nog flardachtige ‘watten’ een vrijwel aaneengesloten dek.
Elders in de oostelijke helft van het land werden deze flardachtige stapelwolken geregeld afgewisseld met zon. In de westelijke helft waren deze ‘cumulus fractus’ op één hand te tellen. De invloed van het relatief koude zeewater, maar ook het IJsselmeerwater, was daar goed te merken.
Vervolgens ontstaan in het binnenland stapelwolken. Eerst waren dit (veel) flardachtige kleine wolkjes. Wil Lamers zag deze zogenaamde 'cumulus fractus' rond het tijdstip van het maken van deze foto langzaam overgaan in de bekendere vriendelijk opbollende stapelwolken: cumulus mediocris.
Bij een aflandige wind (vanaf de relatief koude zee) is de opwarming van de lucht in de kustgebieden minder groot. Daardoor stijgen warme luchtbellen vanaf het aardoppervlak minder ver op dan in het binnenland en vormen zich bij zee geen of minder stapelwolken.
In de avond zakken de stapelwolken landinwaarts dan weer in en wordt het helder. Dat is ook wat woensdagavond gebeurt. Het verschil in bewolking tussen kustgebieden en land verdwijnt: het wordt overal helder.
Bron: Meteo Consult