In de Oostenrijkse Alpen zijn gisterenavond twee Duitsers en een jonge Oostenrijkse omgekomen bij lawines.De Oostenrijkse vrouw werd meegesleurd door een sneeuwlawine toen ze na het vallen van de nacht aan het skiën was in Krippenstein, in het centrum van het land. Ze stierf ter plaatse.
Een tweede lawine kostte het leven aan een aan een vijftigjarige Duitser. De sneeuw nam hem mee toen hij zich op 150 meter hoogte bevond in Gargellen, in de westelijke provincie Vorarlberg. Een andere Duitser, van 53, werd levenloos aangetroffen na een lawine in Gennerhorn, vlakbij Salzburg. Het risico op lawines in het centrum en westen van Oostenrijk haalde gisteren niveau 3 op een schaal van 5, wat vrij ernstig is.
[img]http://www.news.at/articles/0749/img/191530_i.jpg?1197049650[/img]
©HLN
Foto ©News.at
Sterke wind en sneeuwval hebben in Oostenrijk geleid tot talrijke lawines. Hierdoor zijn zaterdag twee doden gevallen, berichtte het Oostenrijkse persbureau APA. ‘s Ochtends vonden reddingswerkers na lang zoeken een 51-jarige man in de sneeuwmassa. 's Middags stierf een snowboarder in een zelfveroorzaakte lawine. Vrijdag kwam ook al een Oostenrijker om in de sneeuw. Eerder deze week werden al twee Oostenrijkers en twee Duitsers bedolven door lawines. In totaal zijn deze week in Oostenrijk zes mensen door sneeuwlawines omgekomen.
Een lawine is, doorgaans, een grote sneeuwmassa die van een helling omlaag komt. Het begrip "lawine" wordt ook gebruikt in verband met andere materialen die massaal naar beneden komen, bijvoorbeeld "modderlawine" of "steenlawine". Een sneeuwlawine kan zo groot zijn dat hele dorpen door de sneeuw begraven worden, maar ook een kleine lawine kan dodelijk zijn als men eronder geraakt.
Sterke wind en sneeuwval hebben in Oostenrijk geleid tot talrijke lawines
In de Alpen verongelukken per jaar ongeveer honderd mensen door lawines. Negentig procent van de slachtoffers heeft de lawine waardoor hij werd gegrepen zelf veroorzaakt! De meeste lawineslachtoffers sterven niet aan hun verwondingen of aan onderkoeling maar door verstikking. Een op de twintig lawineslachtoffers is al dood voordat de lawine tot stilstand komt.
In de Alpen verongelukken per jaar ongeveer honderd mensen door lawines.
In februari 1999 lag er in het Alpengebied veel sneeuw en was het lawinegevaar extreem groot. Zeker zestig mensen kwamen om het leven. Dagen achtereen lag het gebied in een noordwestelijke stroming met sneeuwbuien. Tussen de buien draaide de wind naar zuidwest, waardoor het in de onderste 1000 tot 1500 meter tijdelijk dooide, waarna vanuit het noorden nieuwe buien volgden. De enorme hoeveelheden sneeuw kregen nauwelijks tijd om te hechten. Die negen dagen durende periode leverde aan de noordelijke hellingen een tot drie meter sneeuw op. Verschillende plaatsen hadden in zeker vijftig jaar niet zoveel gehad, sommige onderzoekers spreken van de zwaarste sneeuw in eeuwen.
Bij het ontstaan van sneeuwlawines, spelen verschillende factoren een rol. Het samenspel van factoren is zo complex, dat het voorspellen van lawines alleen beperkt mogelijk is. Zelfs ervaren berggidsen kunnen door lawines verrast worden.
De sneeuwlaag in de bergen is zelden homogeen. De opbouw wordt beïnvloed door de hoeveelheden gevallen sneeuw en de kristalstructuur, die op zijn beurt voortdurend beïnvloedt wordt door temperatuur, zon en wind.
Wanneer een nieuwe laag sneeuw op een zwakke ondergrond valt, zullen de vlokken zich na een tijdje aan elkaar gaan hechten in plaats van aan de ondergrond. Het gevolg is dat een groot pak sneeuw zijn eigen gewicht moet dragen. Als de druk te groot wordt, schuift het hele pak naar beneden en krijg je een lawine. In het algemeen is het lawinegevaar tijdens en kort na grote hoeveelheden verse sneeuwval, zowel bij dooi als vorst, het grootst, maar ook verstuivingen kunnen plaatselijk het lawinegevaar sterk verhogen. Uiteraard is de steilheid van de helling van invloed, maar ook bij een hellingsgraad van 25 graden kan een lawine ontstaan.
Gemiddeld gesproken gelden op een helling de volgende regels, m.b.t. de hellingshoek:
20 graden: helling is te vlak: meestal geen lawines
20-60 graden: kritisch hellingsniveau: kans op lawines
60 graden: helling is te steil: kleine kans op lawines
Met name dus de hellingshoeken tussen 20 en 60 graden zijn kritisch. Afhankelijk van het soort sneeuw neemt de kans op een lawine toe of af.
De direkte oorzaak voor een lawine is het toenemen van de belasting op de sneeuwlaag, bijvoorbeeld door een skiër, of afname van de sneeuwvastigheid, door regen of temperatuurverhoging. De eerste mooie dag na sneeuwval is doorgaans bijzonder risicovol.
Er zijn verschillende soorten lawines. Bijvoorbeeld de losse sneeuwlawines. Sneeuw, vallend bij temperaturen ruim onder het vriespunt bestaat uit korrelige sneeuwkristallen die erg los zitten en in eerste instantie nauwelijks hechten. Als de sneeuwval-intensiteit groot is kan de losse laag sneeuw op een hellend vlak van 20 tot 40 graden al gaan schuiven. Het begint klein, maar neemt neemt op zijn pad steeds meer sneeuw mee. Veel sneeuwlawines doen zich voor bij vorst en harde wind.
De zogenaamde stoflawines zijn veel gevaarlijker en hebben soms een verwoestende werking. Hevige sneeuwval kan bij lage temperaturen aanleiding geven tot lawines van poedersneeuw, waarbij een dichte wolk van sneeuw met zeer grote snelheden van soms 200 tot 300 kilometer per uur omlaag komt. Skiërs kunnen dergelijke lawines zelf op gang brengen door het veroorzaken van lichte trillingen. De vernietigende kracht van zo'n dichte sneeuwwolk is enorm vooral door de drukgolf die eraan voorafgaat en de wind die ermee gepaard gaat.
Stoflawines hebben een verwoestende werking. De vernietigende kracht van een dichte sneeuwwolk is enorm vooral door de drukgolf die eraan voorafgaat.
Dan heb je nog natte sneeuwlawines, voorkomend vooral tijdens krachtige dooi in het voorjaar. Wanneer de temperatuur van de sneeuwlaag 0 graden is, kan dooi de hele laag vullen met vocht. De zware, natte sneeuwmassa op een ijzige ondergrond kan op een hellend valk gaan schuiven en in zijn geheel naar beneden komen. Deze lawines bewegen langzamer dan stofsneeuwlawines, maar de verplaatste massa en de aangerichte verwoestingen zijn vaak zeer groot.
Minder bekend maar wel gevaarlijk zijn de "schuiflawines". Tijdens het skiëen kunnen er plotseling hele plakken met sneeuw gaan schuiven. Maar ook zonder de aanwezigheid van de mens kan er een groot oppervlak losscheuren en gaan bewegen. Dit wordt veroorzaakt door een zwakke tussen- of onderlaag in het sneeuwdek. Bijvoorbeeld een ijzige laag waarop de bovenliggende sneeuwlaag zich niet goed hecht of een wat zwakkere tussenlaag. Ook bij lage temperaturen (beneden de -10 graden) en weinig wind kunnen er breuklawines ontstaan. De toplaag van de sneeuw koelt dan sneller af dan de lagen eronder waardoor de toplaag stevig wordt en de onderliggende lagen zwak blijven.
Door een toenemend aantal wintersporters, neemt, ondanks veiligheidsmaatregelen, het aantal lawineslachtoffers in de Alpen toe. Velen van hen vallen buiten de gemarkeerde pistes. Een sterke bodembedekking, zoals een gezond bos of speciale hekwerken, kunnen de kans op een lawine verkleinen doordat ze de sneeuw vasthouden of afremmen.
[img width=454 height=320]http://www.weer.nl/typo3temp/pics/e16229c970.jpg[/img]
Door een toenemend aantal wintersporters neemt ondanks veiligheidsmaatregelen het aantal lawineslachtoffers in de Alpen toe.
Het lawinegevaar wordt in Europa aangegeven op een schaal van 1 tot 5. Bij waarschuwingsfase 1 op de gevarenschaal is de kans op lawines gering en het sneeuwdek stabiel en vast. Bij fase 2 is sprake van matig lawinegevaar, fase 3 betekent aanzienlijk gevaar, fase 4 staat voor groot lawinegevaar en bij fase 5 is het gevaar zeer groot. Bij die waarschuwingsfase is het sneeuwdek zeer instabiel en ontstaan spontaan talrijke grote lawines.
Het lawinegevaar wordt in Europa aangegeven op een schaal van 1 tot 5.
Ski's of snowboards kunnen tijdens een lawine je redding of je dood betekenen. Een goede skiër of boarder kan soms nog vluchten voor een lawine die op gang komt. Eenmaal gegrepen door de lawine, is ieder uitstekend object levensgevaarlijk. De kracht op uitsteeksels is zo groot dat de ledematen van het slachtoffer uit elkaar worden getrokken. Lawinediensten adviseren om tegen de lawine te vechten; zwembewegingen zouden helpen om boven te blijven. Sommige lawinedeskundigen adviseren daarom juist om je klein te maken en je armen voor je hoofd te houden om ruimte voor je mond vrij te houden. Verstikking is de belangrijkste doodsoorzaak bij lawineslachtoffers. Houd dus in ieder geval je adem in en je handen voor je mond, zodra je de snelheid van de lawine af voelt nemen. Eenmaal tot stilstand gekomen zit je letterlijk ingemetseld. De helft van de lawineslachtoffers raakt volledig door de sneeuw bedolven. Vijfennegentig procent hiervan sterft. De helft die niet of gedeeltelijk begraven is, overleeft met vijfennegentig procent zekerheid. Zij bevrijden zichzelf of worden snel gevonden. De nieuwste technieken op lawinegebied zijn daarom vooral gericht op bovenblijven in de lawine, en minder op het snel vinden van een slachtoffer. Een goed uitrusting kan het verschil tussen leven en dood betekenen. Mensen die door lawinegevaarlijk gebied trekken, moeten in ieder geval een schep en sondestangen meenemen. Met de vijf meter lange stangen kun je een slachtoffer vinden dat helemaal onder de sneeuw is bedolven. Verder moet ieder lid zendapparatuur hebben, waarmee zowel uitgezonden als ontvangen kan worden. Getrainde mensen kunnen binnen vijf minuten de zender opzoeken; zonder training kost het een kwartier tot een half uur. In wintersportkleding zit vaak een Recco-reflector ingebouwd. Het betreft een stukje metaal dat een opgevangen signaal reflecteert en de frequentie ervan verdubbelt. Professionele reddingsploegen hebben de bijbehorende zendapparatuur. Helaas komen deze ploegen meestal te laat; alleen het uitgraven van iemand op anderhalve meter kost al een kwartier.
©Meteo Consult, Rob Groenland, Wikepedia, Natuur&Techniek
WENEN - Een Italiaanse skiër is zondag in de Oostenrijkse Alpen om het leven gekomen als gevolg van een lawine. Daarmee zijn in een week tijd negen mensen in de Oostenrijkse Alpen omgekomen door de lawines.
Eerder op zondag werd bekengemaakt dat in de deelstaat Salzburg en in de deelstaat Tirol de lichamen zijn geborgen van twee andere slachtoffers van lawines, een Oostenrijker en een Duitser.
[img]http://www.nu.nl/img.db/933054+s(120!x120!)[/img]
Bedolven
Zaterdag werden in het westen van het land, in Vorarlberg, twee bedolven Oostenrijkers gevonden. Beiden hadden de lawine niet overleefd. Afgelopen week verloren in het land al vier skiërs op dezelfde wijze het leven.
De vele lawines ontstaan door hogere temperaturen en harde warme wind (Föhn). De kans op sneeuwlawines blijft voorlopig groot.
©Nu.nl