[img width=426 height=320]http://www.weer.nl/typo3temp/pics/df96e15ecf.jpg[/img]
De schaatsbaan in Deventer is sinds kort weer open. Terwijl sommige nog op het terras aan het genieten zijn van prachtig herfstweer, zijn de echte schaatsfanaten al aan het trainen. (foto: Mark Wolvenne).
De seizoensverwachtingen zijn tegenwoordig een stuk wetenschappelijker. Vroeger telde men de beukennootjes, waren er veel te vinden in de bossen, dan zou het wel een strenge winter worden. Het bleek echter dat het aantal beukennootjes meer verteld over de afgelopen zomer, dan over het komende winterseizoen. Tegenwoordig zijn er diverse instituten die zich bezig houden met de verwachting voor enkele maanden vooruit. Het Europees centrum voor middelbare termijnverwachting (het ECMWF te Reading) stelt inmiddels verwachtingen op voor enkele maanden vooruit. Deze verwachtingen hebben vooral betrekking op de tropische regio’s in de wereld. Omdat het weer in de gematigde zone erg wisselvallig is, maakt het centrum hier nog nauwelijks verwachtingen voor.Bij de vrije universiteit van Berlijn werkt de meteoroloog Röder al jaren aan zijn lange termijnverwachtingen. Sommige hechten waarden aan zijn verwachtingen, andere juist niet. De afgelopen jaren kwamen zijn verwachtingen regelmatig uit, vooral als hij een zachte winter in het vooruitzicht stelde. Strenge winters kondigde hij ook regelmatig aan, die kwamen wat minder vaak uit. Röder gaat niet over één nacht ijs. Voor zijn lange termijn verwachting bekijkt hij het huidige stromingspatroon en gaat hij terug in de geschiedenis. Soortgelijke patronen worden vergeleken en als blijkt dat een zuidelijke luchtcirculatie in de herfst vaak een voorteken is van een koude winter, dan zal hij voor die optie kiezen.
Het werken met stromingspatronen heeft nadelen. Een bepaalde stroming kan plotseling omslaan. Een mooi voorbeeld wat dat betreft is de novembermaand van 2005. Na een warme september en oktobermaand, was het begin november nog altijd behoorlijk zacht. De wind kwam constant uit een zuidelijke richting en zorgde voor hoge temperaturen. Op het eind van de maand sloeg echter de winter toe met op 25 november verkeerschaos op de Veluwe door enorme sneeuwval. De maanden daarop bleef zacht weer uit en kwam het zo nu en dan tot sneeuw en een weekje winterkou. De gehele winter kwam hierdoor net iets onder de norm uit, we beleefde na een zeer zachte herfst dus een (iets) te koude winter. Waarom het stromingspatroon eind november omsloeg blijft een lastig gegeven. Als de wetenschappers meer grip krijgen op het mechanisme achter het plotseling omslaan van het stromingspatroon, dan zullen we waarschijnlijk een flinke stap vooruit maken in de seizoensverwachtingen.
Kunnen we de huidige seizoensverwachtingen dan direct naar de prullenbak verwijzen? Het antwoord daarop is toch echt nee. De belangrijkste input bij een seizoensverwachting is de zeewatertemperatuur, sneeuwbedekking, vocht in de bodem en het verschijnsel El Nino/ La Nina.
Vorig jaar was het water van de Noordzee rond deze tijd veel warmer dan normaal. Een warmere winter kreeg dan ook de voorkeur. Inmiddels weten we dat de winter van 2006-2007 de warmste winter sinds het begin van de weerkundige waarnemingen is geworden. Het water van de Noordzee heeft nu een vrijwel normale temperatuur, maar rond de poolstreken vinden we veel minder ijs dan normaal. De afwijking van de zeewatertemperatuur is hier behoorlijk groot. De vraag is of dit invloed heeft op het weer in ons land. Ook is er op dit moment sprake van een La Nina ( kouder water voor de kust van Peru en Ecuador). La Nina zorgt de komende maanden voor meer regen in ondermeer Indonesië en het oosten van Afrika. Verder blijven de temperaturen in het westen van Canada en langs de westkust van Latijns Amerika achter ten opzichte van de norm. De invloed van La Nina is in onze omgeving verwaarloosbaar.
Voor wat het winterweer in Nederland betreft, weten we dat de temperatuur in onze winters sterk samenhangt met de windrichting. Met een zuidwestelijke wind is het zacht, met een noordoostenwind juist koud. In dit verband wordt vaak geprobeerd de kracht van de winterse westcirculatie te verwachten, op basis van het luchtdrukverschil tussen het zeegebied bij IJsland en de Azoren (dit heet de NAO, de Noord Atlantische Oscillatie). Heeft die een sterk positieve waarde dan zijn lagedrukgebieden sterk, krijgen we een westcirculatie en is de kans op een zachte winter in Nederland groot. Is de NAO zwak of negatief dat is de kans op een koude winter groter dan normaal. Maar dan nog is de kans op een zachte winter bij ons groter dan die op een koude. Nederland ligt nu eenmaal op een zachte plek.
Onderzoekers van het KNMI denken ook een verband te hebben gevonden tussen de temperatuur op 16-20 kilometer hoogte boven het noordpoolgebied en de sterkte van de westenwind in de lagere atmosfeer in de periode, 1 tot 2 maanden daarna. Als de temperatuur op 16-20 kilometer boven het noordpoolgebied lager is dan normaal, dan is de westenwind in de lagere atmosfeer sterker dan gemiddeld. Met name in Noord-Europa is het dan relatief zacht. Is het op grote hoogte boven de Noordpool warmer dan normaal, dan maakt Noord-Europa in de periode daarna juist kans op kouder weer dan normaal. Op dit moment is het eigenlijk nog te vroeg om met behulp van deze methode een uitspraak te doen over het weer in de komende winter.
Maar wat voor winter krijgen we dan? Als we ons even richten op de verwachting van Röder, dan lijkt het erop dat we een te koude winter krijgen. Rechts van dit verhaal zijn enkele kaarten te vinden met de afwijking van het luchtdrukpatroon voor oktober, november en december. Uiteindelijk weten we in maart of hij dit keer (wel) gelijk heeft gekregen.
[hr]
Figuur 1:
De verwachting voor oktober volgens Röder. Hogedruk boven Centraal-Europa en lagedruk vooral op de oceaan. De weerkaart van vandaag lijkt hier in ieder geval sterk op.
Figuur 2:
In november verwacht Röder vooral een negatieve afwijking in onze omgeving. Nabij IJsland is de luchtdruk al hoog.
Figuur 3:
In december verwacht Röder dat het IJslandse hoog (met een afwijking van 10 hPa!) richting de noordelijke Noordzee trekt en bij ons voor een koude oostelijke stroming gaat zorgen.
©meteoconsult