The word 'monsoon' appears to have originated from the Arabic word 'mausim', which means season. Monsoon is used to describe seasonal reversals of wind direction, caused by temperature differences between the land and sea. They occur in a number of countries around the world. However, the most well-known of these where the term is most often applied, is the Asian Monsoon.
The cause
In some respects it is a large version of the 'land-sea breeze', where on a sunny day at the beach, the land warms more quickly than the ocean. As the hot air rises over the land, it is replaced by the cooler air over the water.At night, however, the land cools at a quicker rate than the water, so the wind shifts, blowing from the land to the warmer water. So our two key ingredients for the Asian Monsoon are a large land mass and a large ocean - namely southern Asia (Bangladesh, India, Nepal, Pakistan and Sri Lanka) and the surrounding Arabian Sea and the Indian Ocean.
When does it start?
From April, the pre-monsoon heat builds over the land and with time will result in continuous rising of less dense air (as the land warms faster) and form areas of low pressure, most commonly over North India and the Himalayas. Meanwhile, over the oceans the air is cooler and denser so it is linked to areas of high pressure. The temperature difference between the land and sea can be as much as 20°C - land temperatures in India can even exceed 45°C, while the surrounding water in the Bay of Bengal and the Arabian Sea remains in the low 20s. To maintain the energy balance the air starts flowing from the oceans (high pressure) to the land (low pressure) bringing in the moisture rich southwest winds across southern Asia - the 'wet' phase. When the 'wet' phase starts, around 25 May, it has two arms. One coming into Sri Lanka and the other one moving up from the Bay of Bengal into parts of NE India and Bangladesh.
The retreat
As the land and ocean begin to cool in late summer and into autumn, the land loses heat quicker than the ocean. The wind reverses during this 'dry' phase, becoming a north-easterly.
Forecasting the arrival of the monsoon
Every year the distribution and the pattern of precipitation in this monsoon is different. The monsoon is very important to southern Asia, as it's economy is based on agriculture. Accurate forecasting of the timing of the onset is therefore very important, as it then allows farmers to pick the best time to plant crops in order to take advantage of the rains. Too much or too little rain can have disastrous effects on the people and the economy. BBC Broadcast Meteorologist Everton Fox told us what meteorologists look for when forecasting the monsoon. "The main precursor is the onset of south-westerly winds. During late April and early May we start looking for south-westerly winds, which take a while to properly set in. More and more cloud starts building up over southern India and Sri Lanka and then rolls in from the Indian Ocean. We then see showers becoming more and more frequent." The importance of monsoon forecasting can therefore not be underestimated. Computer models of the monsoon are becoming more complex and increasingly accurate. However, the impact that global warming may have on the monsoon is not yet fully understood. Scientific research will have to be increased in this area to determine these effects, which may have important implications for the economy, health and agriculture, not only in southern Asia, but across the whole planet.
Monsoon winds blow north-easterly for one half of the year, and from the south-west for the other half
South-westerly winds bring the heavy rains from June to Sept
Winds arrive in southern India six weeks before the north west
Annual rainfall varies considerably
Economic role
Monsoons occur every year in many countries around the world - northern Australia, Africa, South America and the US are also affected. The term technically describes seasonal reversals of wind direction caused by temperature differences between the land and sea, but it is commonly used to refer to torrential rain linked to the winds.
The large land mass of South Asia (Bangladesh, India, Nepal, Pakistan and Sri Lanka) and a large body of water (the Arabian Sea and the Indian Ocean) combine to make the Asian Monsoon - which generally lasts from June to September - particularly strong. From April, temperatures warm over the land, forming areas of low pressure around North India and the Himalayas. The air is cooler over the oceans - sometimes by as much as 20C - creating areas of high pressure. Because of this difference, air starts flowing from the oceans to the land, bringing "wet" south-westerly winds across South Asia in late May. As temperatures cool towards the end of summer, land loses heat quicker than the ocean, shifting the winds to a "dry" north-easterly.
As these winds retreat, the rain will move over central India and should ease as it passes through, says the BBC's weather correspondent, Rob McElwee. "The flooding certainly is not over, but the heaviest may have already happened," Mr McElwee said. The region's economy is based largely upon agriculture, so changes in the strength and path of the monsoon can be disastrous. If rain comes too late, farmers will sow few or no seeds, fearing drought. If rains are too hard, young plants can be washed away. And while floods can destroy crops, livestock and property, they also fertilise soil. While this year's rains have been particularly severe, our correspondent says that in the last decade many South Asian monsoons have been weaker than average, making it hard to predict whether this year's devastation is a sign of more to come.
©BBC
Veel tropische gebieden kennen een droge tijd en een regentijd. De natte tijd wordt moesson genoemd naar het Arabische "mausim" (seizoen). Het ontstaan van de moesson houdt verband met de temperatuurveranderingen van land en zee. De zon warmt land sneller op dan zee, terwijl land ook sneller afkoelt. Ook in ons land is het 's zomers in het binnenland warmer dan aan zee, waardoor een koele zeewind gaat waaien.
©KNMI
Zoals bijvoorbeeld West-Europa seizoenen kent, zijn er op de aarde ook tropische gebieden met een droge tijd en een regentijd. De natte tijd wordt moesson genoemd naar het Arabische "mausim" (seizoen). De bekendste moesson is de regentijd in India en omstreken. Tot begin juni is het noorden van India droog, maar dan wordt het vochtiger en komt de regen waarnaar men verlangt. In juni, juli en augustus valt er net zoveel als tijdens een volledig jaar in West-Europese landen. Daarna blijft het droog tot in juni de volgende moesson aanbreekt. In zuidelijk Afrika, Indonesië en op de Antillen valt de regentijd samen met de Europese winter. Moesson, een zeer vochtige zeewind, vormt veel regen boven o.a. Bangladesh. In de zomer stijgt de lucht boven Bangladesh sterk, de lucht wordt gevuld met de zeer vochtige zeelucht, de vochtige zeelucht kan niet verder omdat die wordt tegen gehouden door het Himalaya gebergte. Bangladesh krijgt de volle lading regen.
Ontstaan van de moessonregens
Het mechanisme achter de moesson is simpel. Land warmt in de zon sneller op dan zee, maar koelt ook sneller af. Ook in Nederland en België is het 's zomers in het binnenland warmer dan aan zee. Boven het warme land zal de lucht opstijgen waardoor koelere zeelucht die plaats kan innemen. Vooral op warme voorjaarsdagen is de kust van deze landen gevoelig voor een koele zeewind. Iets dergelijks gebeurt ook boven Azië. Het land wordt 's zomers heet, de lucht stijgt op en een vochtige westenwind met regen waait vanaf de Indische Oceaan richting vasteland. 's Winters is het omgekeerd, dan is het vasteland van China en Rusland koud en waait de wind boven het aangrenzende India uit het oosten. Die wind zorgt dan aan de overzijde van de Indische Oceaan, in Afrika voor veel regen.
Een andere oorzaak voor het ontstaan van moessonregens is het verplaatsen van de lagedrukgebieden boven de evenaar. Tijdens onze zomer (en de zomer van Bangladesh) staat de zon loodrecht boven dit land. De lucht stijgt daardoor extra hard. Tevens wordt het tekort aan lucht in dat lagedrukgebied aangevuld met lucht uit het zuiden en noorden. In het noorden ligt het Himalaya gebergte, dus deze wind is niet sterk. De wind van het zuiden komt over zee en neemt veel vocht met zich mee. Samen met het proces van de stijgende lucht en de gedwongen stijging tegen het Himalaya gebergte, wordt de moesson heviger en heviger.
Een derde, wetenschappelijk meer correcte uitleg is het verschuiven van de wolkenband, veroorzaakt door de zenitale zonnestand. Deze gordel verschuift mee met de zenitale zonnestand, mits een kleine vertraging. Deze band wordt ook wel de intertropische convergentiezone genoemd ( ITCZ ).
Ten zuiden van de evenaar spelen zich net zulke processen af, waarbij de opwarming 's zomers en afkoeling 's winters van Australië en Zuid-Amerika van belang zijn. Ook de Antillen en Indonesië kennen daardoor moessontijden. Enerzijds levert de moesson het nodige water voor de landbouw maar anderzijds kan de regen ook verwoestend zijn. Voorspellingen zijn vaak moeilijk: het regent meestal uit buien met grote verschillen. In sommige gebieden hangt de moesson samen met El Niño, een hoge zeetemperatuur bij de evenaar. El Niño is wel goed voorspelbaar en daarmee ook de moessons in Indonesië en Zuid-Amerika. In West-Afrika is de temperatuur van de Atlantische Oceaan een geschikte graadmeter. Indiase en Chinese moessons zijn moeilijk voorspelbaar en zorgen onverwacht voor droogte of overstromingen.
©Wikipedia