Hoewel we het de afgelopen tijd soms bijna vergeten waren, komen zeer zonnige dagen in Nederland toch ook echt wel voor. Dat betekent overigens niet automatisch dat het meteen erg warm is. Of het echt warm wordt heeft voor een belangrijk deel te maken met de windrichting. Maar er speelt meer mee.
In grote lijnen klopt het wel dat je met behulp van de windrichting al enigszins kan weten of het al dan niet warm weer wordt, maar het is niet zo dat elke richting een eigen temperatuur heeft. Soms wordt het in augustus bij een aanhoudende oostenwind een graad of 25, op andere dagen meer dan 30 graden.
De windrichting aan de grond is dan ook niet het enige dat telt. Belangrijk is ook de lucht die naar de hogere luchtlagen boven ons land getransporteerd wordt, en dan vooral de temperatuursopbouw van die lucht. Die bepaalt uiteindelijk de hoogste temperatuur die mogelijk is. Hierbij gaan we overigens even uit van compleet zonnige omstandigheden.
Eerder deze week hebben we in Weer in het Nieuws al gezien dat de golvingen in de straalstroom van groot belang zijn, de winden op 5 tot 10 kilometer hoogte. Komen we ten noorden van de straalstroom terecht dan zitten we in grote lijn in koelere lucht, ten zuiden ervan zitten we in warme lucht.
Weer iets lager in de atmosfeer ziet het er wat rommeliger uit. Bellen met warmere en koelere lucht wisselen elkaar af. De temperatuur op zo’n anderhalve kilometer hoogte geeft daarbij de beste indicatie van de maximaal haalbare temperaturen bij volledige zonneschijn. Eind juni, begin juli, wanneer de zon op haar hoogste punt staat en de zonnestraling overdag maximaal is, kan het kwik in Nederland tot maximaal 17 graden boven de temperatuur op die hoogte uitstijgen. Begin augustus ligt dit een aantal graden lager, zo rond 15 graden, in de winter op maximaal 13 graden.
Zaterdag liggen de temperaturen op anderhalve kilometer hoogte op 13 tot 15 graden, zondag op 17 graden. De snelle rekenaar komt dan voor zaterdag uit op maximaal haalbare temperaturen aan de grond van 28 tot 30 graden en voor zondag op 32 graden. Voor de zondag klopt dat ongeveer wel – de precieze opbouw van de lucht zorgt dat we de 32 graden naar verwachting nèt niet halen. Voor zaterdag zit er echter toch wel een héél groot gat tussen de resultaten van de duimrekensom en de maximumwaarden (21 tot 27 graden) die gaan worden bereikt.
Nu komt de windrichting aan de grond er weer bij kijken. De zuidwestenwind die we zaterdag hebben, betekent dat in de onderste luchtlagen koelere lucht vanaf zee het land in stroomt. De zwaardere koele lucht van zee schuift onder de lichtere warme lucht boven land: de temperatuursstijging wordt getemperd. Aan zee wordt het nog maar 21 a 22 graden, verder landinwaarts wordt het effect langzaam minder. Het warmst wordt het op de plekken waar de lucht de grootste afstand over land heeft afgelegd. Bij een zuidwestenwind is dat de zuidoostelijke helft van het land. Daar wordt het 26 a 27 graden.
Zondag komt de wind aan de grond uit het zuidoosten en trekt aan. In plaats van koele lucht die vanaf zee het land op wordt gestuwd en de temperaturen tempert, zien we dan dat het tot op de stranden aan toe heel warm kan worden (29 tot 31 graden). Daarbij is het in zulke situaties op het strand vaak zelfs nog iets warmer dan landinwaarts, doordat het zand heel gemakkelijk opwarmt. Alleen waar de wind over het IJsselmeer of de Waddenzee wordt aangevoerd, blijft het kwik ietsje (zowel boven land als op het strand) ietsje achter met 27 tot 29 graden.
Bijna overal was het zaterdag stralend zonnig. Foto: Gerrit van Osch.
Ook de maan was gedurende de ochtend overigens mooi te zien, aan de westelijke hemel. Aan het begin van de middag ging ze onder. Foto: A. ter Velde.
De temperaturen waren op veel plaatsen in het noordwesten nog enigzins gematigd, voor een groot deel als gevolg van de zuidwestenwind die koele lucht vanaf zee het land in blies. Waar de wind de langste weg over land had afgelegd, liepen de temperaturen het hoogste op (de zuidoostelijke helft van het land). Op dit plaatje de temperaturen van 14.00 uur in de middag, voor het temperatuursmaximum. De paarse pijl geeft de overheersende windrichting aan: zuidwest. Zondag komt de wind uit het zuidoosten, over land, en wordt het overal warm. De windrichting aan de grond is daarbij overigens niet de enige belangrijke factor die de temperatuur bepaalt. Zie de tekst hiernaast.
Zeker in het binnenland was het aan het water al heerlijk toeven. Aan zee was het langs de Hollandse kusten en met name ook op de Wadden frisser met meer wind en lagere temperaturen. Zondag wordt het nog een stapje warmer en doen ook de stranden zeker niet onder voor wat betreft de temperatuur, in tegendeel. Foto: Willy Bonnink.
© Meteoconsult