Met de zomer gaat het komende weekeinde echt van jetje met op zondag op een aantal plaatsen waarschijnlijk een tropische dertig graden. Vaak wordt een dergelijke periode in Nederland na een paar dagen alweer onderbroken door enkele- regen of onweersbuien en lagere temperaturen.
De laatste jaren, en eigenlijk ook in het afgelopen voorjaar, hebben we relatief vaak veel langere droge en warme perioden gehad. Deze zomer van 2007 houdt echter van tradities: volgende week komt het naar alle waarschijnlijkheid wederom tot een klassieke ontknoping: regen- en onweersbuien gevolgd door een temperatuurdaling. Iedere zomerliefhebber kent dit vaak gezongen liedje al, maar hoe ziet die klassieke weersomslag er weerkundig nu precies uit?
In het Weer in het Nieuws-artikel van woensdag werd al beschreven wat de sturende ontwikkelingen zijn achter enige tijd durende weersverslechteringen dan wel weersverbeteringen. Een rug van hoge druk in de bovenlucht zorgt daarbij voor stabieler, zonniger en warmer weer. Vanuit het westen komt een bovenluchttrog vervolgens weer dichterbij, met daaronder de instroom van koelere lucht. Soms ontstaat een blokkade met hoge druk aanhoudend boven onze omgeving en houdt het warme en zonnige weer tijdenlang aan. Vaker komt de bovenluchttrog echter al vrij snel dichterbij. Voordat deze overtrekt met geleidelijk aan lagere temperaturen, gebeurt er eerst iets anders wat de naderende afkoeling al aankondigt.
Aan de voorzijde van de bovenluchttrog blaast de straalstroom al stevig door uit het zuiden. Zowel aan de grond als in de lucht wordt warme tot zeer warme lucht uit Zuidwest-Europa aangevoerd. Tegelijkertijd zorgt de versnelling van de luchtstroom en de richting daarvan (in grote lijnen van zuid naar noord) dat er in deze aanvoer van lucht stijgende bewegingen ontstaan. Stijgende bewegingen en warmte staan zeker in ons deel van Europa, waar de lucht vochtig is, garant voor het ontstaan van regen- en onweersbuien.
Vaak ontstaat boven Zuidwest-Frankrijk (of in dit geval Noord-Spanje) een onweerscomplex aan het zuidoostelijke puntje van de bovenluchttrog. Vervolgens wordt het geheel in de zuid-noord-stroming in de bovenlucht naar het noorden- tot noordoosten getransporteerd: naar onze omgeving dus. Daarbij zitten wij in Nederland zelf nog aan de warme kant van de straalstroom met voor de onweersbuien uit vaak zelfs de warmste lucht van de gehele zomerweerperiode. Het kwik bereikt een hoogtepunt.
Lokaal valt al een onweersbui. Wanneer weinig wind staat, stroomt ook vaak voor de komst van het boven Frankrijk/Spanje ontstane onweersgebied, al koele lucht binnen, doordat zeewind ontstaat die diep het land in kan dringen. Op het zogenaamde zeewindfront – de grens tussen gebieden met zeewind en gebieden verder het binnenland in - ontstaan vaak al stevige regen- en onweersbuien. De onweersbuien op dit zeewindfront zijn dan meestal de actiefste. Met de passage van de onweersbuien stroomt koelere lucht binnen: de zomeropleving is dan alweer voorbij of wordt op zijn minst tijdelijk getemperd.
Tot zover het meest klassieke einde van een zomerperiode. Er zijn ook andere manieren, waarop de warmte verdreven kan worden. Soms blijft het bijvoorbeeld droog en vrij zonnig weer onder invloed van een hogedrukgebied, maar komt het hogedrukgebied op de ‘verkeerde’ plaats te liggen. De winden draaien van warme richtingen vanaf het continent naar koelere richtingen vanaf zee en oceaan.
De opleving van de komende dagen wordt naar verwachting zoals gezegd echter toch klassiek beëindigd. Waarschijnlijk in de avond en nacht van maandag op dinsdag, maar misschien nog wel iets later in de week. Overigens gaan de temperaturen vervolgens weliswaar omlaag, maar ze blijven op een aangenaam peil.
Het komende weekeinde gaan de temperaturen alleen maar omhóóg.
De stroming op ruim 5 kilometer hoogte. Een klassieke situatie ontstaat. Een warme aanvoer bij ons vanuit het zuiden. Aan de zuidoostzijde van een bovenluchttrog ontstaat boven Noord-Spanje/Zuidwest-Frankrijk een onweersstoring die vervolgens onze kant op beweegt. De symbooltjes geven het weertype aan; de geelomrande cirkels - zo ook bij ons - betekenen zonnig weer. De rode en groene symbolen boven Zuidwest-Frankrijk en Noord-Spanje geven respectievelijk regen- en onweer aan.
Maandag zijn de buien al een stuk verder noordwaarts gekomen. Waarschijnlijk in de avond en nacht naar dinsdag toe volgen vanuit het zuiden een aantal regen- en onweersbuien. Met de buien stroomt minder warme lucht ons land binnen.
Dergelijke zomerluchten in de namiddag en avond kondigen vaak een Franse onweersstoring aan die dan later op de avond of in de nacht ons land binnentrekt. Eveneens klassiek. Foto: Willy Bonnink.
Wie weet zien we begin volgende week lokaal wel weer zulke luchten. Een indrukwekkende rolwolk in de buurt van Delft. Foto: Erik Poutsma.
© Meteo consult