Hogedruk “Open End”
De komende 10 dagen en misschien nog wel langer hebben we te maken met hogedruk. Kijken we naar de weerkaarten dan zien we steeds weer het persisterende karakter terug van de hogedruk boven onze contreien. Kijk maar eens naar de twee weerkaarten van het GFS, de bovenste is van de 13e februari, de onderste die voor de 23e februariWaarom blijft juist nu de hogedruk zolang op dezelfde plaats liggen en waarom mogen de wintersporters zich verheugen op perfecte wintersport en dito sneeuw condities op de pistes!
Blokkade hogedruk /Omega blokkade
Blokkerende hogedrukgebieden zijn vrijwel stationaire hogedrukgebieden die zich op vrij hoge breedte ontwikkelen en daarmee een blokkade vormen voor de depressies van de westelijke circulatie.
Een blokkade en met name de zgn omega blokkade kan van een week tot een maand duren en heeft een ingrijpende invloed op de algemene circulatie en het weer in een groot gebied. Ze komen vooral voor in het voorjaar en aan de oostzijde van de oceanen en vooral op het noordelijk halfrond.
Het hogedrukgebied ontstaat uit golven in de westelijke hoogtestroming bij het polaire front. De bovenstroming bestaat uit lange golven met daarop kortere die zich kunnen ontwikkelen tot depressies. Als echter vooral de (hoogte) rug sterk toeneemt kan zich ook een afgesloten hoog vormen (afkoppelen van de hoogtestroming). Dit gaat vervolgens gepaard met een sterke convergentie (samenstromen van lucht) in de hogere atmosfeer waarna het hoog vrijwel stationair kan worden.
Adiabatische compressie / verwarming
In de bovenlucht is dit hogedrukgebied relatief “warm” (te zien aan de rode en oranje kleuren op de 500 hpA geopot kaarten /drukvlak). Deze “warmte” wordt veroorzaakt door de dalende luchtbewegingen (subsidentie) op grote schaal binnen het hoog . Door de dalende luchtbewegingen wordt de lucht warmer en gaat ze uitzetten (adiabatische compressie / vergelijk met een fietspomp).
Hier zal de temperatuur dus steeds verder gaan stijgen (adiabatische verwarming). Door de subsidentie wordt de lucht niet alleen warmer maar ook steeds droger (vergelijk met de föhnwind). Tegelijkertijd ontwikkelt zich in de onderste atmosfeer een koude grenslaag met duidelijk lagere temperaturen (afkoppeling van de hoogtestroming). Hierdoor zullen de dauwpunten gaan dalen en in de wintermaanden (sterk) negatief gaan worden en dit is gunstig voor de sneeuw / sneeuwdek. Waarom?
Dauwpunt temperatuur
Dit is de temperatuur van de lucht als de lucht wordt afgekoeld tot 100% luchtvochtigheid zonder dat de hoeveelheid vocht in deze lucht verandert. Een voorbeeld van dit proces is als er door uitstraling mist ontstaat (DP en LT dicht bij elkaar). De dauwpunt temperatuur wordt daarom gebruikt als een mate voor de absolute hoeveelheid vocht in de lucht. Hoe droger de lucht, hoe lager het dauwpunt. Droge lucht en dus negatieve dauwpunt temperaturen zijn per definitie gunstig voor het sneeuwdek.
Sublimatie sneeuw
`Sublimatie` is de directe overgang van een stof uit de vaste fase naar een gasvormige fase. Zo kan bijvoorbeeld sneeuw of ijs in strenge winters bij erg droog weer (lage negatieve dauwpunten) direct sublimeren naar de gasvormige fase. Daarbij wordt de vloeibare (smelt) fase dus overgeslagen.
Bij lage dauwpunten gaat sneeuw dus direct over in waterdamp. Deze waterdamp wordt vervolgens aan de atmosfeer afgegeven. Aangezien bij dit proces , net als verdamping, energie (warmte) verbruikt wordt smelt de sneeuw niet. Tevens ontstaat bij weinig stroming (wind) door het hier bovengenoemde proces boven de sneeuwlaag een soort koudelaagje wat de sneeuw als het ware extra beschermd en dus ook weer evt verder smelten tegengaat. Zelfs bij een lucht temperatuur van 5 °C tot 10 °C smelt de sneeuw niet.
Albedo effekt
Verder hebben we ook nog te maken met de gunstige werking van het zogenaamde albedoeffect. Albedo geeft de mate aan waarin (zonne)straling (warmte) wordt teruggekaatst door een bepaald object. Deze terug straling is onder meer afhankelijk van het materiaal van een object of het soort oppervlak op aarde. Algemeen geldt hoe donkerder hoe minder terugkaatsing!
Het albedo van de aarde als geheel ligt tussen de 30-35 procent. De weerkaatsing vindt enerzijds plaats door wolken en anderzijds via het aardoppervlak. Het albedo van verse sneeuw ligt bijvoorbeeld op 80 procent terwijl er via een dicht bos slechts 10 procent wordt teruggekaatst.
Tevens wordt er door een dikkere wolk meer zonnestraling gereflecteerd dan door een dunnere wolk. Van grote invloed op het albedo is ook de hoek waarin de straling het oppervlak bereikt als ook de structuur van de oppervlakte. Gladdere oppervlakken reflecteren meer licht dan ruwere oppervlakten.
Sneeuw straalt dus meer warmte (energie) uit dan donkere objecten, dit is dan ook de rede dat de sneeuw op de daken en donkere voorwerpen sneller zal smelten dan op de piste. Één en ander natuurlijk afhankelijk van de kritische grenzen t.a.v lucht en dauwpunt temperatuur.
Wanneer we dus de weerkaarten erbij pakken is het zaak om niet enkel af te gaan op de luchttemperatuur ( T2m, T850 hPa) maar veel meer te kijken naar de dauwpunten of ook theta-E temperaturen in samenhang met de (hoogte) drukvlakken, de stroming en wind.
Opgemerkt dient ook nog te worden dat bovenstaande met name opgaat voor de wintermaanden, naarmate de zon in het voorjaar meer kracht gaat krijgen zullen de kritische grenzen t.a.v. de hierboven genoemde parameters en grenzen en in relatie met smelten sneller worden bereikt! Daarbij moeten we ook nog opmerken dat technische sneeuw (kunstsneeuw) minder gevoelig is voor hogere temperaturen.
Voor de wintersporters mogen dus stellen dat de warmbloedige hogedruk eerder een zegen is, voor de winter liefhebbers met sneeuw en ijs echter een “vloek” geheel afhankelijk natuurlijk van hoe we het weer zelf ervaren en er tegenover staan!
| Gewijzigd: 14 februari 2019, 09:53 uur, door Alpenweerman
Niet doen! Zoals geschreven is de luchttemperatuur niet relevant. Natuurlijk zal de sneeuw het in de dalen en op de zuidhellingen wat lijden onder de hoge temperaturen en in de middag sulzig gaan worden. Hogerop echter geen probleem en smelten al helemaal geen thema. De laatste dagen stijgt het kwik hier bij mij in Termen (Oberwallis) dagelijks tot 12 graden. Per dag verdwijnt er slechts 1 cm aan sneeuw en op beschutten plekken in de schaduw nagenoeg niets. Iets hogerop op Rosswald (1800m) is het sneeuwdek nauwelijks geslonken (enkel doordat de sneeuw zich verder gezet heeft).
De komende dagen wordt het vooral in de bergen (tijdelijk kouder) daarna weer zachter maar met de hogedruk en in de droge lucht s perfecte wintersport condities!