Kabinet wijst drie nieuwe gebieden aan voor windparken op zee
Het kabinet heeft drie nieuwe gebieden op de Noordzee aangewezen om windparken te bouwen. Samen met de huidige plannen moeten windparken op zee hierdoor 40 procent van het huidige stroomverbruik produceren in 2030. Twee van de aangewezen gebieden liggen voor de Noord-Hollandse kust, het derde ten noorden van de Waddeneilanden.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat schat dat er tussen de 15 en 20 miljard euro aan investeringen moeten worden gedaan om de windparken te realiseren. Hiermee zouden tienduizend banen zijn gemoeid.
Volgens het regeerakkoord moet er tussen 2024 en 2030 voor 7 gigawatt aan windparken bij worden gebouwd. Naar verwachting gaat dit om enkele honderden windturbines. Over de laatste 0,9 gigawatt zal het kabinet later en besluit nemen, schrijft minister Eric Wiebes aan de Tweede Kamer.
Huidige streven
De nieuwe plannen volgen op het huidige streven naar vijf nieuwe windparken voor 2023 waarover afgesproken zijn gemaakt in het Energieakkoord. Deze projecten worden de komende jaren gebouwd voor de Zeeuwse en Hollandse kust en moeten ervoor zorgen dat het vermogen van windparken op zee stijgt naar 4,450 gigawatt in de komende vijf jaar.
Internationaal kwam Nederland op de kaart te staan door de snelle kostendaling van deze projecten. Onlangs werd bekend dat Vattenfall, het moederbedrijf van Nuon, het derde project denkt te kunnen bouwen zonder subsidie nodig te hebben. De overheid is hierdoor miljarden euro's minder subsidie kwijt.
Volgens experts is de kostendaling te danken aan de wijze waarop de Nederlandse regering ontwikkelaars en energiebedrijven laat inschrijven op de bouw van de windparken. De overheid zorgt ervoor dat de ontwikkelaars zo weinig mogelijk risico lopen waardoor ze de kostprijs laag kunnen houden.
Meer windparken op zee
Meer windparken op zee zijn volgens het kabinet alleen zinvol als het niet-elektrische energieverbruik duurzaam wordt. Windmolens produceren stroom, maar 80 procent van het energieverbruik van Nederland is niet elektrisch. Dan gaat het bijvoorbeeld om de verwarming van gebouwen of brandstof voor voertuigen.
Met de stroom van windmolens kan waterstof worden geproduceerd, maar deze technologie moet nog verder ontwikkeld worden. "Met het oog op een eventuele verdere doorgroei van windenergie op zee zal het kabinet mogelijk op termijn nieuwe windenergiegebieden aanwijzen. In de later dit jaar te publiceren Noordzeestrategie 2030 wil het hiervoor een visie en kansrijke opties neerleggen", aldus het kabinet in een persbericht.
Meer tempo
Milieuorganisaties Natuur & Milieu en Greenpeace zeggen in een reactie meer tempo te verlangen van het kabinet bij de bouw van windparken op zee. Ze pleiten op zee voor een verdubbeling van de groei in de windenergie.
"Het kabinet wil tot en met 2030 1 GigaWatt per jaar groeien, maar om de ambities van het klimaatakkoord van Parijs te halen is 2 GigaWatt groei per jaar hard nodig", aldus Natuur & Milieu. Beide organisaties pleiten ervoor meer gebieden aan te wijzen waar windmolens mogen komen, mits rekening wordt gehouden met de ecologische impact op de Noordzee en op kwetsbare natuurgebieden.
Greenpeace zegt het "prima" te vinden dat Wiebes de lijn van zijn voorganger Henk Kamp voortzet, die zorgde voor de doorbraak van wind op zee. "Maar het tempo moet dubbel zo hoog om aan het Parijsakkoord te kunnen gaan voldoen'', aldus Greenpeace. De organisatie noemt wind op zee het beste middel in de strijd tegen klimaatverandering.
Bron: http://ANP/NU.nl