Ozongat met 20% geslonken
Bron afbeelding: KNMI
Het gat in de ozonlaag dat zich elk jaar in het voorjaar boven de Zuidpool vormt, neemt steeds verder af. Sinds 2000 is het met 20 procent geslonken. Dit komt bijna zeker door de internationale maatregelen voor de bescherming van de ozonlaag. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het KNMI. Eerder bleek ook dat wereldwijd de eerste tekenen van herstel van de ozonlaag zichtbaar zijn.
Het ozongat is een icoon als het gaat over de invloed van de mensheid op klimaat en milieu. Het in rap tempo dunner worden van de ozonlaag boven de Zuidpool leidde in de jaren tachtig tot vergaande internationale afspraken om de industriële uitstoot van ozonafbrekende stoffen (koelvloeistoffen, drijfgassen voor spuitbussen) uit te bannen.
Klimaatverandering
Sindsdien zijn onderzoekers op zoek naar tekenen van herstel in de waarnemingen. Door de grote natuurlijke variatie van jaar tot jaar in de hoeveelheid ozonafbraak is het echter verre van eenvoudig om het verwachte herstel eenduidig vast te stellen, laat staan om het eventueel herstel toe te schrijven aan de genomen maatregelen. Naast de maatregelen kan bijvoorbeeld ook klimaatverandering het herstel van de ozonlaag en het ozongat beïnvloeden.
Temperatuur
De grootste moeilijkheid wordt veroorzaakt door de natuurlijke variabiliteit. Zoals seizoenen van jaar tot jaar een beetje variëren – de ene winter is warmer of kouder dan de andere - zo varieert de temperatuur in de ozonlaag boven de Zuidpool ook van jaar tot jaar. De chemische ozonafbraak is erg gevoelig voor kleine temperatuurafwijkingen, waardoor er af en toe jaren zijn, zoals dit jaar, met sterk verminderde ozonafbraak (figuur 1).
Beste methode
De nieuwe wetenschappelijke publicatie van het KNMI in het vaktijdschrift Journal of Geophysical Research gaat in op de vraag wat de beste manier is om het herstel van het ozongat vast te stellen. Op basis van meer dan 35 jaar aan dagelijkse satellietwaarnemingen komen de auteurs tot de conclusie dat het ozongat sinds 2000 al zo’n 20 procent is opgevuld. Deze 20 procent komt overeen met de gemeten afname van de hoeveelheid ozonafbrekende stoffen in de ozonlaag en met modelsimulaties die aangeven hoe de dikte van de ozonlaag in het ozongat hierdoor zou moeten toenemen.
Klimaatsatelliet Tropomi
Het is nog niet eenduidig te beantwoorden of de nu vastgestelde toename geheel aan de afname van ozonafbrekende stoffen mag worden toegeschreven of dat er andere invloeden nog niet goed in kaart zijn gebracht. Dit kan pas over een aantal jaren als de meetreeksen langer zijn. Maar er is nu wel een consistent beeld en het is duidelijk hoe we de verdere ontwikkelingen kunnen blijven volgen. Het KNMI draagt hier aan bij met satellietwaarnemingen van de ozonlaag. De ozongegevens van de op 13 oktober 2017 gelanceerde klimaatsatelliet Tropomi zijn hiervoor de komende jaren essentieel.
Bron: KNMI.nl
| Gewijzigd: 22 februari 2018, 13:25 uur, door Lako
Herstelt de ozonlaag nu wel of niet?
Links: Maandgemiddelde totale ozonkolommen KNMI MSR-2 (zwart) en Amerikaanse SBUV (blauw) tussen 1985-2017 en tussen 60° N en 60° Z. De punten geven de jaargemiddelde waardes. Rechts: verschil tussen de meetreeksen. Bron afbeelding: KNMI.
Vorig jaar werd wereldwijd gewezen op eerste tekenen van herstel van de ozonlaag. Het KNMI rapporteerde op basis van eigen metingen dat het ozongat boven de Zuidpool met 20 procent is geslonken sinds het jaar 2000. Wat zeggen de waarnemingen tot nu toe over het herstel van de ozonlaag buiten de poolgebieden?
De ozonlaag en het klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Veranderingen in de ozonlaag hebben geleid tot veranderingen in het klimaat. Andersom zullen veranderingen in het klimaat naar verwachting leiden tot veranderingen in de ozonlaag.
Nieuwe resultaten ozonlaag
Recent verscheen een studie naar trends in satellietwaarnemingen van de hoogteverdeling van ozon buiten de poolgebieden. De studie meldt dat “ozon op lagere breedtegraden niet herstelt, ondanks gestaag herstel van het Antarctische ozongat”. In sommige mediaberichten werd daarna de vraag gesteld of het herstel van de ozonlaag zich wel doorzet.
Verschillen tussen meetreeksen
De nieuwe studie suggereert dat gedurende de afgelopen 20 jaar de hoeveelheid ozon in sommige lagen van de atmosfeer is toegenomen, maar in andere lagen juist is afgenomen. Met als netto resultaat geen verandering van de totale hoeveelheid ozon. Een eerste analyse van KNMI satellietmeetreeksen - gebaseerd op andere meetgegevens dan gebruikt in de studie - levert een heel ander beeld, waarbij geen sprake is van stagnatie maar wel degelijk van toename van ozon buiten de poolgebieden (figuur 1). Opvallend is dat de twee reeksen vooral na 2012 sterk uiteenlopen. Waarom dat gebeurt is niet bekend, maar het benadrukt dat er nog geen consensus is over de vraag of herstel van de ozonlaag op lagere breedtegraden zichtbaar is.
Geduld
Naast het klimaat zorgt ook het weer voor grote variaties in de dikte van de ozonlaag van jaar tot jaar (figuur 1). Weer en klimaat bemoeilijken daarom het vaststellen van herstel van de ozonlaag. Modellen geven aan dat volledig herstel van de ozonlaag nog vele tientallen jaren op zich laat wachten. Herstel van de ozonlaag is daarom een kwestie van geduld. En beperkte veranderingen over een relatief korte periode van 20 jaar zijn niet geheel onverwacht. Het succes van de internationale afspraken gericht op het herstel van de ozonlaag blijft vooralsnog onomstreden.
Bron: KNMI.nl