De afkoelende factor van sneeuw heeft vooral te maken met warmte-uitstraling 's nachts
Overdag
Overdag komt er straling van de zon binnen, die inkomende straling wordt als warmte opgenomen door de bodem (de mate van opname is o.a. afhankelijk van de reflectie, die bij sneeuw inderdaad iets hoger is, maar nauwelijks effect heeft, pas vanaf een volledig witte bodem zoals landijs, zeeijs of gletsjers is zoiets goed merkbaar).
In de nacht
In de nacht wordt de warmte die de aarde overdag opgenomen heeft weer uitgestraald. Daarbij zorgen wolken ervoor dat deze warmte niet ontsnappen kan naar de ruimte (daardoor koelt het sneller af bij een heldere nacht).
De uitstraling van warmte van de bodem naar de atmosfeer zorgt ervoor dat het 's nachts niet altijd extreem koud wordt.
Wanneer er veel sneeuw ligt, vormt dat een soort isolerende deken (omdat een sneeuwdek veel lucht bevat), wat de uitstraling van warmte uit de bodem blokkeert.
Daardoor kan het onder de perfecte omstandigheden (een dik, vers gevallen sneeuwdek, windstille omstandigheden, helder weer) 's nachts extreem koud worden.
Hier zijn nog meer dingen van belang, zoals broeikasgassen, maar die zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.
Een voorbeeld
Een mooi voorbeeld van wat een net gevallen sneeuwdek kan veroorzaken was 4 februari 2012. Er viel de dag ervoor een sneeuwdek van ongeveer 8 cm, vervolgens werd het helder, viel de wind weg, en daalde de temperatuur in Flevoland bijna tot -23ºC!