Komt er inderdaad een barre winter?
De koppen logen er de afgelopen weken niet om. Maar wordt het echt zo bar? We duiken er dieper in.
‘Brengt zwakke straalstroom ons straks echt winterweer?’ was als vraag een tijdje terug op enkele krantensites te lezen. En in Ierland: ‘Coldest winter in Ireland predicted since records began 50 years ago’. En zo waren per land de afgelopen weken meer onheilstijdingen te lezen.
Vooruitkijken naar de winter loont, vooral als je dat op een spectaculaire manier doet. Berichtjes over het weer in de komende winter staan op mediasites aan het einde van de dag steevast in de top 3 van best gelezen verhalen, en daarbij maakt het niet eens zo heel veel uit wat er nu precies verteld wordt. Aanknopingspunten in de aankondigingen van de voorbije weken vormden vooral de vroege kou in deze oktobermaand (met kouderecords), de bel met kouder dan normaal zeewater in de centrale delen van de Atlantische Oceaan en de sterke El Niño van dit moment.
Van alle tijden
Winterverwachtingen zijn van alle tijden. Denk aan de volksweerkunde die er vol mee staat. ‘Vallen de eikels al voor Sint.-Machiel (29 september), dan snijdt de winter door lijf en ziel.’ Nu waren de afgelopen tijd onder eikenbomen zeldzaam grote hoeveelheden eikels te zien, dus appeltje eitje zou je zeggen... Zo gemakkelijk is het echter niet; helaas niet kunnen we zeggen.
Om in onze ‘gematigde breedten’ een winterverwachting te kunnen maken, moet je goed beslagen ten ijs komen. De kunst is om van al die factoren die gedurende ons winterseizoen op het weer op ons halfrond inwerken die eruit te zoeken die de meeste invloed hebben. En dan moet de invloed ervan ook nog eens boven de grote grilligheid uitstijgen, waardoor het weer in de wintermaanden in onze omgeving nu eenmaal wordt gekenmerkt. Dat is op zijn zachtst gezegd een hele klus.
Heeft het nut?
Heeft zo’n zoektocht nut, is de eerste vraag die we ons zouden kunnen stellen. Ja, moet het antwoord zijn, want het is ontegenzeggelijk waar dat de ene winter bij ons duidelijk een ander karakter kan hebben dan de andere. Hebben we eens een koude winter, dan is de luchtdruk vaak hoog boven het noorden van Europa en/of de Noordpool en volgen lagedrukgebieden een zuidelijkere koers of worden ver weg op de Atlantische Oceaan tegengehouden (geblokkeerd). Is de winter zacht en nat, dan zien we boven de Oceaan vaak een sterke straalstroom met lagedrukgebieden in het noorden en hogedrukgebieden in het zuiden, bij de Azoren en boven Zuid-Europa. Wat maakt nu dat we de ene winter het ene hebben en de andere winter het andere? Dat uit te vinden is de kunst en moet op de een of andere manier mogelijk zijn.
Indices helpen de meteoroloog
Om het wat overzichtelijker te maken, zijn indices bedacht die informatie geven over de toestand waarin de drukverdeling boven het Noordelijk Halfrond zich bevindt. De koude wintervariant, met bij ons winden uit noord tot oost, maakt de meeste kans als de NAO-index (Noord-Atlantische Oscillatie) of de AO-index (Arctische Oscillatie) negatief is. In dat geval is de straalstroom zwak en vinden we de hogedrukgebieden in het noorden en de lagedrukgebieden op relatief zuidelijke plaatsen. Nemen beide indices een tegenovergestelde, positieve waarde aan, dan wijst dat op een straalstroom die op toeren is en maakt de wisselvallige, zachte variant van het winterweer de grootste kans.
Welke factoren hebben invloed?
Om te bedenken welke factoren de ligging van de straalstroom en de hoge- en lagedrukgebieden kunnen beïnvloeden, moeten we nog iets dieper op het mechanisme achter ons weer in gaan. Zo is de straalstroom niet alleen een band met hoge windsnelheden, hoog in de atmosfeer waarin storingen meebewegen, maar op die hoogte ook de scheiding tussen koude lucht aan de noordkant en veel warmere laan de zuidkant. Het is zelfs zo dat hoe groter de temperatuurverschillen aan weerszijden van de straalstroom zijn, hoe sterker hij wordt. Op die manier is ook te begrijpen waarom we juist in de winter zo’n sterke straalstroom hebben. In het poolgebied is het dan op z’n koudst, terwijl de temperaturen bij de evenaar ten opzichte van de zomer nauwelijks veranderen. Dus zijn de verschillen in de winter veel groter dan in de zomer en is de straalstroom veel sterker.
De invloed van de warme zeeën
Factoren die van invloed kunnen zijn op de ligging van de straalstroom zijn er legio. Omdat een straalstroom en wereldomspannend fenomeen is, hebben zeewatertemperaturen op allerlei plaatsen invloed. Met onze zeeën is op dit moment nogal wat aan de hand. Zo hebben we rond de evenaar tussen Peru aan de ene kant en Indonesië aan de andere kant het warme water dat bij de sterke El Niño van dit moment hoort. In het noordelijke deel van de Grote Oceaan is de PDO-index (de Pacific Decadal Oscillation) op dit moment sterk positief. Ook daar is een groot deel van het water nu veel warmer dan normaal, onder meer aan de westkust van de VS. Volgens allerlei deskundigen heeft dat warme water, dat er ook de komende maanden overigens nog steeds is, de afgelopen twee jaar de zachte winters die we in Europa hadden voor een belangrijk deel veroorzaakt.
Onze ‘eigen’ oceaan
Het water van onze ‘eigen’ Atlantische Oceaan is ook al lange tijd warmer dan normaal. De index die dat aangeeft, de AMO-index (Atlantic Multidecadal Oscillation) bevindt zich in zijn warme fase, die in elk geval nog tot 2025 lijkt aan te houden. Tegelijkertijd hebben we in de centrale delen van de Oceaan sinds enkele jaren een bel met relatief koud water die zich steeds nadrukkelijker doet gelden. We hebben daar op deze site onlangs al meer over geschreven.
Dat koude water op het midden van ‘onze’ Atlantische Oceaan lijkt een koude winter bij ons overigens eerder tegen te werken dan mogelijk te maken. Als gevolg ervan nemen de temperatuurtegenstellingen tussen dit deel van de Oceaan en de zuidelijkere regionen, die door de positieve AMO-index warmer dan normaal zijn, alleen maar toe. Die grotere gradiënt werkt een sterkere straalstroom in de hand, wellicht ook op een wat zuidelijkere positie. Voor winterweer bij ons is dat niet gunstig, want eenmaal bij Europa aangekomen heeft de straalstroom dan de neiging om vanuit het zuidwesten weer naar het noordoosten terug te buigen (zie ook kaartje boven dit verhaal). De bijbehorende zuidwestelijke winden leveren bij ons zacht weer op.
Hoog in de atmosfeer
Hogerop in de atmosfeer heeft onder meer de QBO (de Quasi Biennal Oscillation), een periodiek van west naar oost en weer terug draaiende wind in het gebied tussen 35 en ongeveer 21 kilometer hoogte boven de evenaar invloed op de ligging van de straalstroom in de winter. Die QBO is de komende winter westelijk. Positieve NAO- en AO-indices lijken daarmee in het voordeel.
SSW
Een andere factor is de luchttemperatuur op grote hoogte boven de in de winter pikdonkere Noordpool. Normaal is het daar ijskoud, maar er kunnen zich omstandigheden voordoen waaronder ineens een spectaculaire opwarming van die hoge bovenlucht plaats heeft. Zo’n opwarming heet een SSW (Sudden Stratospheric Warming) en komt lang niet iedere winter voor. Gebeurt het wel en vroeg genoeg, dan kunnen de gevolgen ervan groot zijn. De laatste keer dat we in de winter zo’n SSW hadden, was in 2013. Een koude winter en een heel koud voorjaar waren er het gevolg van.
Sneeuw en ijs spelen een rol
Bij het proberen te voorzien van een SSW in de komende winter, lijken verschillende factoren een rol te spelen. Zo hebben opnieuw de QBO, de zonnevlekkencyclus en El Niño invloed, zo blijkt uit onderzoek. En de laatste jaren is daar ook het tempo waarin het sneeuwdek zich in Siberië gedurende de oktobermaand opbouwt bijgekomen. Ook lijkt de ijsbedekking van de zeeën in het Noordpoolgebied een rol te spelen. De maat voor de groei van het Siberische sneeuwdek is de SAI-index (Snow Advance Index). Hoe hoger die index, hoe groter de kans dat zich vooral in de tweede helft van het winterseizoen een SSW voordoet, resulterend in de opbouw van een hogedrukgebied boven de Noordpool. De kans op uitbraken van kou naar zuidelijker streken neemt dan sterk toe.
Veel signalen zachte winter
Als je van elk van de in dit verhaal genoemde factoren in de aanloop naar de winter weet hoe ze zich hebben gedragen, kun je proberen te bedenken wat de gevolgen ervan zullen zijn gedurende de wintermaanden. Meestal krijg je dan met tegenstrijdige signalen te maken. Dat maakt de beantwoording van de vraag hoe de winter zal worden bijna altijd lastig. Welke van de invloeden (of welke combinatie) is het sterkste? Al plussend en minnend komt er een verwachting. Het woord is vervolgens aan het weer. Ook bij MeteoGroup doen we deze exercitie jaarlijks. Na het leggen van de puzzel kwamen we vorig jaar op een zachte winter uit en die is er uiteindelijk ook gekomen. Ook dit jaar lijkt veel op een zachte winter te wijzen met mogelijkerwijs een koudere uitloop in de februarimaand, maar nog niet alle gegevens zijn binnen. Ergens in de komende twee weken is het beeld wel compleet en zal na enig gepuzzel ook onze nieuwe verwachting het licht zien.
Bron: MeteoGroup, World Climate Service.
Lees ook:
| Gewijzigd: 31 oktober 2015, 17:58 uur, door Stefanv
Het wordt een lastige winter. Een winter die lastig is als het gaat om overlast door gladheid en soms sneeuw of stormachtig weer. Het wordt ook een winter die lastig is door het wisselende en kwakkelende karakter tussen koude en zachte perioden. Toch verwacht ik een of twee echte koude perioden die ervoor zorgen dat wij op natuurijs kunnen schaatsen.
Met name de maanden januari en februari komen in aanmerking voor elk een lange(re) koude periode. De maand december kan wel eens wat winterse schermutselingen afleveren, maar is gemiddeld groen en ook af toe ruig met stormkansen.
http://www.pietsweer.nl/piets-blog/2015/voorlopige-wintervoorspelling-2015-2016/
Het wordt een lastige winter. Een winter die lastig is als het gaat om overlast door gladheid en soms sneeuw of stormachtig weer. Het wordt ook een winter die lastig is door het wisselende en kwakkelende karakter tussen koude en zachte perioden. Toch verwacht ik een of twee echte koude perioden die ervoor zorgen dat wij op natuurijs kunnen schaatsen.
Met name de maanden januari en februari komen in aanmerking voor elk een lange(re) koude periode. De maand december kan wel eens wat winterse schermutselingen afleveren, maar is gemiddeld groen en ook af toe ruig met stormkansen.
http://www.pietsweer.nl/piets-blog/2015/voorlopige-wintervoorspelling-2015-2016/
Piet en het weer xD sorry maar dat is pinksteren en pasen op 1 dag
Het wordt een lastige winter. Een winter die lastig is als het gaat om overlast door gladheid en soms sneeuw of stormachtig weer. Het wordt ook een winter die lastig is door het wisselende en kwakkelende karakter tussen koude en zachte perioden. Toch verwacht ik een of twee echte koude perioden die ervoor zorgen dat wij op natuurijs kunnen schaatsen.
Met name de maanden januari en februari komen in aanmerking voor elk een lange(re) koude periode. De maand december kan wel eens wat winterse schermutselingen afleveren, maar is gemiddeld groen en ook af toe ruig met stormkansen.
http://www.pietsweer.nl/piets-blog/2015/voorlopige-wintervoorspelling-2015-2016/
Say What?
In januari en februari de meeste kans op vorst? :o
En in december kan er wel eens een winterse schermutseling zijn? :o
Das ook een open deur intrappen...
Ik voorspel voor morgen dat de kans erin zit dat het zonnig wordt, maar de kans bestaat ook dat het bewolkt wordt en er is een kans dat uit die bewolking regen valt.
In januari en februari de meeste kans op vorst? :o
En in december kan er wel eens een winterse schermutseling zijn? :o
Das ook een open deur intrappen...
Ik voorspel voor morgen dat de kans erin zit dat het zonnig wordt, maar de kans bestaat ook dat het bewolkt wordt en er is een kans dat uit die bewolking regen valt.
Als hij de maat is voor Nederland, Tsja... Dan blijft 't vriezen en dooien.
Edit callie-p : gouden regel bij ons is om iedereen " al vind je dat zoveel onzin uit komt" geen "onvriendeliijke" naampjes te geven ( )
dus ik heb dat ene regeltje even weghaald.
Zal hem in vervolg de hemel inprijzen | Gewijzigd: 13 november 2015, 06:18 uur, door Rens@weer
Voor de vergelijk heb ik ook even de september berekening gepost.
Let op deze berekeningen worden uitgevoerd met actuele data.. dus als het ineens toch koud wordt dan zien deze kaarten er heel anders uit..
| Gewijzigd: 10 november 2015, 12:01 uur, door Callie-P
Dus we hoeven ons nog geen zorgen te maken dat deze winter slecht zou worden.
| Gewijzigd: 11 november 2015, 16:49 uur, door JOHNNY123
Dus we hoeven ons nog geen zorgen te maken dat deze winter slecht zou worden.
Als je intervallen in het artikel
http://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/hoe-zeldzaam-is-een-koude-winter-als-die-van-2010-in-nederland
even meeneemt:Citaat van KNMI Zo’n koude winter was sinds 1996 niet voorgekomen en we moeten terug naar 1979 om een winter te vinden die nog meer dagen telde waarop er in ons land sneeuw lag. Dan zie je dat het een "1 in de 14 tot 17 jaar" winter was...
Dus we hoeven ons nog geen zorgen te maken dat deze winter slecht zou worden.
Als je intervallen in het artikel
http://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/hoe-zeldzaam-is-een-koude-winter-als-die-van-2010-in-nederland
even meeneemt:Citaat van KNMI Zo’n koude winter was sinds 1996 niet voorgekomen en we moeten terug naar 1979 om een winter te vinden die nog meer dagen telde waarop er in ons land sneeuw lag. Dan zie je dat het een "1 in de 14 tot 17 jaar" winter was...
In het artikel wordt gesproken dat wintertemperaturen harder stijgen, dan de zomer temperaturen. Da's niet gek als een ieder de kachel op 20 zet. De zomerdag doet men dat niet. Persoonlijk denk ik dat de temperatuur in het midden en westen van nl harder is gestegen, dan in het noorden. Dat is na te kijken.
Nog een kritiekpunt: www.weerstatieken.nl . Deze hanteert bij recordevernaring door het oude record te handhaven. Zie bijvoorbeeld maart 2013 de Bilt & gelopen oktober bij Deelen)
Conclusies in de statistiek, is de wens van de gedachte....
Ik vind het prima dat je het aan de orde stelt maar ik denk dat het beter is dit verder in een apart topic aan de orde te stellen. Dit is immers van belang voor alle seizoenen en niet niet alleen voor de winter!
Wat betreft het evenaren van records ben ik het er mee eens dat die niet als nieuwe records te boek worden gesteld. Immers er is pas een nieuw record als het het oude record overstijgt. Wel zou het evenaren gekenmerkt kunnen worden zodat je het in één klap ziet.. Met een beetje extra energie zou dat met een speciaal kenmerk aangegeven kunnen worden.
Overigens als het gaat om gemiddelden kan het zijn dat bij vergelijkingen tot ver achter de komma wel een nieuw record is ontstaan, maar dat bij de gebruikelijke afrondingen door KNMI tot slechts 1 getal achter de komma lijkt alsof er twee of meer dezelfde gemiddelde temperatuur vermeldingen gelijk zijn. Dat is verwarrend!
Ook hierover graag verder in een apart topic!
| Gewijzigd: 12 november 2015, 10:51 uur, door Ben47
Detailkaart Europa
Bron: http://www.jamstec.go.jp/frsgc/research/d1/iod/sintex_f1_forecast.html.en
Het kenmerk van het Nederlandse weer... Zowel jojowinters (en andere jaargetijden maar dit topic richt zich nu eenmaal op de winter) als normale, als zachte als strenge winters kenmerken zich tot een behoorlijk jojo gehalte. Alleen extreem achte winters zoals de beroemde 0 Hellmann winter waren standvastig in hun boven 0 gejojo.
Ook de winter van 1962/63 had in 1962 nog jojopieken vrij ver boven het langdurig gemiddelde.
Misschien moeten we ook maar een Jojo-verwachtingen topic draadje starten...
https://en.wikipedia.org/wiki/World_Yo-Yo_Contest