Voor morgen zien we een interessante situatie op de kaarten staan. Vannacht en mogenvroeg zien we een eerste warmtefront overtrekken, daarachter wordt het even droog en in de middag trekt een volgend warmtefront van zuid naar noord en daarachter komen we in de onstabiele warme sector. Hier loopt de cape op naar ongeveer 1000 joule(gfs zegt max 600-700 terwijl wrf meer dan 1500 laat zien). In de avond trekt een koufront van zuidwest naar noordoost, op dit koufront en er net vooruit worden de buien waarschijnlijk getriggerd door PVA(simpel gezegd stijgbewegingen) als gevolg van de naderende hoogtetrog en de linkeruitgang van de jet, net voor het koufront worden zeer hoge shear waarden geproduceerd. De diepe schering slaagt uit naar 40m/s volgens gfs wat zeer veel is en de low lvl shear gaat naar waarden tot 17 m/s. Volgens wrf lopen de shr waarden voor het koufront op tot 250 m2/s2 wat ook hoog is. De convectieve modus zijn zeer goed georganiseerde opgelijnde multicells op het koufront met mogelijk enkele embedded supercells. Indien er een bui vanaf de grond ontstaat voor het koufront uit is dit vrijwel zeker een supercel, als dit draadwerkelijk gebeurd is de kans op een windhoos naar onze normen vrij groot te noemen. Dit omdat het verschil tussen de temperatuur en het dauwpunt zeer klein is, namelijk maar 3 graden. Hierdoor hangt de wolkenbasis vrij laag en wordt een windhoos in combinatie met de zeer hoge shear dus ook makkelijker gevormd.







  | Gewijzigd: 15 september 2015, 18:18 uur, door Jenss

stukje knmi guidance:
Met name woensdag overdag zien we verschillen ontstaan in de verschillende neerslag-patronen. Het gaat dan met name om het convectieve signaal. Alle modellen laten vooral kort voor en op het koufront een actieve neerslagband zien. Lijkt in het westen/midden vooral gekoppeld aan forcering door het koufront zelf, geholpen door PVA. Het zuidoosten krijgt mogelijk te maken met onweersbuien die boven het noorden van Frankrijk door convectie vanaf de grond ontstaan bij temperaturen van bijna 25 graden. Met een effectieve schering van minstens 40 kn blijven de buien nog enkele uren in stand. Meeste actieve exemplaren bewegen in een NO richting via Luxemburg en NO-Frankrijk het westen van Duitsland in. Daar komen ze onder de rechteruitgang van een strakke jet en neemt de activiteit snel af. Of boven ons land zelf convectie vanaf de grond kan ontstaan, is sterk afhankelijk van de mate van instraling, m.a.w. in hoeverre klaart het op? Grootste kans in het zuidoosten waar het dan ruim 20 graden kan worden. Verder zien we onder de linkeruitgang van de jet een venijnig secundair laagje ontstaan dat woensdagmiddag langs de westkust noordwaarts trekt met aan de oostflank een 7, mogelijk 8 Bft. Alle modellen laten dit zien, al verschillen timing en positie.

Amai dat is hier stil, zie net dat het KMI code oranje heeft uitgegeven voor de ZO-provincies waar nu die stevige buienlijn overheen trekt.