''In Frankrijk nam een meteoroloog uit Parijs de moeite om de statistieken van de koudste jaargetijden te verzamelen, en hij ontdekte toen dat die jaren die het cijfer 9 bevatten, gekenmerkt waren door de strengste winters. Zijn cijfers luiden aldus: In 859 n.Chr. was het noordelijk deel van de Adriatische Zee bevroren en drie maanden lang met ijs bedekt. In 1179 was de grond in de meest gematigde zones met vele decimeters sneeuw bedekt. In 1209 veroorzaakte de hoogte van de sneeuw en de bittere kou in Frankrijk zo'n schaarste aan voer dat het grootste deel van het vee in dat land omkwam. In 1249 bleef de Baltische Zee tussen Rusland, Noorwegen en Zweden vele maanden bevroren en het verkeer ging per slee. In 1339 was er zo'n vreselijke winter in Engeland dat grote aantallen mensen van honger en kou stierven. In 1409 was de Donau van de oorsprong tot de monding in de Zwarte Zee bevroren.
In 1469 werden alle wijn- en boomgaarden als gevolg van de vorst vernietigd. In 1609 moesten de mensen in Frankrijk, Zwitserland en Noord-Italië hun brood en andere voedselvoorraden ontdooien vóór ze deze konden opeten. In 1639 was de haven van Marseille tot ver in zee met ijs bedekt. In 1659 waren alle rivieren in Italië bevroren. In 1699 was de winter in Frankrijk en Italië de strengste en langste van alle. De prijzen voor voedingsmiddelen liepen zo hoog op dat de halve bevolking van honger omkwam. In 1709 was de winter niet minder streng. De grond in Frankrijk, Italië en Zwitserland was vele decimeters diep bevroren, en de zee was in zowel het zuiden als het noorden bedekt met een compacte en dikke ijskorst, meters dik, en over een breedte van kilometers in de anders open zee. Grote aantallen wilde dieren die door de kou uit hun holen in de bossen waren gedreven, zochten een toevlucht in de dorpen en zelfs in de steden; en vogels vielen met honderden tegelijk dood neer. In 1729, 1749 en 1769 (cyclussen van 20 jaar) waren alle rivieren en beken in heel Frankrijk vele weken bevroren, en alle fruitbomen gingen dood. In 1789 werd Frankrijk opnieuw door een zeer strenge winter bezocht. In Parijs gaf de thermometer 19 graden vorst aan. Maar de strengste van alle winters was die van 1829. Vierenvijftig achtereen volgende dagen waren alle wegen van Frankrijk met meters sneeuw bedekt, en alle rivieren waren bevroren. Hongersnood en ellende be reikten dat jaar een hoogtepunt in het land. In 1839 was er in Frankrijk weer een vreselijke en zware winter. En nu heeft de winter van 1879 zijn statistisch recht laten gelden en blijkt de waarheid van de nood lottige invloed van het cijfer 9. De meteorologen van andere landen worden uitgenodigd eenzelfde onderzoek te doen, want het onderwerp is ongetwijfeld heel boeiend en leerzaam.'' -- uit een artikel van Dr. E. Zasse, geciteerd in H.P. Blavatsky: Geselecteerde Artikelen.