13.11.2014 10:30
Zowaar wist de temperatuur de afgelopen nacht lokaal in Brabant en Zuid-Holland aan de grond tot net iets onder nul te dalen. Toch is de winter deze maand, en eigenlijk dit hele jaar, de grote afwezige geweest. Alleen in het noordoosten van het land kon men afgelopen januari een weekje aan de winter ruiken. Ook deze maand heeft nog een aantal ‘lentedagen’ opgeleverd. Het eerste dozijn dagen van deze maand, staat dan ook in de top tien van de zachtste eerste twaalf novemberdagen sinds 1901 in De Bilt, met een gemiddelde van 9,8 graden, goed voor een negende plaats.
Dat het ook heel anders kan, bewees het begin van november 1980. De winter sloeg toen genadeloos toe. Met een gemiddelde temperatuur van -0,3 graden over de eerste novemberdecade, is dat sinds 1901 de koudste eerste novemberdecade in De Bilt. We blikken terug.
Het temperatuurverloop in De Bilt van dit jaar, van 27 oktober tot en met gisteren (12 november). Vergelijk dat eens met dezelfde periode uit 1980 (hieronder). Bron: KNMI/weergegevens.nl.
Het temperatuurverloop in De Bilt van 27 oktober tot en met 17 november 1980. Bron: KNMI/weergegeven.nl.
Aanloop verliep zacht
Aanvankelijk leek het er helemaal niet op dat het zo koud zou worden, kijk maar eens naar de weerkaart hiernaast, van 28 oktober 1980. Tussen een hogedrukgebied boven centraal Europa en het westelijke deel van de Middellandse Zee, en depressies ten westen en noorden van ons land, voerden winden uit zuid tot zuidwest, zeer zachte lucht naar onze omgeving. Zo werd het in De Bilt op 28 oktober maar liefst 18,1 graden, en in Beek 19,7 graden!
De bordjes werden echter snel verhangen. De volgende dag passeerde er een storing met enige regen, maar was het nog wel vrij zacht. Achter deze storing volgde er echter een rug van hoge luchtdruk, die zich op 30 oktober verder opbouwde boven de Noordzee en waarvan het centrum op 31 oktober boven Zuid-Scandinavië kwam te liggen. Met een zwakke aflandige wind en onder een heldere hemel, eindigde oktober op de valreep met een vorstdag, het kwik daalde in De Bilt tot -0,1 graden in de late avond van 31 oktober.
Met november op de kalender, werd het hogedrukgebied steeds krachtiger (kerndruk uiteindelijk bijna 1050 hPa). Met een aantrekkende oostenwind werd steeds koudere lucht aangevoerd. In de eerste novembernacht lag de temperatuur rond het vriespunt. De dagen hierna werd het alleen maar kouder en op 2 november vroor het tijdens de ochtend 2 tot 4 graden. Er stond een koude oostenwind en overdag kwam de temperatuur maar net boven het vriespunt uit, ondanks het feit dat de zon volop scheen.
Vroegste ijsdag
Na een nacht waarin de temperatuur in het binnenland daalde tot -5 à -6 graden, steeg op 3 november de temperatuur slechts een paar graden. Op veel plaatsen bleef de temperatuur het hele etmaal onder nul en dus was het een ijsdag. Deze derde november 1980 is daarmee de vroegste ijsdag in De Bilt met een maximumtemperatuur die niet hoger uitkwam dan -0.9 graden. Nog kouder was het in het uiterste oosten en zuidoosten van het land met -1 of -2 graden als maximumtemperatuur, in Twente werd het zelfs niet warmer dan -2,4 graden!
De kou had een behoorlijke impact. Ondanks dat sommige bomen nog aardig in blad stonden, leek het volgens sommigen volledig winter te zijn, temeer daar er uit de wolkenflarden die over het land trokken, af en toe wat motsneeuw viel. Meest opmerkelijk was de invloed van deze kou op de vegetatie. Er kwamen meldingen binnen van bomen die als het ware “gevriesdroogd” werden door deze koude noordooster en pardoes hun blad lieten vallen. Dit leverde enorme hoeveelheden blad op de grond op. Dit blad hoopte zich decimeters hoog op, vooral tegen allerlei obstakels en in de goot. De kou had ook behoorlijk wat invloed op de prijs van groente. Kostte een bloemkool eind oktober nog 80 cent op de veiling, toen de vorst in het land was, steeg de prijs naar twéé gulden en 40 cent.
Sneeuwval op 6 en 7 november
Na de recordvroege ijsdag bleef het nog een aantal dagen extreem koud voor de tijd van het jaar. In De Bilt konden in de eerste novemberweek een hele trits koudedagrecords worden genoteerd, waarvan er twaalf tot vandaag de dag nog stand wisten te houden. We sommen hier de dagrecords voor de maximumtemperatuur op, van 3 tot en met 7 november: -0,9; 0,7; 1,4; 0,7 en 0,6 graden.
In deze periode trok het hogedrukgebied langzaam naar het westen, de Noordzee op en een depressie boven Zuid-Europa begon langzaam naar het noorden te bewegen. Hierdoor nam de oostelijke wind verder toe en werden er soms forse windvlagen gemeten. Ondanks dat op enige hoogte al wat zachtere lucht binnensijpelde, bleef het direct aan het aardoppervlak dus nog altijd zeer koud. In de nacht vroor het licht tot matig en overdag kwam de temperatuur op veel plaatsen maar net boven nul. In de noordelijke provincies steeg op 6 november de temperatuur tot 4 à 5 graden. De aangevoerde lucht kwam daar deels over de ‘warme’ Noord- en Oostzee.
Op diezelfde dag kwam de eerste echt serieuze neerslag uit het wolkendek naar beneden. In de ochtenduren viel vooral ten zuiden van de grote rivieren af en toe wat lichte sneeuw of ijsregen. In de middag begon er ook in Gelderland, Overijssel en delen van Drenthe sneeuw te vallen en tijdens het vallen van de avond kwam het ook in Utrecht, Zuid-Holland en een deel van Noord-Holland tot sneeuwval. Op de meeste plaatsen werd het nog niet echt wit, alleen in Arnhem en omgeving lag in de avond al een laagje van 4 cm. De temperatuur daalde tot net onder nul en daardoor begon de sneeuw op sommige plaatsen te verstuiven. In de loop van de avond trok de sneeuwzone verder naar het noorden en na middernacht viel in het uiterste noorden van het land (natte) sneeuw.
In de nacht nam de intensiteit van de sneeuwval toe. Uiteindelijk kwam er een dik pak naar beneden. Dit was overigens niet het geval in zowel de noordelijke als zuidelijke provincies. In het zuiden werd het in de loop van de nacht al droog en in het noorden en noordwesten viel de neerslag, zoals eerder aangegeven, vooral als natte sneeuw. In het oosten van Groningen was het wel koud genoeg voor een goed pak sneeuw. Zo lag er iets ten zuiden van Winschoten ongeveer 10 cm sneeuw. Ook in de omgeving van Alkmaar verdween de meetstok behoorlijk diep in de sneeuwlaag. De meeste sneeuw lag echter precies over het midden van het land in een strook van Haarlem naar Almere en dan via de Veluwe naar de Achterhoek en zuidelijk Twente. Rondom Amsterdam moet een laag van ruim 15 cm hebben gelegen! Schrijver dezes woonde destijds in Amstelveen en mat op 7 november 12,5 cm sneeuw op de straat, 14 cm op ‘natuurgrond’ met uitschieters tot 18 cm!
Lange files
De dikke sneeuwlaag had die vrijdagochtend natuurlijk een behoorlijke impact op het verkeer. Het openbaar vervoer kwam deels stil te liggen. Treinen en bussen reden niet op tijd of kwamen soms helemaal niet opdagen. Ook ontstonden er lange files. In de pers viel te lezen dat er in totaal 135 km file stond tijdens de ochtendspits. Dit staat natuurlijk in schril contrast met de ochtendspits van vandaag de dag, waarbij er wellicht met een vergelijkbaar weerbeeld meer dan 500 km file komt te staan.
Dooi zette niet (direct) door
Het dooifront wist de koude lucht eigenlijk niet te verdrijven en daardoor sneeuwde het front boven ons land grotendeels uit. Tot ver in de middag vielen er her en der nog sneeuwvlokken. De temperatuur was daarbij wel tot iets boven nul opgelopen zodat het sneeuwdek deels inklonk, maar het verdween nog niet. De dagen erna kwakkelde het nog een tijdje door. Nevel, mist en hardnekkige wolkenvelden zorgde voor een grijs weertype waarbij het ’s nachts nog af en toe tot lichte vorst kwam. Overdag steeg de temperatuur meestal tot ruim boven nul, maar daar waar mist de hele dag bleef hangen, kwam het kwik maar net boven nul uit. Op 9 november kwam er een eind aan de winterse periode. Een koufront (met daarachter behoorlijk koude lucht op enige hoogte) trok over het land, maar omdat de wind vanaf zee waaide, kon nu de temperatuur wel overal aan een flinke stijging beginnen. De laatste sneeuwresten verdwenen in Oost-Nederland op 11 november.
Natuur zet zaken recht
Zo werd een unieke winterse periode afgesloten met in De Bilt één ijsdag, tien vorstdagen, een Hellmanngetal van 9,0 punten en een vorstsom van 28,3 punten. Verder oostwaarts was het nog kouder. Twente behaalde twéé ijsdagen, Deelen één, maar op die laatste meetpost konden in totaal gedurende de eerste novemberhelft twaalf vorstdagen worden genoteerd, vijf nachten met matige vorst, een Hellmanngetal van 16,3 en een vorstsom van 48,4 punten. Zelfs een ‘milde’ meetpost als Vlissingen wist nog zeven vorstdagen te pakken en 2,8 Hellmannpunten.
Rond het midden van de maand zette de natuur de zaken echter recht. Opnieuw was de circulatie antiwinters geworden en voerde een straffe zuidwestelijke wind zeer zachte lucht aan. Sterker nog, op 17 en 24 november werd het in De Bilt 14,9 en 14,4 graden, goed voor twee dagrecords die tot vandaag stand wisten te houden.
Ook de winter die volgde, was bepaald geen hoogvlieger, met in totaal slechts 39,9 Hellmanpunten en nog een drietal minimale ijsdagen. De 3e november 1980 bleef met een maximum van -0,9 graden echter de dag met de laagste maximumtemperatuur van het hele winterseizoen 1980-1981, en dat bijzondere record zal wellicht nog heel lang stand weten te houden.
Bronnen: Meteogroup, KNMI, Wetterzentrale, weergegevens.nl, mscha, eigen archief. Foto’s (tenzij anders vermeld): Tom van der Spek. Met dank aan Alfred Snoek.
Door: Tom van der Spek
Dank voor het doorgeven Tatanka!
Lees ook:
| Gewijzigd: 23 februari 2017, 12:48 uur, door Joyce.s