We staan hier in Wageningen geregeld bezoekers te woord over het herkennen van wolken. Want, uit een wolk kun je behoorlijk wat aflezen. En bovendien, wolken zijn mooi om naar te kijken. Oke, een grijs wolkenplakkaat zonder een gat erin is nogal van de saaiige, maar stapelwolken van wisselende vorm en omvang zijn niet zelden een lust voor het oog. Vaak zien we de lucht als een decor, maar de lucht is uitermate dynamisch. Wie goed oplet kan heel wat fraais te zien krijgen
Stapelwolken in alle maten en hoogten
Een groot deel van de tijd wordt het Nederlandse luchtruim ingenomen door stapelwolken, zo ook vandaag. Een stapelwolk is de meest gangbare wolkensoort. In een standaard warme zomerse situatie beginnen we 's ochtends met een blauwe lucht, ontstaan er vervolgens een paar kleine stapelwolken die in de middag steeds groter worden. In de late middag groeien een paar daarvan uit tot een onweersbui. Maar dit ritme is geen wet van meden en perzen.
Het mooie van stapelwolken is dat deze verschijningsvormen tussen zeer klein en zeer groot laten zien. Als het luchtruim tamelijk gesloten is, door bijvoorbeeld horizontaal uitgesmeerde cumuli, kunnen een paar opklaringen jacobsladders veroorzaken. Daarbij worden zonnestralen bijna afzonderlijk zichtbaar als ware het ladders om via omhoog te klimmen.
Foto 1. Een gat in de bewolking kan bij bepaalde lichtinval tot fraaie 'jacobsladders' leiden. Met wat fantasie kun je via deze trappen de wolk in klimmen. Foto is van John Dalhuijsen.
Cumuluswolken komen niet alleen in allerlei grootten, vormen en maten voor, ze zijn ook op elke hoogte in onze troposfeer terug te vinden. Op de tweede foto zien we schaapjeswolken. Dit zijn platgeslagen stapelwolken (doordat er een zogeheten inversie boven zit, die een verticale ontwikkeling van de wolken tegenhoudt) met gaten ertussen. Op de foto kun je niet goed de hoogte inschatten, ofwel gaat het hier om altocumuluswolken, ofwel stratocumuluswolken. De laatste wolkensoort hangt het laagst, onder 2 kilometer.
Foto 2. Gisteren zag Ben Saanen deze schapenwolken. Het zijn eigenlijk platgeslagen cumuluswolken. Afhankelijk van de hoogte waarop ze zich bevinden, op een foto vaak lastig te zien, zijn het altocumuluswolken (tussen 2 en 6 km hoogte) of stratocumuluswolken (tot 2 km hoogte).
Wolkenvaria
Er kunnen vele wolkensoorten naast elkaar zichtbaar zijn, of beter gezegd; boven elkaar. Zo zien we in foto 3 en 4 maarliefst drie wolkentypen plus een schaduw-effect. Het gaat van stapelwolken via altocumuluswolken naar cirrusbewolking (die laatste is de vliegtuigstreep). Bovendien kun je rechts onder de afzonderlijke schapenwolkjes nauwelijks meer van elkaar onderscheiden, wat een altostratuswolk aannemelijk maakt. Uit de schapenwolken valt geen neerslag, uit de stapelwolk op het moment van de foto ook niet. En uit een vliegtuigstreep kan geen neerslag vallen. Al moeten we dat enigszins nuanceren. Want, soms zie je een 'contrail' uitsneeuwen. Echter, de weg die de neerslag dan zou moeten afleggen naar de grond is dermate ver dat die sneeuw dan allang is verdampt.
Foto 3. Wie goed oplet ziet mooie dingen. Hier zien we meerdere verschijnselen, zowel bewolkings- als schaduwverschijnselen. Foto is gisteren door John Dalhuijsen gemaakt. Zoek de vier fenomenen.
Foto 4. En het zijn: Linksonder een cumuluswolk (stapelwolk). De plukjes zijn altocumuluswolken. Als je goed kijkt, zie je bij de kleine rode pijl een witte streep. Dat is een vliegtuigstreep (contrail). Bij de dikke rode pijl is de schaduw te zien van de dunne witte contrail.
Foto 5. Nog een vliegtuigstreep. Nu het origineel aan de linkerzijde, en de schaduw aan de rechterzijde. Te zien zijn ook hier altocumuluswolken. Bovendien zien we vegen sluierwolken; cirrus. De foto is van John Dalhuijsen.
Pilotengat
Foto 6 en 7 tonen een pilotengat, ofwel een punch hole cloud. Het ontstaan hiervan is nog niet helemaal ontrafeld. Het algehele idee lijkt dat er een vliegtuig over de bewolking is heengevlogen, vaak een propellervliegtuig. Een deel van de aanwezige druppels verandert door de sterke en kortdurende luchtdrukdaling in ijskristallen en trekt vervolgens omringende damp aan. Die damp bevriest op het kristal en op enig moment is de lucht zwaar genoeg om als sneeuw naar beneden te vallen. De oplettende 'luchtkijker' kan vooral rondom vliegvelden dergelijke verschijnselen nog wel eens ontwaren. Vaak gaat het om een cirkel- of ovaalvormig gat, soms zijn de gaten veel langgerekter.
Foto 6 Het pilotengat gefotografeerd door Gieny Westra. Als je aandachtig kijkt, zie je dat het een uitsneeuwend wolkje is. Die neerslag bereikt de grond bij lange na niet.
Foto 7. Ook Lucie Ritter zag een pilotengat, gisteren. In hoog hangende altocumuluswolkenis is de ovaalvorm met een stukje uitsneeuw te ontwaren.
Op de laatste foto zien we weer de oude vertrouwde cumuluswolk. Maar ook hier is nog wel wat over te zeggen. Een deel van een achtergelegen wolk is aan het opbollen, komt in het congestus-stadium. Dit opbollen komt door een grote onstabiliteit in de lucht en kan -bij doorgroei- leiden tot een echte bui.
Foto 8. Het geheel van wolken sluiten we af met wat cumuluswolken. De wolk links achter is een cumulus congestuswolk, er zit namelijk een opbollend effect in. Als deze stapelwolk verder opbolt, kan er op een gegeven moment regen uitvallen.
Bron: MeteoGroup
Lees ook: