Veel weerfotografen kijken er in de periode van ongeveer begin mei tot en met de eerste week van augustus naar uit: lichtende nachtwolken. Ofwel wolken die op ruim 80 kilometer hoogte in de atmosfeer voorkomen en na zonsondergang of voor zonsopkomst geruime tijd nog zonlicht weerkaatsen. In het donker zijn er dan een soort lichtgevende, bijna zilverkleurige wolken aan de horizon te zien. Dit levert uiteraard prachtige plaatjes op en die zien we graag!
Begin mei beginnen veel weerfotografen alweer uit te kijken naar de eventuele lichtende nachtwolken die soms te zien zijn. Foto: Karin Broekhuijsen.
Lichtende nachtwolken zijn over het algemeen goed te onderscheiden van gewone wolkenvelden. De gewone wolken reiken tot hooguit 20 kilometer hoogte en kleuren na zonsondergang eerst vaak rood en verkleuren vervolgens naar een grijstint in het donker. Ze steken na zonsondergang dus donker af in de lucht. Dit in tegenstelling tot lichtende nachtwolken. Deze hangen veel hoger in de atmosfeer en zijn wit, bijna zilverkleurig of lichtblauw, maar soms ook lichtgeel tot oranje. Voor alle duidelijkheid, de wolken geven zelf geen licht, maar weerkaatsen dus het licht van de zon die inmiddels achter de horizon verdwenen is. Om dit soort wolken te zien is er dus een specifieke zonnestand nodig.
IJle wolkenflarden
Dit type wolken ontstaat door stof in de bovenste lagen van de atmosfeer, veelal op 75 tot 85 kilometer hoogte, ofwel in de mesosfeer. Dat kunnen bijvoorbeeld stofdeeltjes zijn afkomstig van meteorieten. Bovendien is waterdamp nodig en erg koude lucht, tussen -90 en -145 °C. In feite voltrekt zich op die hoogte dan hetzelfde proces als bij rijpvorming aan het aardoppervlak. De waterdamp zet zich als ijskristalletjes af op deze stofdeeltjes. Dit dunne laagje ijs dat de verschillende stofdeeltjes omhult, weerkaatst uiteindelijk het zonlicht. Aan de nachtelijke hemel is dit dan te zien in de vorm van ijle wolkenflarden die vrij dicht boven de horizon verschijnen.
Uit recent onderzoek van NASA is gebleken dat er de laatste jaren steeds vaker lichtende nachtwolken te zien waren tussen 40 en 50 graden noorderbreedte. Dit is een afbeelding van lichtende nachtwolken boven de Noordpool in 2010. Gebaseerd op historische temperatuur- en waterdampdata. Bron: AIM.
Onderzoek
Uit recent onderzoek van NASA, het onderdeel Aeronomy of Ice in the Mesosphere ofwel AIM, is nu gebleken dat lichtende nachtwolken (in het Engels: noctilucent clouds) de laatste jaren steeds vaker te zien waren tussen 40 en 50 graden noorderbreedte. Grofweg de noordelijke helft van de Verenigde Staten en de zuidelijkste delen van Canada, of in Europa een strook over Frankrijk, de Alpen richting de Balkan. Om tot deze conclusie te komen, gebruikten de onderzoekers historische temperatuurdata uit de periode van 2002 tot 2011 en waterdampdata uit eerder onderzoek van NASA tussen 2005 en 2011. Deze gegevens hebben ze modelmatig om weten te zetten naar de aanwezigheid van wolken.
Ook in Nederland zijn soms lichtende nachtwolken te zien. Deze foto is gemaakt door Steyn van Antwerpen (uit archief).
Vaker te zien
Het model werd vervolgens getest door de uitkomsten te vergelijken met observaties van zowel een Zweedse als een Amerikaanse satelliet die tijdens verschillende momenten in hun vlucht lichtende nachtwolken op de lagere breedtegraden waarnamen. De uitkomst van het onderzoek kwam bijzonder goed overeen met de echte waarnemingen. Ofwel, dat lichtende nachtwolken inderdaad steeds vaker te zien waren in de periode van 2002 tot 2011.
Ook Jan Kelderhuis wist de bijna zilverkleurige wolken mooi op de plaat vast te leggen (uit archief).
Samenhang
Deze verandering lijkt samen te hangen met de daling van de temperatuur op de hoogte waar lichtende nachtwolken bestaan in de atmosfeer. De koudste plaats op deze hoogte in de atmosfeer is in deze zomer het gebied boven de polen, maar ook op zuidelijkere breedtegraden wordt het de laatste jaren dus kouder. Dit roept bij dit team van onderzoekers natuurlijk ook vragen op omtrent het hele klimaatsysteem. De volgende vraag die deze groep nu gaat onderzoeken is dan ook of de toename van het aantal lichtende nachtwolken en dus de bijbehorende temperatuurdaling in de laatste 10 jaar te maken kan hebben met de overgang van een zonnemaximum in 2002 naar een zonneminumum in 2009. Wordt dus nog vervolgd!
Lichtende nachtwolken komen op ongeveer 80 kilometer hoogte in de atmosfeer voor. Stofdeeltjes, waterdamp en zeer lage temperaturen zijn de ingrediënten voor dit fenomeen, in combinatie met een specifieke zonnestand. Foto: Bert Berends.
Lees ook:
| Gewijzigd: 11 april 2014, 13:48 uur, door Sanwa