Na het mooie en betrekkelijk warme weer komen er wat koude nachten aan. In de nacht van dinsdag op woensdag koelt het af tot aan het vriespunt. Aan de grond kan het dan licht tot matig (0 tot -10 graden) vriezen. Dat meldt Weeronline maandag.
Koude nachten zijn niet uitzonderlijk deze tijd van het jaar. Maar door het mooie weer staan onder meer fruitbomen vol bloesem. Kwekers zullen daarom wellicht de bloesem met water moeten bespuiten om de toekomstige vrucht tegen bevriezing te beschermen.
Fruittelers hebben vaak een nachtvorstmelder. Besproeien heeft zin tot min 4 of min 5 graden, als het kouder wordt dan werkt het niet meer en raakt de bloesem beschadigd, aldus een woordvoerder van de Nederlandse Fruittelers Organisatie. Veel fruitbomen op kwekerijen zijn niet hoger dan 2,5 meter en de bloesem begint al op 30 of 40 centimeter hoogte.
Volgens de woordvoerder is het nu wel een gevoelige periode voor het fruit. De pruimen- en kersenbomen zij uitgebloeid, de perenbomen bloeien na en de appelbomen komen eraan.
Komende nacht koelt het al af tot enkele graden boven nul en kan het in de zuidelijke helft van het land aan de grond (10 centimeter hoogte) enkele graden vriezen. Ook de nacht van woensdag op donderdag is nog koud.
Bron: NU
Onweersdagen: 0
Dat we in een kille luchtsoort vertoeven, is wel duidelijk. Niet alleen is het killetjes buiten, ook koelde het afgelopen nacht aan de grond her en der af tot onder nul. De laagste temperatuur vlak boven de grond is bereikt op station Eindhoven met -3,5 graden. Op gangbare waarnemingshoogte (1,5 meter boven de grond) is het op Deelen, bij Arnhem, tot een tiende onder nul gekomen. Komende nacht zal de temperatuur op veel meer plaatsen onder nul dalen.
De appelbomen staan prachtig in de bloesems. Komende nacht zullen heel wat fruittelers hun bomen besproeien om vorstschade te voorkomen. Foto: W. van de Broek.
De nachtelijke temperatuur is afhankelijk van meerdere variabelen. Hoe helderder de nacht, des te lager de temperatuur kan uitpakken. Als er een windje blijft waaien, wordt de lucht doorgemengd en komt er niet zo snel een koude nacht uit de bus. Is het echter windstil, dan koelt het steviger af. Hoe kouder je begint in de avond, des te rapper kan de temperatuur onderuit gaan. Ook geldt dat een lange nacht gemakkelijker koud uit kan pakken, dan een korte nacht. Er is simpelweg meer tijd voor de afkoeling beschikbaar. Echter, ook al zijn de nachten inmiddels korter dan de daglichtperiode, bij bepaalde luchtsoorten zijn lage minimumwaarden nog goed haalbaar. Sterker nog, alleen de maanden juli en augustus zijn in Nederland vorstvrij. In alle maanden daar omheen kan het –in ieder geval aan de grond- best tot vorst komen
Wat er gebeurt tijdens een heldere, windstille nacht
Als ’s avonds de zon ondergaat, begint de aarde haar warmte uit te stralen. Dat gebeurt overdag ook, maar dan ‘overstemt’ de instraling van de zon deze uitstraling. Nu er geen extra warmte wordt toegevoegd, begint de afkoeling. Zoals de opwarming overdag altijd aan de grond begint, zo begint de afkoeling tijdens de donkere uren ook aan de grond. Dit kun je zelf goed testen door op een zonnige voorjaarsdag een stoepsteen (in de zon) te voelen. Die is warmer dan de luchttemperatuur. Als je een thermometer vlak boven de stoep houdt, geeft die een hogere temperatuur aan dan op 1,5 meter boven de tegel. Op een fraaie zomeravond voel je daarentegen de kou juist ‘optrekken’ vanaf je voeten. De afkoeling begint aan de grond.
Vandaar ook dat het ’s ochtend vaak aan de grond kouder is dan iets hogerop. Waarbij het begrip ‘grond’ relatief is. Ook een plat dak straalt uit en functioneert zodoende als grond.
De luchtdruksituatie van morgen, woensdag. Een hogedrukgebied ligt iets ten oosten van ons land. Geleidelijk steekt een zuidoostelijk briesje op.
Komende nacht
Met de wolken die vanmiddag eerst nog boven ons hangen, zou je in eerste instantie niet aan een naderende koude nacht denken. Maar die wolken trekken weg en lossen op doordat we onder een hogedrukgebied komen te liggen. Tegen het einde van de middag merken we dat al. Bovendien, doordat het hogedrukgebied vanuit het westen dichterbij komt, neemt de wind sterk af. De luchtsoort, polair, waar we in vertoeven, blijft gelijk. En zie hier, het recept voor een koude nacht.
We verwachten op veel plekken een graadje vorst, lokaal kan het op 1,5 meter boven de grond zelfs 2 graden vriezen. Aan de grond kan het dan gemakkelijk 3 tot 5 graden onder nul zijn. Rijp op de velden, mogelijk her en der een mistbank en regionaal wat ijs op de autoruiten kunnen optreden. Het betekent ook dat de fruittelers paraat zullen staan voor de bescherming van de bloesems.
Dit hogedrukgebied ligt vannacht juist pal boven ons, leidend tot windstille en heldere omstandigheden.
Schaduw versus zon
Het fraaie van een koude voorjaarsnacht is dat er meestal een prachtige voorjaarsdag op volgt. Onder invloed van het hogedrukgebied is het zonnig, met slechts zeer lokaal een kleine en tijdelijke wolk. Er steekt een zwakke zuidoostelijke wind op en de temperaturen zullen op de meeste plekken rond 15 graden schommelen. Hierbij zullen er grote verschillen in beleving zijn tussen zon en schaduw. In de zon voel je niet alleen de luchttemperatuur, maar ook de directe warmtestraling van de zon. In de schaduw voel je alleen de luchttemperatuur, en dan blijkt 15 graden voor de meesten van ons te weinig om al in het T-shirt te lopen.
Bron: MeteoGroup
Lees ook:
Er wordt in de komende nacht vorst voorspeld. Dat betekent dat het wel eens een "heel gevaarlijke nacht" kan worden voor de Limburgse fruittelers en hun bloesems. Dat zegt Jef Vercammen van het Proefcentrum Fruitteelt, een Limburgs kenniscentrum.
"Afgelopen nacht daalde de temperatuur al tot -2,9 graden", zegt Vercammen. "Nu worden aan de grond temperaturen tot -5 graden voorspeld, samen met een lage luchtvochtigheid." Fruittelers die over de mogelijkheid beschikken, kunnen de bloesems in hun boomgaarden dus maar beter beschermen.
Fruittelers beschikken over verschillende mogelijkheden om zich enigszins te beschermen tegen de vrieskou. Meestal wordt daarbij gebruikgemaakt van een 'frostbuster', een toestel dat warme lucht uitstoot en waarmee de teler door de plantage rijdt. Daarmee kan een kleine 10 hectare worden beschermd. Het helpt ook als het gras kort is en de grond nat, zegt Vercammen.
Beregenen is een andere manier om bevriezing tegen te gaan. Maar die techniek werkt enkel bij appels en peren, niet bij kersen. Bovendien krijgen weinig Belgische telers er een vergunning voor. Ook parafinetonnen worden maar beperkt ingezet, wegens duur en arbeidsintensief. Tot slot kunnen ook windmolens helpen, die warmte van boven naar beneden halen, maar die worden volgens Vercammen maar erg beperkt gebruikt.
Bron: HLN | Gewijzigd: 3 februari 2017, 14:17 uur, door Joyce.s
Bij verschillende fruittelers in Overijssel ging afgelopen nacht voor het eerst dit jaar de nachtvorstberegening aan.
Nachtvorstberegening wordt gedaan om de bloesem in fruitbomen en aardbeienplanten met water te beschermen tijdens nachten dat het vriest. Afgelopen nacht vroor het licht. Hardrik Hindriksen van De Manderveense Aardbei laat op Twitter weten dat het dit jaar qua nachtvorstberegening een makkie is.
Vorig jaar ontstonden ware ijssculpturen op de aarbeienplanten door de combinatie van water en flinke kou. Normaal gesproken, zo ook dit jaar, verdwijnt het ijs gedurende de dag weer van de planten. Dat gebeurde vorig jaar niet.
Bron: RTVOost
Onweersdagen: 0
De fruittelers in ons land hebben een bange nacht achter de rug. Er was nachtvorst voorspeld, net nu de bloesems van de fruitbomen in volle bloei staan. Als de bloesems bevriezen kunnen ze afsterven, met rampzalige gevolgen voor de fruitoogst. Fruitboeren doen er daarom alles aan om de temperaturen in de boomgaarden boven nul te houden. Dat kan met vuurpotten, maar ook een helikopter kan helpen. Door laag over de boomgaarden te vliegen blazen de wieken van de helikopter warme lucht naar beneden, waardoor er geen grondvorst ontstaat.
Bron: HLN/VTM
Onweersdagen: 0
De natuur loopt deze lente ongeveer een maand voor op vorig jaar. Ook is ze een stuk groener. Dat meldt de website Natuurbericht.nl. Loofbossen en graslanden zijn bijna 30 procent groener dan vorig jaar, zo blijkt uit waarnemingen van de Groenindex, die met satellietbeelden wordt bepaald.
De meidoorn bloeide dit jaar al op 14 april, een maand vroeger dan vorig jaar toen Nederland een koude lente kende. De brem bloeit zelfs vijf weken vroeger dan anders.
Naast de uitbundige bloei is de zeer vroege start van de lente goed te zien aan het feit dat bomen al vol in blad staan. De bladontplooiing van de berk was 21 dagen vroeger dan normaal, de beuk 22 dagen en de eik zelfs 25 dagen.
Zonnig maar nat
De vroege bloei wordt mede veroorzaakt door het zachte weer van de afgelopen maanden. Volgens weeronline.nl is de maand april zonniger, maar ook natter verlopen. Dat meldt de website zondag.
De hoeveelheid zonuren komt naar verwachting uit op 179, tegen 173 normaal. Doordat de laatste dagen van de maand buiig gaan verlopen, zal de hoeveelheid neerslag uitkomen op circa 50 millimeter, waar 43 millimeter normaal is.
Er waren wel veel verschillen binnen Nederland: het noorden kreeg ruim meer neerslag dan anders, terwijl het in het zuiden juist een stuk droger was. April kende een warme start. Met 20,2 graden in De Bilt was de eerste dag van de maand de warmste 1 april ooit gemeten.
Bron: NU
Onweersdagen: 0
Ondanks veel bewolking kan de zonkracht toch behoorlijk sterk zijn. Foto: Ben Saanen.
Velen zullen het wel herkennen. Als je op een grijze voorjaarsdag lang buiten bent geweest, dat je huid dan ondanks de vele bewolking toch behoorlijk verbrand blijkt te zijn. Blijkbaar komt er meer zonnestraling door een wolkenpakket heen, dan je op het eerste gezicht zou denken. Veel mensen smeren echter pas anti-zonnebrandcrême, als de lucht strakblauw is en de luchttemperatuur zomerse waarden van 25 graden of hoger heeft bereikt. Hebben bewolking en luchttemperatuur eigenlijk wel invloed op de snelheid waarmee je huid verbrandt? We laten ons (zon)licht erover schijnen.
De meeste mensen staan er niet zo bij stil, maar in het dagelijks leven wordt onze huid aan verscheidene vormen van straling blootgesteld. Denk maar eens aan de elektromagnetische straling afkomstig van mobiele telefonie, televisies en computers óf infrarode straling, ook wel warmtestraling genoemd. Zodra de luchttemperaturen fors beginnen te stijgen en het aantal zonuren aanmerkelijk oploopt, komt de term zonkracht vaak al snel om de hoek kijken. Deze veelgebruikte term hangt weer samen met nog een andere vorm van straling, zogenaamde ultraviolette straling.
Als gevolg van verstrooiing van zonlicht in uiterst fijne wolkendruppeltjes, weet onder andere UV-straling door wolken heen te komen en als diffuse straling het aardoppervlak te bereiken. Foto: Jan Bouwers.
Zonkracht óf UV-index
Dat de zon een enorme hoeveelheid energie uitzendt, zal waarschijnlijk weinig mensen verbazen. Aan de hand van vrij eenvoudige natuurkunde kan worden berekend dat de maximaal inkomende zonnestraling bij afwezigheid van een dampkring 1367 W/m 2 betreft. De aardse atmosfeer houdt echter een aanzienlijk deel van deze straling tegen. Gemiddeld over de aardbol ontvangt elke vierkante meter namelijk slechts 342 Watt aan zonne-energie. Daarvan bestaat maar ongeveer 5% van deze inkomende straling uit ultraviolette straling, ook wel afgekort als UV. De intensiteit van deze UV-straling wordt veelal aangeduid door middel van de UV-index of ook wel zonkracht. Van de overige inkomende zonnestraling bestaat ongeveer de helft uit infrarode straling en nog eens zo’n 45% uit zichtbaar licht.
Een hogere zonkracht geeft aan dat een gemiddelde huid eerder schade ondervindt als gevolg van aaneengesloten blootstelling aan zonnestraling. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bepaalt dagelijks de verwachte zonkracht, die publiekelijk beschikbaar worden gesteld. In ons land lopen de waarden voor de zonkracht uiteen van maximaal 1 in januari tot maximaal 8 in juli. Zuidelijkere gebieden als de Mediterrane landen en de Alpen en Pyreneeën ontvangen gemiddeld meer zonnestraling dan onze regio, waardoor de UV-index daar in het zomerseizoen regelmatig waarden van 10 tot 12 weet te bereiken. In tegenstelling tot wat veel mensen denken hoeft het echter absoluut niet zonnig weer te zijn om verbrandingsverschijnselen aan de huid te krijgen. Dit heeft te maken met de verstrooiing van zonlicht.
Hoge temperaturen en een blauwe lucht zijn geen vereiste voor hoge UV-indices. Foto: Reinier van Assen
Diffuse straling
De aanwezigheid van wolken heeft zeker invloed op de hoeveelheid inkomende straling. Zo wordt een belangrijk deel van de zonne-energie door bewolking direct teruggekaatst naar het heelal. Toch weet een deel van de energie als gevolg van verstrooiing door wolkendruppeltjes het aardoppervlak te bereiken, waardoor ook ultraviolette straling door het wolkendek heen komt. In tegenstelling tot directe straling spreken we hier van diffuse straling als gevolg van verstrooid zonlicht. Grofweg kan gesteld worden dat de UV-index wordt gehalveerd bij bewolkt weer ten opzichte van onbewolkte condities.
Bij een hoge zonkracht is het raadzaam om midden op de dag de schaduw op te zoeken. Foto: Gé Ensing.
Huidverbranding
Straling is niets anders dan een energiegolf. Hoe korter de golflengte des te lager de energetische intensiteit van de straling is. Infrarode straling is een relatief langgolvige straling en is daardoor een stuk minder gevaarlijk dan de kortgolvige ultraviolette straling. De UV-straling is als gevolg van de relatief hoge energetische intensiteit een belangrijke bron van huidkanker, doordat deze straling bij een overdosis schade veroorzaakt aan huidcellen. Hierdoor wordt aangeraden om bij een relatief hoge zonkracht direct zonlicht te mijden en de huid regelmatig in te smeren met anti-zonnebrandcrême. Op de verpakking van deze crêmes staat een vermenigvuldigingsfactor vermeld, die aangeeft met hoeveel keer de tijdsduur vermenigvuldigd mag worden waarop de gemiddelde huid bij de actuele zonkracht verbrandt. Even een voorbeeld: stel je gebruikt een crême met factor 20, dan verbrandt de gemiddelde huid bij een zonkracht 4 niet na 30 minuten, maar pas na ruwweg 600 minuten. Doordat de mate van UV-straling onafhankelijk is van de luchttemperatuur, zal je huid bij koude lucht net zo snel verbranden als bij warme lucht.
Op dit kaartje zijn de zonkracht en de betekenis ervan van Europa, afgelopen middag om 12:00 uur te zien. Bron: WeatherPro.
De gemeten (groene balkjes) en maximaal haalbare (rode lijn) zonkracht vandaag in Bilthoven. Bron: RIVM.
Bron: MeteoGroup.
Belga
De combinatie van hoge temperaturen en voldoende vochtigheid zijn ideale omstandigheden voor de ontwikkeling van insecten en dus ook muggen. Dat zegt insectendeskundige Patrick Grootaert, hoofd van het departement Entomologie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).
"Insecten staan er zeer goed voor, en als het weer hetzelfde blijft, dan mogen we ons aan meer muggen dan normaal verwachten", zegt Grootaert. "Vooral het lenteweer is bepalend voor de onmiddellijke toekomst. De eitjes zijn gelegd en de larven ontwikkelen zich momenteel in stilstaand water. Door de echt hoge dagtemperaturen -normaal schommelen die onder de vijftien graden- groeien de larven snel en ontwikkelen de muggen zich iets vroeger dan normaal." Toch houdt Grootaert nog een slag om de arm als het weer omslaat.
Dat ook de winter zacht was, is dan weer slechter voor insecten. "Zachte winters zijn doorgaans slechter dan koude winters, want dan krijgen insecten last van schimmels die op de dieren parasiteren. Een winter met vriesweer is noodzakelijk om die schimmels te onderdrukken."
Het is verder nog te vroeg om te voorspellen of er veel wespen zullen opduiken. Terwijl regen noodzakelijk is om de larven van muggen tot ontwikkeling te brengen, is net droog weer ideaal voor de voorplanting van wespen, want de helft van hen legt eitjes in verlaten konijnenpijpen.
Bron: De Redactie
In het zuiden van Nederland is het veel te droog. Ook in sommige oostelijke delen van het land is het te droog voor de tijd van het jaar.
Dat schrijft de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) in het nieuwste droogtebericht. Op de Gelderse IJssel blijft een scheepvaartbeperking van kracht, terwijl ook de voorsluis bij Eefde in gebruik blijft. Die voorsluis maakt het mogelijk om de Twentekanalen van voldoende water te blijven voorzien.
Sproeiverbod
In de stroomgebieden van de Dommel, Beerze en Reusel in Noord-Brabant is sinds een week het sproeien van akkers met water uit sloten en beken verboden. Boeren die een speciale vergunning hebben, mogen grondwater gebruiken.
De LCW verwacht dat de zeer lage waterstand van de Maas aanhoudt omdat het niet voldoende zal gaan regenen in het stroomgebied van die rivier. Het peil van Rijn, Waal en IJssel neemt de komende dagen wel toe en is naar verwachting aan het eind van de week op een vrijwel normale stand voor het voorjaar.
Door de afgelopen warme weken is er wel eerder en meer vraag naar water. Dat er al veel stuwen zijn opengezet en dat er al sproeibeperkingen zijn ingesteld, noemt de LCW 'uitzonderlijk vroeg'.
Bron: RTLNieuws
Onweersdagen: 0
Vanmorgen stond er 370 kilometer file, meteen de langste file van het jaar. Het was een vreselijke ochtendspits, door de regen en de ongevallen in de regen. Maar ook doordat ze op verschillende plaatsen aan het werken zijn. Dat heeft ervoor gezorgd dat we vanmorgen tot een uur langer in de file hebben gestaan.
Bron: VTM / HLN | Gewijzigd: 29 april 2014, 18:18 uur, door Marga
Een enorme regenbui heeft er opnieuw voor gezorgd dat delen van Drenthe te maken hebben met wateroverlast. Blanke straten in Wapse, Bovensmilde en Assen. Daar zou binnen een uur 40 millimeter regen naar beneden zijn gevallen. Waterschap Reest en Wieden is momenteel druk bezig om het overtollige water af te voeren. Vorige week woensdag zorgde een onweersbui ook al voor veel overlast. Complete parkeergarages en kelders kwamen toen onder water te staan.
Bron: DvhN | Gewijzigd: 3 februari 2017, 14:17 uur, door Joyce.s
Door zeer plaatselijk noodweer staan in sommige Overijsselse plaatsen de straten blank. In Balkbrug kwam het water door een wolkbreuk zo hoog te staan dat inwoners met bootjes door de straten konden.
Volgens RTV Oost-weerman Martin Bosch ging het om zeer plaatselijke buien. Terwijl in Zwolle mensen op het terras zaten, kwam het in Losser met bakken uit de hemel. In korte tijd viel 26 millimeter neerslag met ook hagel. Ook in Rijssen viel veel regen.
Met bootjes door Balkbrug
In Balkbrug stroomde een straat volledig onder en kwamen putten uit de grond. De brandweer heeft daarom uit voorzorg de straat afgezet en is begonnen om het water weg te pompen. Meerdere schuurtjes en kelders kwamen onder water te staan. Kinderen uit de straat maakten van de nood een deugd en gingen met een bootje het water op. Aan het begin van de avond waren de buien zo fel op de A1 bij Apeldoorn dat automobilisten door het slechte zicht niet door konden rijden.
De regenbuien zijn overigens nog niet vertrokken uit onze provincie. Er kan vanavond nog hier en daar een bui vallen.
Bijzonder
Volgens weerman Martin Bosch hebben we sinds december al te maken met temperaturen die hoger dan gemiddeld zijn. Er is inmiddels sprake van een 'zomerse sfeer' en daarom ook deze buien, die normaal gesproken alleen in maanden als juli en augustus voorkomen.
Bron: RTVOost
Onweersdagen: 0
Voor de asperge is 2014 nu al een recordjaar. Het vroege, zonnige lenteweer maakt dat de oogst voor het eerst sinds vijf jaar zó groot en de prijs zó laag is.
Betaalde je vorig jaar in de Carrefour nog bijna 8 euro voor een halve kilo asperges, dan leg je nu 5 euro neer. Colruyt doet nog straffer en biedt een bundeltje aan voor amper 3 euro. "Mogelijk daalt de prijs nog verder, want mei wordt de maand bij uitstek met de productie van 200.000 kilo Flandria-asperges", voorspelt landbouwspecialist Luc Busschaert.
© anp.
En niet alleen de hoeveelheid is uitzonderlijk. "De weersomstandigheden hebben dit jaar voor een buitengewone kwaliteit gezorgd." Of die onverwacht grote oogst ook voor een overschot zal zorgen, durft Busschaert nog niet te zeggen. "Begin juni eindigt het seizoen en dan kunnen we meer zeggen. Maar als de oogst zo blijft evolueren, is een overschot niet uitgesloten en moet een deel mogelijk worden vernietigd."
Ook andere groenten en fruit zijn goedkoper door het mooie weer. Aubergines, paprika's, kropsla, komkommers, aardbeien. Vooral de aardappelen zorgen voor een uitschieter, met een nieuwe oogst die tot 20 procent goedkoper wordt verwacht dan vorig jaar. "Dat komt door de importboycot van Rusland, die de aardappelen vandaag al tot 40 procent goedkoper maakt."
Bron: HLN
Onweersdagen: 0
Uitzonderlijk zachte weer houdt ook in april aan
Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van ca. 12,1 °C tegen 9,2 °C normaal, eindigde april op de vierde plaats in de rij van zachtste aprilmaanden sinds 1901. Op een gedeelde eerste plaats in deze lijst staan april 2011 en 2007 met 13,1 °C, op de derde plaats staat ook al een recent jaar; 2009 met 12,2 °C. Inmiddels zijn sinds december alle vijf maanden op rij in de top tien geëindigd. Het zeer zachte weer duurt hiermee uitzonderlijk lang.
De maand begon dit jaar gelijk met een serie zeer zachte dagen. De eerste decade van de maand (dag 1 tot en met 10) was met een gemiddelde temperatuur van 12,7 °C de zachtste in ruim een eeuw. De zachte lucht werd aangevoerd uit het (zuid)oosten rond hogedrukgebieden boven het continent. In het midden van de maand werd lucht over zee aangevoerd en daalde de temperatuur naar normale waarden voor de tijd van het jaar. Op 16 april kwam het in De Bilt in de vroege ochtend tot vorst. Het normale aantal vorstdagen in april bedraagt in De Bilt vier. De landelijk laagste temperatuur van de maand, -2,9 °C, werd die dag gemeten in Twenthe en Deelen.
In de tweede helft van de maand werd de stroming oost en liep de temperatuur weer op. Op 25 april werd het in het zuidoosten van het land lokaal voor het eerst dit seizoen zomers warm (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger). Ell was die dag met 25,3 °C het warmste KNMI-meetpunt. In De Bilt werd de zomerse grens nog niet bereikt, wel werden acht warme dagen (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) geregistreerd, tegen drie normaal.
Met gemiddeld over het land ca. 40 mm week de hoeveelheid neerslag niet veel af van het langjarig gemiddelde van 44 mm. De noordelijke helft van het land was het natst met plaatselijk meer dan 100 mm regen. In het zuiden viel het minst, enkele stations kwamen uit op slechts ca. 10 mm.
Opvallend waren de zomers aandoende buien die vergezeld van onweer en hagel lokaal overlast veroorzaakten op 23, 24, 25 en 29 april. Zo bracht een bui op de 24e rond Utrecht tijdens de avondspits ca. 30 mm in korte tijd, waarvan een groot deel in de vorm van 2 cm grote hagelstenen. Op 29 april viel uit traag trekkende buien in het oosten lokaal meer dan 50 mm.
Landelijk gemiddeld scheen de zon ca. 180 uren tegen 178 uren normaal. In het zuidwesten scheen de zon het meest, lokaal ca. 195 uren. In het oosten en noorden was de zon minder te zien, in Groningen plaatselijk niet meer dan ca. 160 uren. In De Bilt werden ca. 175 zonuren geregistreerd tegen 174 uren normaal. Vooral rond het midden van de maand scheen de zon vaak uitbundig. De laatste tien dagen van de maand verliepen vrij somber met op sommige plaatsen maar ongeveer de helft van de gebruikelijke zonduur.
Bron: KNMI
Het maken van een weersverwachting is al een tweetal weken een behoorlijk hachelijke onderneming. Eigenlijk verlangt een aantal van ons in de weerkamer naar een echt ‘ouderwets’ front. Zo eentje die netjes volgens het boekje van zuidwest naar noordoost over het land trekt. Met een duidelijk begin- en eindpunt van de regen. Maar dat hebben we niet… We moeten het doen met een bijna zomers aandoende luchtsoort, waarin gemakkelijk buiengebieden ontstaan. Ook voor vanmiddag staat er weer een aantal buien op het programma. Hoe ontstaan deze en waar verwachten we ze?
De moeilijkheid van het huidige ‘lastige’ en bijna onberekenbare weertype vindt zijn oorsprong in een aantal zaken. Zo bevinden we ons al enige tijd in een tamelijk stromingsloos gebied. Noch aan de grond, noch op enige hoogte is een serieuze bries aanwezig. Hierdoor komt het op hele subtiele processen aan als het gaat om wolkenvorming en het oplossen van bewolking. Bovendien is de lucht al tijden behoorlijk vochtig, tamelijk warm en nogal onstabiel van opbouw. Dat laatste houdt in dat de temperatuur met de hoogte sterk afneemt, waardoor eenmaal gevormde stapelwolken gemakkelijk tot een bui kunnen uitgroeien. Op haar beurt leidt buienvorming ook weer tot beïnvloeding van het weer op andere plekken. De buien die maandagmiddag- en avond namelijk boven delen van Duitsland ontstonden, losten maar nauwelijks op, gingen wat bij elkaar klitten en schoven vervolgens gisterochtend al uitdovend als een uitgebreide regenzone Gelderland in.
Kaart 1. Dit is de luchtdruksituatie van vanmiddag. Een zwak front over het zuiden van het land en een zone met wat extra luchtstijgbewegingen boven het noordoosten. Tussen beide zones in lijken de dauwpunten het hoogst te zijn.
In een onstabiele atmosfeer, kunnen dikke buien ontstaan. In het zomerhalfjaar wel met toppen die tot boven 11 of 12 kilometer hoogte uitkomen. Als zo'n bui stil hangt en uitregent, komt er een heleboel vocht uit. Deze foto is van Martin de Jongh, uit Rheden. Vlakbij Rheden viel vorig jaar op 23 juli zoveel regen dat de straten tijdelijk onderliepen.
Nauwelijks beweging
Het weer is de ene dag dus veel lastiger te verwachten dan de andere dag. Vanaf vrijdag komt er voor ons wederom meer schot in de zaak als er een kille noordenwind opsteekt, maar tot die tijd zijn we nog aan het stoeien met de buien.
Gistermiddag en –avond vielen er straffe buien in Groningen, Drenthe, Overijssel en het noorden van Gelderland. Het Overijsselse Giethoorn kreeg 32 millimeter in 2 uur tijd te verwerken. Dat is veel! En ook op een paar andere plekken kon de riolering het regenwater niet zo snel wegwerken. Aangezien we in dezelfde luchtsoort als gisteren vertoeven, is dus ook vanmiddag een aantal pittige buien mogelijk. Met nog immer het ontbreken van wind, kunnen de buien lang boven eenzelfde plek uitregenen. Wat dat betreft zijn later vandaag ergens in het land eenzelfde soort foto’s te schieten als gisteren: rubberbootjes in de straten.
Waar kijken we naar?
Er zijn meerdere elementen van belang als we willen uitzoeken waar we buien mogen verwachten. Links naast dit verhaal worden een aantal aspecten uitgelicht. Na het bekijken van de algemene weerkaart (die dus sowieso op een juiste manier geanalyseerd dient te zijn om de juiste eerste signalen te krijgen), kunnen we een blik werpen op de luchtvochtigheid. De vochtigste gebieden kunnen net wat meer voeding bieden aan een potentiële bui.
In kaart 2 zijn de hoogste dauwpunten omcirkeld. Het dauwpunt is een maat voor de luchtvochtigheid en hoe hoger dat is, hoe meer er vocht er in potentie door een bui benut kan worden. In kaart 3 hebben we bovendien bekeken wat het lichte briesje doet. We zoeken namelijk naar een zogeheten convergentielijn. Een lijn waarbij de lucht ‘convergeert’, ofwel; naar elkaar toe stroomt. Op een dergelijke plek botst lucht als het ware op elkaar en komt er een overschot aan lucht tot stand. Ook met een heel licht en nauwelijks zichtbaar convergentielijntje kan er al zo’n surplus tot stand komen. Vervolgens moet die lucht ergens heen en dit zal veelal een luchtstijging opleveren. Een dergelijke extra push kan net genoeg zijn om de stapelwolk tot het buienstadium te laten uitgroeien.
Kaart 2. Het dauwpunt is een maat voor de luchtvochtigheid. Dit zijn de opgetreden dauwpunten van vanochtend 08.00 uur. In de cirkel de hoogste waarden, al een eerste aandachtsgebied voor wat betreft buienvorming
Kaart 3. Vervolgens kijken we naar de dauwpunten die vanmiddag om 15.00 UTC worden verwacht (17.00 uur lokale tijd). In de cirkel de hoogste dauwpunten. De vier horizontale strepen zijn plekken met extra convergentie. Voor uitleg over convergentie, zie tekst.
In kaart 4 kijken we ook nog even naar 1 van de vele parameters die in de meteorologie worden gebruikt om de kans op onweer in een bui in te schatten. Het gaat hier om de CAPE waarden. Cape staat voor Convective Available Potential Energy. Het gaat hierbij dus om stromingen van warmte, opwaarts, thermiek. Hoe groter het verschil tussen het opstijgende luchtpakketje en de lucht waar ‘ie doorheen stijgt, des te onstabieler de lucht en des te groter de kans op zware buien. Voor Nederland geldt min of meer dat een CAPE van 500 tot 1000 Joules per kilogram een aanwijzing is voor een tamelijk onstabiele situatie. Op de kaarten zien we de hoogste CAPE-waarden in het oosten staan, boven Overijssel en Gelderland. Precies op de plekken waar ook de luchtvochtigheid en de convergentie gunstig meekoppelen met de buienkans.
Net als we in eerdere verhalen schreven, zijn dit maar een paar elementen die we bekijken om in te schatten waar en in welke mate, buien gaan ontstaan. Ook temperatuur en bovenluchttoestand tellen zwaar mee. Zoals altijd in buiige situaties, bestuderen we vooral ook temperatuurgrafieken. In Figuur 2 staan twee van deze grafieken naast elkaar. De rechter is de onstabiele grafiek, zoals verwacht in de late middag in het oosten van het land, bij de linker grafiek is er geen bui te verwachten omdat er niet ver boven de grond een zogeheten inversie zit die buivorming bij bescheiden temperaturen tegen houdt. Die linker grafiek is dan ook de grafiek van Zeeland. Echter, het blijft een model van de werkelijkheid…. Stel dat de temperatuur in Vlissingen ineens oploopt naar 19 graden… dan zou het zomaar wel kunnen dat er een bui ontstaat.
En zo hangt alles met alles samen en kunnen we voor later vanmiddag uitzetten: voornamelijk in de oostelijke regio’s een paar pittige regen- en onweersbuien, lokaal met veel regenwater in korte tijd. Voor de avond – en nachtperiode en voor de komende dagen hebben we het uiteraard ook allemaal uitgezocht, maar dat voert te ver om die prognoses ook hier te behandelen.
Kaart 4. Nog een belangrijk element is de mate van onstabiliteit van de atmosfeer, samengevat in de term CAPE. Daar waar de CAPE hoog is, kunnen zware buien ontstaan. Links de visie voor 17.00 uur van het GFS model, rechts die van het ECMWF model. Ze zitten redelijk op 1 lijn.
Figuur 1. De berekende verticale luchtopbouw boven Hupsel, in de Achterhoek, vanmiddag. Het rode gearceerde gebied is de potentiele bui, doorgroeiend tot meer dan 10 km hoogte. Dik genoeg voor hagel en onweer en groot genoeg om bij weinig wind flink wat regen te veroorzaken. Rechts op de verticale as de windrichting en -snelheden. Ergo: er staat geen wind, niet aan de grond, niet op hoogte. De bui die ontstaat, wordt dus een stilhanger.
Figuur 2. Links de grafiek voor Vlissingen, waar het gearceerde gebied ontbreekt en dus geen dikke bui wordt verwacht. Rechts wederom Hupsel. Het verschil is groot.
Lees ook:
Nederland beleeft een zeldzame reeks van zachte maanden. April is nu de vijfde maand op rij die in de top-10 van warme maanden sinds 1901 terechtkomt, meldt het KNMI. In april was het in De Bilt gemiddeld 12,1 graden, bijna drie graden warmer dan het langjarig gemiddelde. Daarmee is het de op drie na warmste april sinds het begin van de metingen. Ook december tot en met maart waren ten minste twee graden warmer dan gemiddeld en staan in de top-10 sinds 1901.
Zomers
Limburg kende afgelopen april al zomerse warmte. Op 25 april was het in het meetpunt Ell 25,3 graden. De Bilt haalde dat niet, maar telde wel acht warme dagen met minstens 20 graden. Ook qua neerslag was het volgens het KNMI een bijzondere maand. Gemiddeld over het land viel er minder neerslag dan normaal, maar de afgelopen week waren er op vier dagen zware buien met veel hagel en bliksem. Zulke intensieve buien komen normaal alleen in de zomer voor, zegt het KNMI.
Bron: NOS
Foto: BELGA
April 2014 gaat de klimatologische geschiedenis in als een maand met een ‘zeer uitzonderlijk’ hoge minimumtemperatuur, zo blijkt uit het maandelijks klimatologisch overzicht voor Ukkel dat het KMI donderdag heeft gepubliceerd.
De gemiddelde minimumtemperatuur beliep 7,7 graden, een waarde die het predicaat ‘zeer uitzonderlijk’ kreeg, of een waarde die gemiddeld één keer wordt bereikt of overtroffen in 100 jaar. De normale waarde is 5,3 graden, het record van 8,5 graden dateert van 2011.
De gemiddelde temperatuur van 12,4 en de gemiddelde maximumtemperatuur van 16,9 graden waren ‘zeer abnormaal’ hoog of een weersverschijnsel dat één keer wordt bereikt of overtroffen in 10 jaar. De normale waardes bedragen respectievelijk 9,8 en 14,2 graden.
Er viel 20,1 mm neerslag, wat ‘zeer abnormaal’ laag is voor april. Normaal valt er in de vierde maand van het jaar 51,3 mm neerslag, of ruim dubbel zoveel.
Met 3,1 m/s was de gemiddelde windsnelheid ‘abnormaal’ laag. De term doelt op een fenomeen dat één keer wordt bereikt of overtroffen in zes jaar. Met zeven stuks waren er “abnormaal” weinig neerslagdagen en met 9,7 hPa was de gemiddelde dampdruk eveneens ‘abnormaal’ hoog.
De zon scheen 184:09 uur wat statistisch ‘normaal’ is.
Bron: Standaard
Vandaag is weer een nieuwe maand van start gegaan. In mei zijn er weer een aantal feestdagen in het vooruitzicht, zoals Bevrijdingsdag aanstaande maandag. Voordat we vooruit gaan kijken naar het weer voor die dag, werpen we eerst nog even een terugblik naar april.
Zon en stapelwolken op de Bevrijdingsdag van 2013. Mooier weer kun je bijna niet hebben schreef Jannes Wiersema. Alle buitenfestiviteiten konden plaatsvinden. In het zuidoosten van het land was het zelfs een warme dag, met 20,4 graden in Ell.
April doet wat ie wil
Dit gezegde was zeer van toepassing. Afgelopen vier weken hebben we zeer uiteenlopende weertypes gezien in Nederland. De maand startte met prachtig voorjaarsweer. Met een oostelijke wind werd er zachte en droge lucht onze kant opgeblazen. In de droge lucht kreeg de zon alle ruimte waardoor de temperaturen hoog opliepen. De eerste decade (dag 1 tot dag 10) brak records, het was de zachtste decade in meer dan 100 jaar!
In 2012 verliep de feestdag heel anders. Een groot deel van het land kreeg enkele uren met lichte regen te maken. Aan de kust wapperde de Nederlandse vlag onder dikke grijze wolken. Foto: Gerard Boukes.
Einde april
De laatste week van april verliep echter heel anders. De temperaturen waren inmiddels al iets dichter bij normaal komen te liggen, maar het weerbeeld was helemaal omgeslagen. Hier kwam het wispelturige karakter van april om de hoek kijken: Er vielen pittige buien met onweer, hagel en veel neerslag. Er stond zo weinig wind, dat de buien lange tijd bleven hangen boven dezelfde plek. Dat veroorzaakte plaatselijk flinke wateroverlast. Op de Veluwe viel 30 april lokaal meer dan 85 millimeter regen. Dat is meer dan dat er normaalgesproken in de hele maand mei valt!
Nog een jaar eerder startte de dag koud! Vooral voor de kampeerders in Zuidhorn. Foto: Gerard Kiewiet.
En begin mei?
Er gaat geleidelijk een weersomslag plaatsvinden, dus het is wel vrij zeker te stellen dat de pittige buien vanaf morgenmiddag van het toneel verdwenen zijn. Wat staat ons dan wel te wachten? Een hogedrukgebied ligt deze donderdagavond ten noorden van Engeland, en dat brengt bij ons een noordoostelijke stroming op gang. Immers, de wind om een hogedrukgebied draait met de wijzers van de klok mee. Zo wordt er koudere lucht aangevoerd, de temperaturen gaan de komende dagen dan ook dalen. Wat er ook gebeurt, is dat storingen ons niet meer kunnen bereiken. Vanaf vrijdagmiddag blijft het enkele dagen droog.
Op 5 mei 2010 lag er 's ochtends ijs op de ramen. In Twenthe vroor het zelfs op waarnemingshoogte nog -2.3 graden. overdag bleef het vrijwel overal droog en was het frisjes met maximaal 8 tot 14 graden. Foto: Karin Broekhuijsen.
Herdenkingsdag
Het hogedrukgebied komt geleidelijk onze kant op. Hoe lang het stand houdt, dat is nog even de vraag. Op zondag 4 mei hangt de meeste bewolking in het noordoosten, daar is de zon maar af en toe te zien. Richting het midden en zuiden van het land zijn er flinke zonnige perioden en het blijft overal droog. Dat komt goed uit, want veel ceremonies vinden buiten plaats.
Bevrijdingsdag
De modelberekeningen laten zien dat een depressie vanaf de Atlantische Oceaan het hogedrukgebied geleidelijk oostwaarts weg duwt. Daardoor zwakt het de hogedruk boven onze omgeving af en zo kunnen storingen ons opnieuw bereiken. Op maandag schuift er een verzwakt warmtefront vanuit het zuidwesten over Nederland. Dat brengt vooral veel hoge bewolking met zich mee, waardoor de zon soms een beetje waterig uit de verf komt. Ook schuiven enkele wolkenvelden over die uiteindelijk in het noordoosten van het land tot een spatje regen leiden. Vooralsnog lijkt echter het grootste deel van de dag droog te verlopen. De beste papieren voor de zon hebben dan het zuidwesten en westen. Met de storing stroomt er warmere lucht binnen en de maximumtemperatuur komt dan weer ook iets hoger uit met 14 graden op de Waddeneilanden tot 18 graden in Brabant. Het ziet er dus naar uit dat op de meeste Bevrijdingsfestivals in het midden en zuiden van het land geen paraplu, maar een zonnebril nodig zal zijn!
Bron: MeteoGroup | Gewijzigd: 1 mei 2014, 20:50 uur, door Marga
We zullen dit jaar al mosselen kunnen eten op 20 mei. Dat is uitzonderlijk vroeg, drie weken vroeger dan vorig jaar. Dat komt door het zachte voorjaar. Het gaat voor alle duidelijkheid om mosselen van hangcultuur. De echte Zeeuwse mosselen, die in de bodem groeien, zijn pas later klaar voor consumptie. Vorig jaar was dat zelfs pas eind juli.
Bron: De Standaard/VTMnieuws
Onweersdagen: 0
Groenten zijn momenteel spotgoedkoop. We betalen 25 procent tot 60 procent minder. Dat is een gevolg van de zachte winter. Er is nu een enorm aanbod aan sla, tomaten, asperges en andere voorjaarsgroenten. Zo'n prijsdip maken we geregeld mee in de zomer, maar in het voorjaar is dat echt uitzonderlijk.
Bron: HLN/VTMNieuws
Onweersdagen: 0