Het weer heeft zich de afgelopen weken van haar spectaculaire kant laten zien met regelmatig flinke buien. Voor liefhebbers van spannende weerssituaties was het genieten. Voor mensen die houden van stabiel zomerweer was het soms wat minder. De meeste meteorologen behoren vooral tot de eerste groep mensen. Niet alleen zijn flinke regen- en onweersbuien heel spannend om te volgen. Tevens is de uitdaging om een zo goed mogelijke en duidelijke verwachting neer te zetten nog groter dan in veel andere weersituaties.
Zomerse buien zijn wispelturige dingen die weermodellen en meteorologen tot het uiterste testen, ook in het relatief vlakke en overzichtelijke Nederland. Voor heuvelachtige gebieden zijn de verwachtingen nog lastiger te maken. Om het complexe proces van het ontstaan van regenbuien nog beter te kunnen begrijpen, en vooral ook voorspellen, vindt er tussen jongstleden 1 juni en komende 1 september in het Zwarte Woud in Duitsland een groot internationaal onderzoek plaats.
Aan het grote onderzoek, Convective and Orographically-induced Precipation Study genaamd, doen, naast de TU Delft (zie artikel hieronder), 15 andere organisaties mee uit verschillende landen. 5 weerstations zullen worden opgezet in een gebied van 100 bij 100 kilometer, waarbij met een omvangrijke vloot aan zeer gespecialiseerde apparatuur, metingen zullen worden gedaan. In juli worden daarbij ook nog eens negen vliegtuigen en een zeppelin ingezet om metingen te kunnen doen onder, in en boven de wolken. Dit alles moet op grote schaal gedetailleerde informatie gaan opleveren over het ontstaan van buien.
Met de informatie die wordt opgedaan is het uiteraard de bedoeling meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van regenbuien, met name in heuvelland. De weermodellen kunnen hiermee weer een stapje worden verbeterd en daarmee ook de verwachtingen. Op weg naar meer voorspelbaarheid en minder spanning. Ach, het blijft spannend genoeg natuurlijk.
[img width=426 height=320]http://www.weer.nl/typo3temp/pics/388506dbcc.jpg[/img]
Maandagmiddag: een pittige onweersbui rukt dreigend op richting Amsterdam. Foto: Adrie Visser.
[img width=480 height=320]http://www.weer.nl/typo3temp/pics/ec92da676d.jpg[/img]
Zondag: een schitterende wolkenlucht. Foto: Els Bax.
[img width=480 height=319]http://www.weer.nl/typo3temp/pics/c68ce3e7e2.jpg[/img]
Een stapelwolk, maar (nog) geen bui. Zondag, in de buurt van Waalwijk. Foto: Martha Kivits.
[img width=480 height=310]http://www.weer.nl/typo3temp/pics/c86dcaafa7.jpg[/img]
Een regenboog bij Venlo, maandag. Foto: Wil Rettka.
©Meteoconsult
Het ontstaan van regen is een gevolg van verschillende fysische processen. Deze processen beïnvloeden elkaar en spelen zich af zowel op een heel kleine schaal (enkele micrometer) als een heel grote schaal (100 kilometer). De ruimtelijke schaal van weersmodellen is enkele kilometers, en fysische processen die zich afspelen op een kleinere schaal moeten worden benaderd. Wolkenvorming is hier een voorbeeld van. De complexiteit en schaalverschillen maken weersmodellen onnauwkeurig in het voorspellen van tijdstip en plaats van de regenbui, en de hoeveelheid neerslag die uiteindelijk zal vallen.
Zwarte Woud
In het Zwarte Woud is ’s zomers veel onweer en de verschillen tussen voorspellingen en werkelijke regenval zijn erg groot. Het is daarmee een ideaal natuurlijk ‘laboratorium’. Verspreid over een gebied van 100 bij 100 km worden vijf tijdelijke observatoria ingericht met state-of-the-art remote sensing apparatuur om continu de atmosfeer te meten. In juli zullen er ook negen vliegtuigen en een zeppelin worden ingezet om gedetailleerde metingen boven, onder en in de bewolking te verrichten. Satellieten worden gebruikt om de grootschalige informatie te vergaren.
TU Delft
De TU Delft brengt op 4 juni de atmosfeerradar TARA (Transportable Atmospheric RAdar) naar Duitsland. Het instrument wordt op de top van de Hornisgrinde (een van de hoogste toppen in het Zwarte Woud) gezet. Het zal daar samen met andere instrumenten (lidars, radiometers, wolkenradars) de atmosfeer meten.
[img]http://www.tudelft.nl/live/pagina.jsp?id=a1b8bc64-e778-4449-a1a9-f39864ad9eef&lang=nl&binary=/img/tara.jpg[/img]
Bovendien krijgt de TU de beschikking over twee onderzoeksvliegtuigen (een Frans en een Duits toestel) die door de wolken zullen vliegen om fysische eigenschappen van de wolken te meten. Deze vliegtuigen zijn speciaal toegewezen aan twee Delftse promovendi.
Binnen deze internationale Convective and Orographically-induced Precipitation Study (COPS) houdt de TU Delft zich vooral bezig met de vraag hoe wolken- en regenvorming beïnvloed worden door stofdeeltjes in de atmosfeer.
Klimaatmodellen
De invloed van de aerosol-wolkeninteractie op de stralingsbalans van de aarde is bovendien een van de grootste onzekerheden in klimaatmodellen. De data die tijdens COPS worden verzameld, zullen geschikt zijn voor de verbetering van modellen die de relatie tussen atmosferische dynamica en wolkenvorming beschrijven.
Planning
- 4 juni wordt Tara naar Duitsland gebracht;
- 11 juni is Tara operationeel;
- van 24 juni tot 1 augustus zullen er intensieve metingen plaatsvinden, met coördinatie tussen metingen op de grond en vanuit de vliegtuigen;
- vanaf 1 augustus wordt Tara gebruikt in de standaardmode om routinematig een voldoende statistisch-representatieve dataset op te bouwen.
Meer informatie
Dr.ir. Herman Russchenberg, Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, International Centre for Telecommunication-Transmission and Radar, 015-2786292, H.W.J.Russchenberg@tudelft.nl
Zie ook www.cops2007.de
Roy Meijer, Wetenschapsvoorlichting TU Delft, 015-2781751, r.e.t.meijer@tudelft.nl
©TUDelft