Klimaatverandering is een hot item de laatste jaren, iedereen is er wel op de een of andere manier mee bezig. Dat de temperatuur gemiddeld over de hele wereld gaat stijgen, dat is wel bekend. Maar wat betekenen de gemiddelden waarmee wordt gewerkt voor jouw regio? Voor sommige plaatsen houdt het misschien wel een daling van de temperatuur in, en op andere plekken een sterke stijging. Wat iedereen natuurlijk graag wil weten, is wat er precies gaat gebeuren in het land of in de regio waar jij woont. Dan is natuurlijk de grote vraag: waarom is juist die lokale klimaatverandering zo moeilijk te voorspellen?
Dikkere wolken reflecteren meer zonlicht. Dit betekent dat een deel van de inkomende straling van de zon gereflecteerd wordt, maar ook de energie die de aarde uitstraalt behouden wordt. Hogere dunne wolken laten veel straling door.
Negatieve feedback = in balans
Dit komt omdat er heel veel ‘feedbacks’ plaatsvinden in het klimaat. Een feedback is een terugkoppeling, die positief of negatief kan zijn. Een negatieve terugkoppeling betekent dat het systeem zichzelf in balans houdt. Dit is bijvoorbeeld zo met wolkenvorming. Die vindt plaats als de aarde opgewarmd is (dus vaak in de loop van de middag als de zon al even schijnt). Dan stijgt er warme lucht op die op een bepaalde hoogte condenseert. Dus als de aarde opwarmt, verwacht je meer wolkenvorming. Wolken reflecteren echter ook zonlicht, en zorgen er zo voor dat deze warmte de aarde niet kan bereiken. Als er minder warmte de aarde bereikt, dan is er ook minder wolkenvorming. Daardoor lossen de wolken op, en kan er weer meer warmte de aarde bereiken. Dit is één van de negatieve feedbacks die de aarde in balans houdt.
IJs en sneeuw reflecteren een groot deel van de inkomende straling van de zon. Het land absorbeert juist veel straling, en de oceaan is heeft de grootste opname van straling met maximaal 10% die gereflecteerd wordt.
Positieve feedback = uit balans
Een positieve feedback geeft juist een disbalans. Zoals gezegd reflecteren wolken het zonlicht en zorgen ze ervoor dat deze straling de aarde niet bereikt. Dit komt door het witte oppervlak. Dit geldt ook voor ijs. Door het witte oppervlak weerkaatst ijs veel straling (rond de 50% tot zelfs 90% als het om verse sneeuw gaat). De oceaan daarentegen is heel donker van kleur en daardoor heel goed in het absorberen van straling (94%). Wat gebeurt er dan als de aarde opwarmt? Het ijs op de Noord- en Zuidpool gaat smelten. Dat houdt in dat er minder ijsoppervlak op aarde is, en meer oceaanoppervlak. Er wordt dus minder zonnestraling gereflecteerd, en meer zonnestraling opgenomen. Hierdoor wordt het warmer, waardoor er nog meer ijs gaat smelten. Dit noemen ze een voorbeeld van een negatieve feedback in het klimaat, een disbalans. Dit zien we nu al heel duidelijk gebeuren. Door de smelt van het ijs in de zomer zijn delen van de zeeën ten noorden van Siberië tegenwoordig niet met ijs bedekt op het moment dat daar de winter begint. Het gevolg hiervan is dat de temperaturen daar een tijdje tot wel 15 graden hoger zijn dan op het moment dat er wel ijs ligt.
Een positieve feedback is een gesloten koppeling die steeds extremer wordt. In dit geval geeft het weer hoe het smelten van ijs nog meer opwarming veroorzaakt.
Lokaal klimaat
Deze feedbacks creëren vaak een eigen microklimaat. Vanwege de grote weerkaatsing van de zonnestraling blijft het op de Noord- en Zuidpool ook erg koud. Door de grote verdamping die plaatsvindt boven een regenwoud, blijft het daar lokaal ook erg veel regenen want de verdamping zet zich om in wolken en regen. Zo blijft het vochtige klimaat van een regenwoud in stand. Het zijn systemen op heel grote schaal, als we het hebben over de Amazone of de Noordpool. Op zo’n grote schaal lijkt het misschien een zeer stabiel systeem, maar gezien de sterke feedbacks, is het een groot systeem wat volledig afhankelijk is van wat er op 1 plek gebeurt. Als er dan meer warmte vastgehouden wordt (door een verhoging van de CO2 in de atmosfeer), dan zou het weleens zo kunnen zijn dat die feedbacks verstoord worden.
De Amazone is een grote opslag van CO2. Als dit gebied verloren zou gaan, dan zou dit enorme gevolgen hebben voor de klimaatverandering. Een feedback die van groot belang is, is die tussen de vegetatie en de regen. Door de grote hoeveelheid vegetatie komt er door verdamping veel vocht vrij dat wolken veroorzaakt. Deze regenen weer uit boven hetzelfde gebied. En wist je dat belangrijke voedingstoffen voor de Amazone vanuit de Sahara met de wind meegevoerd worden? Deze dalen dan neer in de Amazone en worden daar gebruikt voor de groei van de vegetatie.
Sahara
Heb je wel eens over nagedacht hoe de Sahara ontstaan is? Deze woestijn was namelijk tot ongeveer 6.000 jaar geleden een savanne. In een paar honderd jaar is deze hele streek in een kurkdroge woestijn veranderd, met op sommige plekken een regenval van maar 5 millimeter per jaar! Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Natuurlijke cycli van de aarde dragen bij aan veranderingen zoals ijstijden. We gaan er hier niet precies op in hoe dit gebeurt, maar het zijn heel langzame processen van tientallen duizenden jaren. Deze veranderingen veroorzaken langzame omslagen in het klimaat. Feedbacks in het klimaat kunnen ervoor zorgen dat zo’n omslag opeens heel plotseling kan verlopen, zoals in het geval van de Sahara. Als het minder warm is, verdampt er minder vocht vanuit vegetatie. Dit veroorzaakt minder wolken/regenval, waardoor er ook minder planten groeien. Zo kan het ineens heel hard gaan, en is in een paar honderd jaar tijd de hele vegetatie in Noord-Afrika doodgegaan. Zo’n groot gebied met hetzelfde klimaat lijkt dan wel zeer stabiel te zijn, maar als er een kleine factor verandert, dan kan het tot gevolg hebben dat het hele systeem in elkaar stort.
De Sahara was heel lang geleden ook een tropisch bos. Vandaar dat er nog veel voedingsstoffen in de grond zitten. De wind neemt deze stoffen tot over de oceaan mee om ze dan neer te laten dalen in Zuid-Amerika.
Wat betekent dat voor de toekomst?
Van zulke onderzoeken leren we dat lokale veranderingen veel sneller kunnen verlopen dan dat we misschien zouden verwachten. Ook zien we dat lokale veranderingen in Midden-Afrika, veel invloed hebben op het klimaat in Europa. Als bij ons een zuidelijke wind staat vanuit de Sahara kan dat een hittegolf veroorzaken in de zomer. Als de Sahara begroeit en daardoor vochtiger zou zijn, zou dat in het Middellandse Zeegebied waarschijnlijk meer regen geven.
Al die feedbacks zorgen ervoor dat we niet eens weten hoe de Amazone zich precies gaat ontwikkelen. Dan kunnen we uiteraard ook niet voorspellen wat heel lokale veranderingen gaan doen. Je ziet, klimaatverandering is zo simpel nog niet!
Bron: Meteo Consult.