Het is alweer even geleden dat we een echte herfststorm hebben gehad. Dat terwijl veel mensen het herfstseizoen vaak associëren met stormachtig weer. Komen zware stormen met minimaal een windkracht tien minder vaak in de herfst voor, of zijn er sowieso minder frequent zware stormen in ons land? Voor de laatste zware herfststorm moeten we bijna elf jaar terug in de tijd. Op 27 oktober 2002 bereikte de wind aan zee een uurgemiddelde windkracht tien met in Vlissingen een windstoot van 148 km/u. Over tien minuten gemiddeld werd toen zelfs op een aantal plaatsen een windkracht elf gemeten. Ook de laatste zware storm buiten de herfst om, die van 18 januari 2007, is alweer bijna zes jaar geleden.
Verschuiving
Sinds 1990 hebben we in Nederland veertien keer een uurgemiddelde windkracht tien bereikt. Opvallend is dat slechts twee van deze stormen hebben plaatsgevonden in het meteorologische herfstseizoen. Het KNMI registreerde sinds 1990 daarentegen acht zware stormen in de winter.
Op basis van herhalingstijden, lijkt het zo te zijn dat zware stormen sinds 1990 minder frequent voorkomen in de herfst. Statistisch gezien zijn er echter nog te weinig gegevens om hard te maken dat herfststormen inderdaad minder vaak worden waargenomen dan vóór 1990, maar er lijkt wel een afnemende trend waarneembaar. Bovendien lijkt het zo te zijn dat in de periode na 1990 zware stormen frequenter in de winter optreden dan in de periode daarvoor.
Er lijkt dus sprake te zijn van een verschuiving van zware stormen van het herfstseizoen naar de winter. Wat hiervan de oorzaken zijn is nog onbekend, maar er wordt wel over gespeculeerd. In het blad Nature Geoscience is in 2010 een onderzoek naar de afnemende windsnelheid op aarde gepubliceerd. Uit dat onderzoek bleek dat de windsnelheid tussen 1980 en 2010 met 5 tot 15 procent was afgenomen boven land op het noordelijk halfrond.
Op 27 oktober 2002 hadden we de laatste zware herfststorm in ons land. Dit was de bijbehorende luchtdrukkaart. Bron: Wetterzentrale
In dat onderzoek werden twee redenen aangedragen voor deze windafname. Ten eerste zou een verandering in het circulatiepatroon in de atmosfeer 10 tot 50 procent van de windafname kunnen verklaren. Ten tweede zou de ruwheid van het aardoppervlak zijn toegenomen door onder andere meer begroeiing en meer steden, zodat de wind meer wrijving ondervindt. Deze redenen zijn mogelijke verklaringen voor de windafname boven land. Een mogelijke verklaring voor minder herfststormen op zee zou een afgenomen temperatuurgradiënt tussen het noordpoolgebied en de evenaar kunnen zijn. De laatste jaren is het namelijk vooral rond de Noordpool sterk opgewarmd. Hoe groter de temperatuurverschillen des te groter de luchtdrukverschillen zullen zijn. Het is voorlopig echter nog gissen wat precies de oorzaak is van een mogelijk verschuiving van zware stormen van de herfst naar het winterseizoen.
Dit plaatje geeft een mooi overzicht van de stormsituatie van die 27e oktober 2002. Bron: KNMI.
Morgen veel wind
Staat ons binnenkort een zware storm te wachten? Nee, zover komt het voorlopig niet, maar morgen passeert wel een klein lagedrukgebied via de Noordzee richting Denemarken. Aan de zuidzijde daarvan ontwikkelt zich een sterk windveld dat morgen ook ons land aandoet. Langs de noordwestkust trekt de west- tot zuidwestenwind ’s middags aan tot hard, windkracht 7. Op de oostelijke Wadden kan de wind zelfs even stormachtig worden, 8 Beaufort. Bovendien worden windstoten verwacht van 65 km/u boven land tot 85 km/u langs de noordwestkust. Dus ondanks dat zware herfststormen nog even op zich laten wachten, krijgen we morgen behoorlijk onstuimig weer.
De verdeling van het aantal zware stormen in Nederland per meteorologisch seizoen sinds 1910 en sinds 1990. Gegevens afkomstig van: KNMI.
De herhalingstijden van zware stormen in ons land sinds 1990 en sinds 1910, per meteorologisch seizoen. Gegevens afkomstig van: KNMI.
Bron: Meteo Consult