De hoeveelheid sneeuw op het noordelijk halfrond ligt momenteel boven normaal. Niet alleen in het noorden van Amerika, maar ook in Siberië, ligt er meer dan het ‘klimatologische gemiddelde’ voor deze tijd van het jaar. Er zijn indicaties dat de omvangrijkheid van het Siberische sneeuwdek in de herfst het eerstvolgende seizoen op het noordelijk halfrond beïnvloedt.
Op 19 september dit jaar was Siberie overwegend sneeuwvrij. Sneeuw was voornamelijk in de noordelijkste delen van Canada aanwezig. De Groenlandse gletsjer is ook goed zichtbaar.
In Siberië is de eerste sneeuw van het seizoen alweer een paar weken geleden gevallen. Tot half september was het er min of meer zomer. In het zomerseizoen verdwijnt het sneeuwdek voor een aantal maanden, zij het niet de permafrost. De maximumtemperaturen kunnen in de zomermaanden behoorlijk oplopen, zeker in de hele zuidelijke helft van Siberië. Immers, Siberië is een enorme regio, zich uitstrekkend van zo’n 42 graden noorderbreedte tot verder dan 80 graden noord. In Irkoetsk, vlakbij het Baikalmeer niet ver ten noorden van Mongolië, schommelt de middagtemperatuur in juli dan ook rond 24 graden. Heel wat Siberische plaatsen in de zuidelijke helft van deze immense regio halen hoge zomertemperaturen, met nog duidelijk warmere condities in Astrachan of in Vladivostok. In de noordelijke contreien, zoals Moermansk, is het in de hoogzomer veelal niet warmer dan 17 of 18 graden.
Maar dan, nog voor wij in Nederland de winter in het hoofd krijgen, komt de zon dermate snel laag boven de horizon te staan, dat de noordelijke delen van Siberië onverbiddelijk de kou induiken. Ook nu is dat gebeurd, half september al. En inmiddels is een aanzienlijk deel daar de zomer alweer vergeten. Sterker nog, de afgelopen weken is er sprake van een gemiddeld omvangrijker sneeuwdek dan normaal.
Op 1 oktober zag het beeld er al anders uit. Noord- en Oost-Siberie kwamen in de sneeuwval terecht.
Herfsteffecten voor elders
De herfst duurt nog enige tijd en het nu aanwezige sneeuwdek zal de komende weken en maanden almaar verder aangroeien. In de afgelopen decennia was het in 1976 dat in Siberië het sneeuwareaal in de herfst het grootst was. In 1988 was het sneeuwareaal in het herfstseizoen het kleinst.
Computerexperimenten suggereren dat Siberische sneeuwcondities van invloed zijn op het winterweer op het noordelijk halfrond. In indexterminologie is dat terug te zien in de AO-index. Er zijn dus connecties, correlaties, tussen hetgeen al vóór het winterseizoen in Siberië gebeurt en wat vervolgens overheersende stromingspatronen in de winter zullen zijn op grote schaal. Het gaat hier om effecten van sneeuw en kou op zowel de troposfeer (de onderste 10 km van de atmosfeer) en de stratosfeer (de luchtlaag boven de troposfeer).
En op 5 oktober, gisteren, had dat sneeuwdek zich alleen maar verder uitgebreid.
De gedachte is dat een afwijking naar boven van het sneeuwareaal in Siberië, aldaar een steviger hogedrukgebied genereert waarbij de stratosferische polar vortex in kracht afneemt. Eigenlijk drukt het hogedrukgebied een ‘deuk’ in de polar vortex. Niet alleen komt er dan ook boven wat noordelijker delen (dan normaal) van Siberië een hogedrukgebied, als gevolg komt er ook in de buurt van Groenland een hogere luchtdruk en stroomt er op meerdere plekken warmere lucht de stratosfeer boven de Noordpool in. De polar vortex wordt zo zwakker en begint steeds meer te golven. Daarmee wordt de aanzet gegeven voor een afstroom van polaire kou naar lagere breedtegraden, zoals bijvoorbeeld naar de Benelux. Dit alles wordt aangegeven als een negatieve AO-index (Arctic Oscilliation) en leidt in Europa tot instroom van koudere lucht.
Hier is de sneeuwbedekking volgens de klimatologie te zien. Het huidige areaal strekt zich beduidend verder zuidwaarts in Siberie uit.
Komende winter
Uiteraard is het nog te vroeg om hier op onze site uitspraken te doen over onze winter. Ook al zijn we binnen Meteo Consult steeds vaker bezig met het maken van seizoensverwachtingen. Wel is de AO-index één van de vele elementen om rekening mee te houden in het web van correlaties en variabelen dat invloed op ons weer uitoefent. Nog aardig om te vermelden is dat de winter van 1976 (met dus in de herfst een omvangrijker Siberisch sneeuwdek dan normaal) in ons land niet leidde tot een lagere dan gemiddelde dagtemperatuur. Ook eerder genoemd in dit verhaal is de lage hoeveelheid herfstsneeuw in Siberië in 1988. Die winter staat op onze ranglijst om nummer 104 van koudste winters sinds 1901. Kortom, 1988 was een hele milde.
Het sneeuwdek op het noordelijk halfrond vanaf oktober 2012. De blauwe kleur geeft de afwijking naar boven aan. In de zomer was er minder sneeuw dan normaal, vanaf september is de balans weer omgedraad. Bron: Florida State University
Bron: Meteo Consult