Een paar maanden geleden is er een nieuwe, hoge-resolutie foto van de kosmische achtergrondstraling genomen. Deze foto zou alle details over het begin van het universum moeten onthullen. Nu heeft een groep de foto minitieus onderzocht, waarmee ze een idee hebben over hoe het universum plotseling heel groot werd.
De meeste astronomen denken dat het universum in korte tijd extreem uitdijde, tot het ongeveer zijn huidige afmetingen had. De vorige foto's van de achtergrondstraling (de warmtestraling die is uitgezonden kort na de oerknal) bevestigden dit. Op die foto waren overal kleine 'brokjes' te zien, waar meer leek te zitten dan in andere delen. Dat waren de beginnetjes van sterren en sterrenstelsels. Aangezien de brokjes overal op de foto zaten, leek het universum wel degelijk op een mooie, egale manier zijn stervormende materiaal te hebben verspreid.
Archieffoto © thinkstock.
Toch waren er verschillen: aan één kant van de foto verschilde de brokjes onderling veel meer dan aan de andere kant. Die onregelmatigheid viel lastig te verklaren. Toen in maart van dit jaar een superscherpe foto werd gepresenteerd, hoopten astronomen dat het verschil eigenlijk een foto-foutje was. Helaas; ook de scherpe foto liet die 'scheefheid' zien.
Dus wilden de onderzoekers van de universiteit van Edinburgh een verklaring vinden. Die vonden ze uiteindelijk door twee oude theorieën te combineren, vertellen ze aan New Scientist.
Luchtbel in kokend water
Volgens hen ging het ontstaan van het universum als volgt: in het begin was er niet niets, maar was er een bol waarin het minuscule beginnetje van ons universum zich bevond. Doordat er om onduidelijke reden rimpeltjes in de bol ontstonden begon ons universum op te zwellen, zoals een luchtbel dat doet in een pannetje kokend water. Als het inderdaad zo gebeurd is, zou de 'bol' die ons universum omringt hebben gezorgd voor de onregelmatigheden in de achtergrondstraling, die we nu zien.
Het idee is nieuw en nog lang niet bewezen; daarvoor moeten er veel meer metingen gedaan worden. Sommige natuurkundigen denken nog steeds dat de onregelmatigheden in de foto gewoon foutjes van de camera zijn.
Bovendien breken astronomen hun hoofd al tientallen jaren over het begin van het universum en is de kans dat deze theorie dé verklaring is erg klein. Aan de andere kant laat het wel zien dat astronomen steeds meer leren en hun ideeën daarmee kunnen verfijnen.
Bron: AD
Onweersdagen: 0