Het ozongat boven de Zuidpool stabiliseert zich en er lijken tekenen van een beginnend herstel. De maatregelen om de ozonlaag te beschermen, lijken dus effectief maar de ozonlaag vraagt nog steeds om aandacht. Het herstel is nog niet onomstotelijk aangetoond terwijl in 2011 boven de Noordpool ook sterke ozonafbraak is waargenomen. Daarnaast is UV-straling toegenomen en groeit het aantal huidkankergevallen. De laatste inzichten over ozon en UV-straling zijn ter gelegenheid van Wereldozondag 2013 samengevoegd in de brochure ‘Bescherming Ozonlaag’. Deze brochure van het KNMI, RIVM en het ministerie van Infrastructuur en Milieu is vandaag 16 september overhandigd door hoofddirecteur KNMI Frits Brouwer aan Chris Kuijpers, DG Milieu en Internationaal van het ministerie van IenM.
De VN heeft 16 september uitgeroepen tot de dag waarop wordt stil gestaan bij de effecten van een aangetaste ozonlaag en de resultaten van het Montreal Protocol. De internationale maatregelen om de ozonlaag te beschermen, lijken effect te hebben. Het zogenoemde ozongat dat jaarlijks in september boven de Zuidpool ontstaat, was in 2010 en 2012 kleiner en minder diep dan in vrijwel alle voorgaande twintig jaren. Alleen in 2002 was het gebied met sterk afgenomen ozon kleiner. Het ozongat ontstaat in september door chemische afbraak van ozon op grote hoogte in de atmosfeer als de zon aan het einde van de Zuidpoolwinter weer gaat schijnen. In de daaropvolgende maanden verdwijnt het gat weer door de aanvoer van ozonrijke lucht vanuit de subtropen.
Tegenover het succes van het Montreal Protocol staan echter een aantal minder positieve ontwikkelingen die verband houden met de ozonlaag. Hoewel de dikte van de ozonlaag boven Nederland is toegenomen en naar verwachting over ongeveer twintig jaar hersteld zal zijn op het niveau van 1980, is de UV-straling toch toegenomen met 5 tot 10 procent. De laatste jaren is de ozonlaag boven Nederland iets dikker dan midden jaren negentig maar de (zomer)bewolking is dunner. Hierdoor is het UV-stralingsniveau sinds die tijd gelijk gebleven. Een dunne ozonlaag verhoogt de kans op huidkanker. Momenteel is er een sterke toename van het aantal huidkankergevallen. Dit komt vooral door vergrijzing en veranderd zongedrag. De ozonafbraak van de afgelopen tientallen jaren zal met name rond het midden aan deze eeuw bij gaan dragen aan de verdere toename van huidkankergevallen.
Verder is in maart-april 2011 boven de Noordpool ozonafbraak waargenomen die vergelijkbaar was met het ozongat boven de Zuidpool. Er werden echter niet zulke lage waardes bereikt als boven de Zuidpool. Een ozongat boven de Noordpool ontstaat alleen onder bijzondere meteorologische omstandigheden. De menging van de bovenlucht boven de Noordpool is namelijk van nature veel sterker dan boven de Zuidpool. De kans op een nieuw ozongat boven de Noordpool is dan ook klein maar valt niet uit te sluiten.
Het beleid voor bescherming van de ozonlaag heeft tevens bijgedragen aan het tegengaan van klimaatverandering, omdat de uitgebannen ozonlaagafbrekende stoffen sterke broeikasgassen zijn. Als de groei van klimaatbeïnvloedende alternatieven voor ozonlaagafbrekende stoffen wordt beperkt, zal dat nog meer klimaatwinst opleveren.
De ozonlaag wordt wereldwijd al meer dan dertig jaar in de gaten gehouden met satellieten. De gegevens van de satellietinstrumenten SCIAMACHY (2002-2012), OMI (vanaf 2004) en TROPOMI (vanaf 2015) worden door het KNMI verwerkt. Het KNMI heeft de wetenschappelijke leiding over OMI en TROPOMI.
Bron: KNMI | Gewijzigd: 16 september 2013, 12:04 uur, door Sanwa