De verdeling van zout water in de oceanen is cruciaal voor het gedrag van de Golfstroom. Belangrijk is vooral het transport van zout water noordwaarts vanaf de zuidelijke oceaan naar de Atlantische Oceaan.
Vereenvoudigde weergave van de de Atlantische Meridionale “Overturning” Circulatie (AMOC) (Bron: Andrea Cimatoribus, Kuhlbrodt et al)
Dat concludeert Andrea Cimatoribus in zijn proefschrift over processen die de stabiliteit van de Golfstroom bepalen. Onderzoekers dachten tot voor kort dat de koppeling tussen atmosfeer en oceaan de belangrijkste factor was voor de Golfstroom.
Gemiddeld genomen stroomt in het bovenste gedeelte van de Atlantische Oceaan water met een hoge temperatuur en zoutgehalte naar het noorden. Het koelt onderweg af, zinkt daardoor op hoge breedtegraden naar diepere lagen en stroomt dan weer zuidwaarts. Dit deel van een wereldwijde oceaancirculatie wordt aangeduid als de Atlantische Meridionale “Overturning” Circulatie (AMOC). De AMOC is van groot belang voor het klimaatsysteem, omdat ze een substantiële hoeveelheid warmte richting Atlantische Oceaan en West Europa stuurt.
Gegevens van het vroegere klimaat en modelberekeningen suggereren dat de sterkte van de AMOC abrupt kan afnemen als gevolg van bepaalde verstoringen, met name door de toevoeging van zoet water. De vraag is nog altijd of het eventueel “stoppen” van de Golfstroom, zoals dat genoemd wordt, bij een verdere opwarming in de verre toekomst realistisch is.
Uit het onderzoek van Andrea Cimatoribus, dat hij uitvoerde op het KNMI, blijkt dat het zouttransport in de oceaan bepalend is voor het toekomstig gedrag van de Golfstroom. Daarmee levert hij een belangrijke bijdrage aan het klimaatonderzoek en een verdere verbetering van modelberekeningen.
Andrea Cimatoribus promoveerde aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn proefschrift is “Impact of atmospheric and oceanic feedbacks on the stability of the meridironal overturning circulation.
Bron: KNMI