Rotterdamse industriële bedrijven kunnen binnen vijf tot tien jaar op grote schaal en kostendekkend CO2 afvangen, luidt hun conclusie. Tot nu toe werd aangenomen dat dit pas in 2020 mogelijk zou zijn. De onderzoekers bepleiten het instellen van een consortium waarin gemeente, provincie en rijk samenwerken.
De milieudienst onderscheidt drie fasen: afvang, verkoop en opslag van CO2. Het Rijnmond-gebied kan gebruik maken van aanwezige restwarmte, die nodig is voor het afvangen en zuiveren van koolstofdioxide. De prijs voor het opvangen, transporteren en opslaan van koolstofdioxide ligt daardoor op 24 euro. Ter vergelijking: voor het opslaan in het Groningse Slochteren staat 40 euro, waarbij de restwarmte in Rotterdam het verschil zou maken.
De kosten kunnen verder omlaag door CO2 intensiever te verkopen aan tuinders. Die kunnen het gebruiken om hun bloemen, planten, groente en fruit sneller te laten groeien. Dit proces vindt nu ook al plaats, maar zou verder opgevoerd kunnen worden, stellen de onderzoekers.
In de tweede fase kunnen opbrengsten worden gehaald uit de verhoogde gas- en oliewinning. Door CO2 op te slaan in 'lege' velden, via pijpleidingen te transporteren, zou een hogere druk ontstaan waaroor meer olie en gas vrijkomt. Tot slot is winst te boeken door CO2- emissierechten door te verkopen.
De onderzoekers willen dat binnen EU-verband wordt afgesproken dat CO2-opslag ook wordt meegerekend bij de besparing van bedrijven. Ook moet het juridisch mogelijk worden CO2 in bijna lege gas- en olievelden op te slaan.
[Copyright 2007, Novum]