De eerste vier maanden van dit jaar waren alle te koud. Weken achtereen lag de temperatuur in ons land soms ver onder het langjarig gemiddelde. Voor velen is dat wennen na de warme lentes van de laatste jaren.
Temperatuurverloop van de afgelopen 90 dagen in De Bilt (Nederland) en Goose Bay (Canada) vergeleken met de 1961-1990 normalen (Bron: NOAA/NCEP)
Het voorjaar van 2007 was met gemiddeld 11,7 graden tegen 9,5 graden normaal zelfs veruit de warmste ooit. De lentes van 2011 en 2009 deden daar met resp. 11,0 graden en 10,8 graden weinig voor onder. Dit jaar dus een heel ander verhaal. Maart 2013 was met 2,5 graden tegen 6,2 graden als langjarig gemiddelde zelfs een uitzonderlijk koude maand, terwijl april ongeveer een graad te koud is.
Het aanhoudend koude weer van de afgelopen tijd, vooral tussen 6 februari en 11 april, was het gevolg van een afwijkend drukpatroon. Opvallend op de weerkaarten was een lagedrukgebied bij de Azoren, waar normaal het Azorenhoog ligt, en een hogedrukgebied tussen IJsland en de Noordpool. Zo'n drukverdeling leidt in Noord-Europa tot aanvoer van koude lucht uit Siberië. In het voorjaar is de kou van het winterseizoen daar nog niet voorbij, zodat wij in ons land ook weer in de kou terecht komen.
Afbeelding 1: luchtdrukafwijkingen van normaal in maart 2013, middenin de koudeperiode van het voorjaar. Afbeelding 2: de temperatuurafwijkingen (Bron: NCEP/NOAA)
Dat leverde de laagste waarde van de Arctische Oscillatie Index voor maart op sinds 1950. Deze index beschrijft het verschil in luchtdruk tussen de noordpool en de gebieden er om heen. Door de omkering van de normale drukverdeling werd de gewoonlijk overheersende westenwind in ons deel van de wereld vervangen door aanhoudende oostenwind, die koude lucht uit Siberië aanvoerde.
Soms werd het stromingspatroon even onderbroken door een aanvoer uit zuidelijke breedten en dan schoten de thermometers gelijk naar warme en zelfs zomerse waarden van meer dan 25 graden. De oostelijk tot noordelijke aanvoer keerde echter steeds weer snel terug. Zo'n weerbeeld is niet ongebruikelijk voor het voorjaar maar wel sterk afwijkend van het uitzonderlijk warme weertype van de vorige lentes.
Andere delen van de wereld hadden de afgelopen maand juist steeds te maken met aanvoer van warme lucht, waardoor het bijvoorbeeld in Oost-Canada zeer zacht was. De kou in Noord-Europa heeft dan ook amper invloed op de gemiddelde temperatuur van de hele wereld. De wereldgemiddelde temperatuur van maart hoort zelfs tot de hoogste sinds het begin van de metingen in 1880.
De mogelijke oorzaak van zo'n afwijkend luchtdrukpatroon met overheersende oostenwinden is moeilijk vast te stellen. Klimaatscenario's voor het toekomstige klimaat laten in het voorjaar juist een tendens zien naar meer westenwinden.
IJs langs de kust bij Medemblik in april 2013, door de harde wind en de vorst was het klotsende water langs de oevers bevroren tot de fraaiste ijscreaties (foto: Harry Geurts)
Een simpel gevolg van de klimaatverandering is dus niet aan de orde. Sommige onderzoekers stellen dat het smelten van het zeeijs in het Noordpoolgebied voor meer van dergelijke koud-weer situaties zal leiden. Dat wordt echter niet bevestigd door waarnemingen en klimaatmodellen en bovendien was de hoeveelheid zeeijs in het Noordpoolgebied in maart vrijwel normaal.
Ook dat kan dus niet de oorzaak zijn van de lange koude periode. Waarschijnlijk is het afwijkende weerpatroon een gril van het weer en is het toeval dat we hier zo lang mee te maken hadden.
Bron: KNMI