Meteorologen werken zeer vaak met getallen, want de meeste meteorologische grootheden worden in getallen uitgedrukt. Die getallen worden vervolgens gerangschikt, gemiddeld en vergeleken met het verleden. Dat doet Meteo Consult, maar natuurlijk gebeurt dat bij ieder weerinstituut en thuis bij menige weeramateur. Het KNMI is op dat gebied een autoriteit, die de laatste jaren op haar site talloze gegevens gratis ter beschikking stelt voor een ieder die daarin is geïnteresseerd. Deze gegevens worden op een fraaie manier in diverse grafieken en tabellen gepresenteerd. Er loert echter een gevaar om de hoek voor de argeloze gebruiker. Al die gegevens zijn niet zonder meer één op één met elkaar te vergelijken. Dit verhaal gaat, kortom, over de appels en peren van het KNMI.
Met het warmere weer van de afgelopen tijd, probeert de natuur de opgelopen achterstand in te lopen.
Appels en peren…
In het onderstaande verhaal beperken wij ons tot de temperatuur. Vooral als er op temperatuurgebied bijzondere dingen gebeuren, wordt er, ook door meteo Consult, vaker op de site van het KNMI gekeken en de prachtige grafieken en tabellen worden niet zelden gebruikt als verklarende illustratie bij de verhalen die wij hier plaatsen. Tijdens het zeer koude weer in maart en begin april, gebeurde dat vaker dan in een periode met een onopvallender temperatuurverloop.
Ook de dieren hebben de lente al in hun kop, zoals deze klepperende ooievaars. Foto: Burry van den Brink.
Gebleken is, dat je moet oppassen hoe deze gegevens te gebruiken. Kijk maar eens als voorbeeld naar het grafiekje hiernaast, waarin de temperaturen zijn opgetekend van 1 tot en met 12 april. Onderaan de grafiek staat zeer duidelijk uitgelegd welke grootheden hier zijn uitgezet. Het zeer koude begin van april valt duidelijk op, evenals de geleidelijke stijging die optreedt. Op 12 april komt de groene lijn, die de opgetreden gemiddelde temperatuur weergeeft, voor het eerst boven de gemiddelde 5-daagse norm. Voor 12 april is dat dus het gemiddelde over 10 tot en met 14 april, en dit dan ook nog eens over de jaren 1981 tot en met 2010; de 30-jarige periode die volgens afspraak nu als ‘norm’ wordt gehanteerd.
Het temperatuurverloop in De Bilt van 1 tot en met 12 april. De grafiek aflezend, lijkt het dat 12 april de eerste dag is dat de gemiddelde temperatuur (de groene lijn) voor het eerst deze maand boven het langjarige gemiddelde komt ( de zwarte lijn). Maar…
De lenteliefhebber hier het hierbij laat, zou dus terecht kunnen verzuchten bij het aanschouwen van deze grafiek: “Gelukkig… het is éindelijk zachter dan de norm geworden!” Maar… als we vervolgens naar de daggegevens van 12 april gaan kijken die elders op de KNMI-site zijn te raadplegen (zie hiernaast), dan zien we opeens dat de gemiddelde temperatuur op 12 april met 8,6 graden precies gelijk is aan de ‘normaal’. De verwarring slaat nu toe… was 12 april nu zachter dan de norm zoals de grafiek toont, of precies gelijk aan de norm, zoals de tabel laat zien? Beide gegevens kloppen echter, al lijkt dat niet te kunnen. We vergelijken namelijk appels met peren.
… hoe kan het dan dat in het dagelijks overzicht staat dat 12 april precies even warm is verlopen dan het langjarige gemiddelde? Dat komt omdat hier appels met peren worden vergeleken
Dag- , decade, en 5-daags lopende gemiddelden
Het woud van de statistiek zit vol met voetangels en klemmen. Het KNMI heeft ervoor gekozen om in de tabel de opgetreden dagelijkse gemiddelde temperatuur te vergelijken met het decadegemiddelde. Dit gemiddelde staat in de tweede decade van 11 tot en met 20 april inderdaad op 8,6 graden, en die waarde ligt dus iets hoger dan het lopende 5-daagse gemiddelde voor 12 april in de grafiek. Er is gekozen voor decadegemiddelden omdat je dan (meestal) tien dagen middelt in een periode van 30 jaar, wat 300 getallen oplevert. De meeste temperatuurschommelingen worden er zo uitgemiddeld, dit in tegenstelling tot het gemiddelde per dag dat meteo Consult hanteert. Zie hiernaast de grafiek.
Het langjarige verloop van de gemiddelde temperatuur in maart en april in De Bilt volgens de dagelijkse gemiddelden zoals meteo Consult gebruikt (rode lijn), versus de decade gemiddelden die het KNMI hanteert in zijn dagoverzichten. Welke methode is het beste? Of is een ‘gulden middenweg’ wellicht beter?
Te zien is aan de rode lijn dat dit daggemiddelde, over dezelfde 30 jaren (de rode lijn) een gestage, maar niet regelmatige stijging laat zien, maar eigenlijk komt dat wel overeen met de werkelijkheid. Iedereen weet dat dat het in de loop van het voorjaar steeds warmer wordt, maar dat dit alles behalve gelijkmatig gebeurt. Die stijging zien we ook in de decadegemiddelden terug (de blauwe lijn), maar het nadeel van deze methode is dat er steeds een schokswijze verandering plaatsvindt op de overgang van twee decades. Is het namelijk logisch om te zeggen dat de ‘normaal’ van 11 t/m 20 april 8,6 graden is, en één dag later, op 21 april, opeens 11,0 graden? Het lijkt erop dat het KNMI in de daggrafiek een aardig compromis heeft gevonden tussen beide methodes, door daar gebruik te maken van een 5-daags lopend gemiddelde.
Steeds meer bloesems raken in bloei. Foto: Ton de Brabander.
De 31 daagse temperatuur anomalie
Op de KNMI site staat een werkelijk schitterende grafiek die de 31-daagse lopende temperatuur anomalie van een heel jaar weergeeft. Hierin zijn prachtig de wat langer durende warme- en koude periodes die het afgelopen jaar zijn opgetreden, terug te vinden. Maar ook hier kan de argeloze gebruiker zéér op het verkeerde been worden gezet. De uitleg die tot gisteren bij de grafiek werd gegeven, was kort en duidelijk: het opgetreden 31-daags gemiddelde wordt vergeleken met het gemiddelde 31-daags gemiddelde over 1981- 2010 (zie hiernaast).
De temperatuur anomalie grafiek, zoals die tot en met 1 april op de KNMI site werd getoond. Het lijkt dan dat maart 5,9 of 6,0 graden kouder is dan de norm, volgens…
In het (prachtige) maandoverzicht dat het KNMI publiceert, was te zien dat maart 2013 met een gemiddelde temperatuur van 2,5 graden, 3,7 graden kouder was verlopen dan het langjarige gemiddelde (zie hiernaast). Uit de temperatuur anomalie grafiek van 1 april zou men op 31 maart echter een verschil van 6,0 of 5,9 graden kunnen aflezen, een gapend gat van ruim twee graden! En toch lijkt het alsof er naar dezelfde 31 dagen wordt gekeken… Vanwaar dit verschil?
De dagen daarna werd het nog vreemder. Een eenmaal geplotte waarde bleek niet ‘vast’ te liggen, maar het laatste deel van de grafiek bleek ook nog eens van vorm te veranderen! Vergelijk de afbeeldingen hiernaast van 1, 8 en 15 april maar eens met elkaar, waarbij we steeds naar de geplotte waarde rond 31 maart kijken. Het kleine dipje ligt op 8 april opeens niet bij -6,0, maar bij -5,2 graden. Weer een week later is het ‘dipje’ verdwenen, maar is daarvoor in de plaats een reusachtige ‘ijspegel’ verschenen, waarvan de ‘punt’ rond 26 maart is aan te treffen. De waarde bij 31 maart lijkt nu opeens wél ongeveer overeen te komen met de waarde uit het maandoverzicht.
Volgens de kaartjes uit het maandoverzicht is maart in De Bilt 3,7 graden kouder dan de norm verlopen, een zeer ruim verschil met de anomaliegrafiek!
Uiteraard is er over dit geconstateerde verschil intensief contact gezocht met de klimatologische dienst van het KNMI, met name met Rob Sluijter. Gisteren is het uitsluitsel gekomen. Er wordt in deze grafiek niet 31 dagen teruggeblikt, maar worden de 31 dagen rondom de gekozen datum bekeken, volgens analogie met het 5-daagse lopende gemiddelde. Dus de waarde op 31 maart loopt niet van 1 t/m 31 maart, maar van 16 maart t/m 15 april (vijftien dagen ervoor en erna, plus de dag zelf). Uiteraard is op 31 maart nog niet bekend wat de temperatuur van 1 t/m 15 april zal gaan doen, dus het gemiddelde wordt vergeleken met het actuele beeld van 16 t/m 31 maart. Een dag later komt daar 1 april bij, enzovoorts, totdat op 15 april alle 31 dagen bekend zijn. Dat verklaart waarom de waarde in de grafiek gedurende de 15 meest recente dagen kan schommelen en nog niet ‘vast’ ligt. Dit is dan weer gedaan, om de grafiek tot ‘heden’ (gisteren) te kunnen voortzetten, en deze niet bij 15 dagen geleden af te kappen. Het voordeel is dat men zo alvast enige indruk krijgt van het verloop, al is er dus een risico dat tijdens een extreem beeld (zoals de afgelopen maand) er een sterk verloop kan optreden, dat wellicht in een periode met een ‘normaler’ temperatuurverloop goeddeels wordt gemaskeerd.
Een week later, op 8 april, was het laatste deel van de grafiek van vorm veranderd, waardoor het, opnieuw kijkend rond 31 maart nog maar rond 5,2 graden kouder dan de norm was, maar…
Een goede aanpassing
In samenspraak met Rob Sluiter is afgesproken dat de verklarende teksten bij de diverse tabellen en grafieken worden aangepast, om zo misverstanden weg te nemen. Inmiddels is dat al gebeurd! (zie hiernaast). Het is namelijk geen ramp dat soms appels en peren met elkaar worden vergeleken. Beide fruitsoorten zijn zeer smakelijk, en als de gebruiker weet dat hij hier een ‘appel’ in handen heeft en ergens anders een ‘peer’, dan kan hij daar rekening mee houden en is er niets aan de hand.
… wéér een week later, de grafiek loopt nu t/m 15 april, is de vormverandering rond 31 maart nog veel drastischer geworden. We kijken hier dus weer duidelijk naar een appel die een peer blijkt te zijn (of andersom).
Meteo Consult is blij dat we aldus het KNMI de helpende hand hebben kunnen bieden. De tijd dat we concurrenten waren ligt immers al lang achter ons. Het KNMI heeft namelijk een prachtige site, waar we ook in de toekomst vaak dankbaar gebruik van zullen maken.
Bronnen: Meteo Consult, KNMI. Speciale dank gaat uit naar Rob Sluijter, van de klimatologische dienst van het KNMI. Foto voorpagina: Tilly Vos. Allen getoonde afbeeldingen zijn, tenzij anders gemeld, screenshots van de site van het KNMI.