De eerste lentemaand van 2013 is bizar verlopen. In de loop van de eerste maartweek was de lente daar, maar al snel kwam de winter opnieuw aan zet en deze bleef ons vergezellen tot op dit moment (2 april). De meeste dag-kouderecords bleven in tact, maar het is ditmaal de lange duur die records doet sneuvelen. Want het is écht bijzonder wat we nu meemaken. We proberen de feiten op een rijtje te zetten.
Het temperatuurverloop in De Bilt in maart. In plaats van zachter (het normale beeld), werd het steeds kouder! Bron: KNMI.
Omgekeerd beeld
Juist in het prille voorjaar maakt de gemiddelde etmaaltemperatuur een sterke stijging door. Kijkend naar de 30-jarige norm voor De Bilt, ligt de gemiddelde etmaaltemperatuur aan het begin van de maand rond 4 graden, maar op 30 en 31 maart op ruim 8 graden, een stijging van méér dan vier graden. Dat de temperatuur een omgekeerd beeld laat zien, tegen de klimatologie in, is een stuk zeldzamer. Dit jaar zagen we daarvan zelfs een extreem voorbeeld.
De gemiddelde temperatuur van de koudste 25 2e maart decades (links) en een grafiek van al deze decades sinds 1901 in De Bilt (rechts). Bron: sohosted.
Maart begon kil, maar al snel barstte het lenteweer los. Op een paar dagen werd lokaal zelfs een maximumtemperatuur van boven 18 graden gemeten. De Bilt kreeg twee ‘lentedagen’, op de 5e werd het 15,9 graden, een dag later zelfs 16,8 graden. Dat werd daar de zachtste dag van de hele maand, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 11,2 graden.
Idem, als hierboven, maar nu voor de derde maartdecade. Die van dit jaar gaat royaal op kop! Bron: sohosted.
De koude lucht was echter niet ver weg en in het weekend van 9 en 10 maart denderde de koude lucht opnieuw binnen met langdurig regen, die later overging in sneeuw. In het midden van het land viel er langer dan 30 uur aaneen neerslag, waardoor in De Bilt op 9 maart een neerslagduur van 24,0 uur werd opgetekend, iets dat sinds 1906 nog nooit was voorgekomen. Op 10 maart lag de gemiddelde etmaaltemperatuur net onder nul en 11 maart was in vrijwel het hele land een ijsdag!
Zeer koude tweede en derde maartdecade
Daarmee was het startschot gegeven voor een zeer koude tweede maartdecade. De kou bereikte een dieptepunt op 13 maart, toen het in het oosten en zuidoosten tot strenge vorst kwam. Aan de grond werd in Eindhoven en Twente een minimumtemperatuur van -15,2 en -15,3 graden gemeten. Na de 15e werd het zachter, maar écht zacht werd het niet. Was de eerste decade met een gemiddelde temperatuur van 5,7 graden 0,7 graden warmer dan gemiddeld verlopen, de tweede decade was met een gemiddelde temperatuur van 1,6 graden bijna vijf graden kouder verlopen dan het langjarige gemiddelde. Hiernaast is te zien hoe koud dat is, goed voor een gedeelde zesde plaats op de lijst van koudste tweede maart decades, sinds 1901 in De Bilt.
Het satellietbeeld van 21 maart 2013, in de middag. De krachtige lentezon doet de lucht boven land zover opwarmen, dat daar spontaan sneeuwbuien ontstaan. Zelfs de Veluwe en de Utrechtse heuvelrug zijn herkenbaar.
Maar het zou nog erger worden. Juist met de komst van de astronomische lente keerde de winter terug. In De Bilt, maar eigenlijk vrijwel overal in ons land, heeft de lente tot op dit moment (2 april) louter vorstdagen opgeleverd, maar ook de maximumtemperaturen lagen laag. De derde maartdecade leverde zo een bizarre 0,3 graden als gemiddelde temperatuur op, en daarmee werd een stokoud record uit 1922 niet verbeterd, maar verpulverd! Destijds lag de gemiddelde etmaaltemperatuur met 1,2 graden bijna een volle graad hoger!
Barre winterse omstandigheden langs de boulevard en het strand van Vlissingen, op 24 maart! Bron: Zeegat.
Extreem koude periode, met een unieke duur
Hoe uniek de afgelopen maartdecade is geweest, blijkt ook uit het volgende. De ‘warmste’ dag was 21 maart, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 1,2 graden. Alle overige tien dagen waren gemiddeld 1,0 graden of nog kouder. Op drie dagen lag dit gemiddelde in De Bilt zelfs nog onder nul, zogenaamde Hellmanndagen. Sinds 1901 heeft De Bilt slechts 63 dagen gehad in de derde maartdecade die gemiddeld 1,0 graden of kouder zijn verlopen. Alleen dit jaar soupeerde daarvan tien dagen op (17% van het totaal). De oude recordhouder was (alweer) 1922, toen het tot zes van zulke dagen kwam in de laatste maartdecade.
Het moge duidelijk zijn dat de hele periode van 11 t/m 31 maart uniek is sinds het begin van de vorige eeuw. Deze reeks van drie weken heeft een gemiddelde etmaaltemperatuur van 0,9 graden opgeleverd. Vóór dit jaar was dit in 1962 het allerkoudste tijdvak, met 2,4 graden, anderhalve graad hoger dus! Verder lag alleen in 1969 het gemiddelde in deze periode ook nog onder drie graden, toen werd het 2,7 graden.
Vorst, sneeuw en ijs
Met dit koude weer is het logisch dat we ook geregeld werden getrakteerd op sneeuw. Vooral zondag 24 maart was het bar. Niet alleen stond er toen een snijdende oostnoordoostenwind die aan zee en op het IJsselmeer soms stormachtig werd, maar in Zuid-Limburg en delen van Zeeland viel er sneeuw, die ging verstuiven. De sneeuwduinen die daarbij op de boulevard van Vlissingen ontstonden, wisten het tot op eerste paasdag vol te houden en op sommige beschutte plekken lager er ook vandaag nog sneeuw. In de noordelijke helft van het land viel er sowieso op nogal wat dagen een laagje sneeuw, wat overdag opnieuw wegsmolt. Op het Schildmeer in Groningen kon zelfs gisteren (en dat was geen 1 april grap!) nog worden geschaatst en bij Kampen moest voor het lage paasweekeinde nog een ijsbreker worden ingezet om de vaarroute voor de pleziervaart open te maken…
Het opspattende water, gecombineerd met de vorst, maakt ijzige vormen langs de oevers. Foto: Carla Versteege.
In De Bilt werd de maand met een matige vorstnacht (-5,3 graden) en zodoende met een paas- en dagrecord afgesloten. Zo werden er de afgelopen maand nog 7,6 Hellmannpunten bijeengesprokkeld, vanaf 10 maart. Dat lijkt niet veel, maar negatieve etmaaltemperaturen zo laat in het seizoen zijn bepaald geen gemeengoed. In een duidelijke minderheid van 29 van de 113 jaren werd er minimaal iets gescoord, maar in slechts vijf jaren werden er minstens vijf punten vergaard, het laatst in 1996. Dit jaar komt met die 7,6 punten op de derde plaats, achter 1958 met 16,8 en 1928 met 8,8 punten.
Kijken we naar de vorstsom, dan zijn er sinds 10 maart nog 66,8 punten vergaard en met gisteren en vandaag er bij, staan we op 72,5 punten. Om even aan te geven hoeveel dat is, sinds 1901 hebben we zes winters gehad die deze hoeveelheid vorst in totáál niet eens wisten te halen. De zachtste winter uit dit rijtje, die van 2006-2007, kwam niet verder dan 40,2 punten…
Het 31-daags lopende temperatuurgemiddelde in De Bilt, van het afgelopen jaar. We zitten nu rond 6 graden onder het langjarige gemiddelde! De komende week lijkt een absoluut kouderecord in de maak. Bron KNMI.
Records worden nog scherper gesteld
Het koude weer is nog steeds niet voorbij, al zijn de scherpste kantjes er inmiddels vanaf. Heel wat plaatsen hebben nu al 13 vorstdagen op rij en de komende nachten zal het kwik nog steeds onder nul komen. Het lopend 31-daagse gemiddelde (zie hiernaast) ligt rond zes graden onder de norm. Met het vorderen van het seizoen, zal de hele eerste aprilweek nog kwikstanden opleveren die dik onder de norm blijven. Was maart als geheel met een gemiddelde temperatuur van 2,5 graden zeer koud en ook de koudste sinds 1987, het zou wel eens zo kunnen zijn dat de ‘maand’ die loopt van bijvoorbeeld 9 maart tot en met 7 april (30 dagen) een absoluut kouderecord gaat opleveren. Maar dan wordt het toch écht wel hoog tijd voor de lente, die er wellicht zit aan te komen. Maar daar schrijven we morgen over.
Bronnen: Meteo Consult