Sinds 1900 is het zeespiegelniveau in de oceanen met ongeveer 20 centimeter gestegen. Er zijn daarvoor meerdere oorzaken aan te wijzen. De algehele opwarming van de aarde zorgt sowieso al voor uitzetting van water en dus voor een stijging van het waterpeil. Smeltend en in zee schuivend ijs vanaf Groenland voegt ook zo zijn bijdrage toe. Net zoals de ijssmelt vanaf het Antarctische continent (Zuidpool) aan de zeespiegelstijging bijdraagt. Eén van de oorzaken is te vinden in de smeltende gletsjers. De universiteit van Innsbruck heeft nu de bijdrage van gletsjersmelt aan de zeespiegelstijging onder de loep genomen. We kijken naar de conclusies.
Blik op een stukje Briksdalsbreen gletsjer, een van de meest toegankelijke gletsjers van Noorwegen. In 1997 kwam de gletsjer dichtbij het meer Briksdalsbrevatnet. In 2004 lag de dalpunt van de gletsjer maarliefst 230 meter van het meer verwijderd.
Een gigantische hoeveelheid gletsjers
Er zijn op aarde veel meer gletsjers dan de meesten van ons denken. Alleen al Alaska heeft tienduizenden van deze ijsmassa’s. Op elk continent zijn gletsjers te vinden, met uitzondering van Australië. Vaak worden grote stukken landijsmassa’s in verschillende parten opgedeeld en zo krijg je al meerdere gletsjers die allemaal in meer of mindere mate aan elkaar vast zitten. Een fors aantal gletsjers is voorzien van een naam, maar lang niet allemaal hebben ze een officieel etiket. Om een voorbeeld te geven; in Alaska zijn er ruim 600 gletsjers van een naam voorzien, terwijl de ‘Alaska Almanac’ een schatting maakt van maarliefst 100.000 gletsjers aldaar. Om dan ook uit te vinden hoeveel gletsjers er in totaal op de wereld te vinden zijn, is een lastige exercitie. De standaardschatting is in de jaren negentig lange tijd weergegeven door het getal 160.000, maar waarschijnlijk zijn het er nog veel meer. The World Glacier Inventory (WGI) heeft specifieke informatie verzameld over meer dan 130.000 gletsjers. En dat is dus al heel erg veel.
De Vatnajokull is IJslands grootste gletsjer en bedekt maarliefst 8 procent van het areaal van Ijsland met een ijskap die tot 1 kilometer dik is.
Uitkomsten
Na de vele computerberekeningen is men tot de volgende conclusie gekomen. Smeltende gletsjers hebben in de periode van 1902-2009 ongeveer 11 centimeter bijgedragen aan de zeespiegelstijging. Beseffende dat de totale zeespiegelstijging sinds 1900 op 20 centimeter is berekend, is gletsjersmelt dus als hoofdoorzaak aan te merken van deze toename. De universiteit meldt daarbij wel dat de snelheid van smelt in meer of mindere mate constant is geweest gedurende die hele periode. De temperatuur was tijdens de eerste decaden van de twintigste eeuw dan wel duidelijk lager, maar toen strekten de ijsmassa’s zich nog tot in lagere en dus ook tot in warmere gebieden uit. Bovendien veroorzaakten de korte maar heftige warme episoden in de dertiger en vijftiger jaren in het Noordpoolgebied (Russische en Canadese delen) een significante terugtrekking van het ijs.
De Skaftafellsjokull is een gletsjertong in het zuiden van IJsland en bevindt zich in het nationale park Skaftafell.
Ook heeft men gekeken naar de toekomstige afname van gletsjerijs en daarmee samenhangend de stijging van de zeespiegel. Daarvoor zijn verschillende scenario’s doorgerekend. Tot en met ongeveer 2100 zijn er tamelijk grote onzekerheden en dus ook verschillen tussen de uitkomsten. De onzekerheden zijn zo aanzienlijk, dat de piek in ijsmassa-verlies ofwel tussen 2040 en 2050 ligt, ofwel tussen 2050 en 2060 ofwel tussen 2070 en 2090. Een nieuw evenwicht lijkt tegen het einde van de 23e eeuw te worden bereikt, maar wel met zeer verschillende uitkomsten. Zo zijn er scenario’s die bijna totaal ijsloze omstandigheden berekenen tegen die tijd, met een zeespiegelstijging van 45 centimeter of meer, en scenarios’die minder dan 50 procent ijsmassa-vermindering voorzien.
Bronnen: Meteo Consult, Cryosphere, Eurekalert, National Snow & Ice Data Center, Environmental Research Web.
Wetenschappers hebben ontdekt dat geluiden van afbrekend ijs kunnen verraden op welke manier een gletsjer smelt.Aan de hand van het geluid van afbrekende ijsschotsen kan mogelijk worden bepaald hoe snel en op welke plekken een gletsjer afkalft.
Specifieke geluidspatronen verraden onder meer of de ijsmassa aan de bovenkant slinkt of juist onderwater.
Dat melden Poolse, Amerikaanse en Britse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Geophysical Research Letters.
Onderwatermicrofoons
De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door geluidsfragmenten te analyseren die zijn opgenomen met onderwatermicrofoons in zeeboeien bij een grote gletsjer op de Noorse eilandengroep Spitsbergen.
Op het moment dat de geluiden te horen waren, werden er automatisch foto's gemaakt van de gletsjer, zowel onder- als bovenwater.
De onderzoekers slaagden erin om drie soorten ijsverlies te koppelen aan specifieke geluiden: ijsbergen die van bovenaf in het water vielen, ijsschotsen die afbraken en op het oppervlak van de gletsjer bleven liggen en ijsbrokken die onderwater losraakten.
Smeltsnelheid
Door dit soort geluiden van gletsjers op te vangen en te identificeren kunnen wetenschappers in de toekomst mogelijk inschatten hoe snel grote ijsmassa's smelten, zo speculeren de onderzoekers.
De studie is gebaseerd op slechts één experiment en moet worden herhaald om definitieve conclusies te trekken over het verband tussen de geluiden en het ijsververlies van gletsjers.
Maar hoofdonderzoeker Oscar Glowacki heeft veel vertrouwen in zijn bevindingen. "Met opnameapparatuur kunnen we continu zeer betrouwbare gegevens verzamelen", verklaart hij op BBC News. "We hoeven de onderwatermicrofoons alleen maar in zee te plaatsen en te luisteren."Door: NU.nl/Dennis Rijnvis