Uitgestrekte woestijnmeren in het zuidwesten van de VS tijdens het koudste deel van de ijstijd lijken veroorzaakt door tropische regencomplexen.
Toen in de negentiende eeuw geologen het zuidwesten van de VS in kaart probeerden te brengen, ontdekten zij oeverafzettingen van grote meren, midden in huidig woestijngebied in de staten Utah en Nevada.
Deze afzettingen bleken later afkomstig uit het hoogtepunt van de laatste ijstijd, tussen 14.000 en 20.000 jaar geleden. Het bleef echter een raadsel wat de bron kon zijn van het water in de meren, die maar liefst een kwart van het oppervlak van de woestijnstaten besloegen. Een Amerikaanse-Japanse onderzoeksgroep onder leiding van de Universiteit van Texas denkt daar een antwoord op te hebben gevonden, zo schrijven ze in Science. Ze wijten het aan een grootschalige verandering in luchtcirculatiepatronen in de atmosfeer, als indirect gevolg van de aanwezigheid van uitgestrekte ijskappen hoger op het noordelijk halfrond.
Grote Oceaan
In de zomermaanden bleef het boven deze ijsvlakten relatief koud, waardoor de lucht er compact en zwaar was, met stabiele hogedrukgebieden. Depressies vanaf de Grote Oceaan konden daarom niet over de huidige gematige breedtegraad oostwaarts trekken, maar werden gedwongen een zuidelijker koers te varen, richting de Golf van Mexico. Daarmee verzwakte de zone van hoge druk van de droge subtropen, die tegenwoordig bijvoorbeeld in Mexico en de Sahara een duidelijke scheiding tussen gematigde, natte klimaten in het noorden en het tropische regenklimaat ten zuiden vormt.
Tropisch vocht
Door de veranderde drukverdeling kon in de zomermaanden de Zuid-Amerikaanse moesson bovendien veel verder naar het noorden trekken, tot over de VS. Door de hogere verdampingswarmte waren deze tropische depressies waarschijnlijk verantwoordelijk voor het benodigde vochttransport, waarmee de onderzoekers de uit de woestijnstaten verdwenen watermassa’s denken te kunnen reconstrueren.
Bron: Nu.nl | Gewijzigd: 15 maart 2017, 13:39 uur, door Joyce.s