Op de eerste dag van lente en herfst duren dag en nacht overal even lang (Foto: Meteosat MSG)
Op zaterdag 22 september vanaf 16.49 uur staat ook voor de sterrenkundigen de herfst van 2012 op de kalender. De zon staat dan precies boven de evenaar waardoor dag en nacht dan overal op aarde even lang duren. De 22e of 23e september is meestal de begindatum van de herfst. De andere seizoenen echter meestal op de 21e. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat de baan van de aarde geen cirkel is. De verschillende data zijn het gevolg van het feit dat we eens in de vier jaar een schrikkeljaar hebben dat een dag meer telt dan de andere jaren. In het begin van de 20e eeuw viel de eerste herfstdag enkele keren zelfs op 24 september, het laatst in 1931. De wintertijd gaat pas in het laatste weekeinde van oktober in. Dat sluit beter aan bij het weer omdat het de in deze tijd nog prima nazomerweer kan zijn.
De astronomische seizoensindeling is gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. De seizoensverschillen vinden hun oorzaak in de schuine stand van de as waar de aarde om draait. Hierdoor komt de zon op het noordelijk halfrond in de zomer hoger boven de horizon dan in de winter en schijnt daardoor in de zomer langer dan in andere jaargetijden.Om praktische redenen en volgens internationale afspraak gebruiken de weerkundigen voor het berekenen van klimatologische gemiddelden een andere seizoensindeling.
De Societas Meteorologica Palatina, een van de eerste internationale weerorganisaties, besloot in 1780, onder leiding van de Duitse keurvorst Karl Theodor, om steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen te beschouwen. Volgens de klimatologische indeling is de herfst al op 1 september begonnen en duurt het seizoen tot met 30 november.
Het weer stoort zich niet aan deze data en tot laat in de herfst kan het nog zomers zijn. Zelfs in oktober zijn de laatste jaren in ons land nog regelmatig temperaturen gemeten tussen 20 en 25 graden gemeten. Wel worden de verschillen in temperatuur tussen het noordelijk halfrond en de tropen steeds groter, waardoor zich diepere depressies kunnen vormen die veel wind veroorzaken. Een heel rustig en nevelig weertype is echter ook karakteristiek voor het najaar.
Bron: KNMI