Sterrenstelsels in het vroege heelal maakten in hoog tempo nieuwe sterren aan. Dat ging met veel vuurwerk in de vorm van heftige energie-uitbarstingen in de kernen van de stelsels en sterke radiostraling. Dat heeft een internationaal team van astronomen ontdekt, dat onder leiding van de Groningse professor Peter Barthel.
De lancering van Herschel ruimtetelescoop in 2009 maakte het mogelijk op infrarood golflengten quasars en sterrenstelsels waar te nemen. Uit de eerste ruwe data binnen Barthels onderzoeksprogramma blijkt dat deze stelsels onverwacht sterke infrarood stralen. Dat betekent dat er op grote schaal stervorming plaatsvindt. Gedurende een periode van miljoenen jaren komen er honderden sterren per jaar bij. Ter vergelijking: in onze rustige Melkweg ontstaat er gemiddeld één ster per jaar. Het onderzoeksresultaat is gepubliceerd in Astrophysical Journal Letters.
Lees ook:
| Gewijzigd: 4 mei 2017, 11:29 uur, door Joyce.s