De Amerikaanse sonde Dawn neemt afscheid van de asteroïde Vesta om naar de dwergplaneet Ceres te vliegen, zo heeft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA gemeld. Dawn vertrok in 2007 en kwam in juli vorig aan bij Vesta. Dinsdag begint de sonde aan een reis van 2,5 jaar naar Ceres.
Het camerasysteem schonk een beeld van kraters en bergen op het hemellichaam, onder meer dankzij een driedimensionale kleurenfoto. Het noordelijke deel is met kraters doorspekt, op het zuidelijke staat de hoogste berg van Vesta, twee keer zo hoog als de Mount Everest. Vesta heeft de laatste twee miljard jaar twee kolossale impacten overleefd.
"Dawn heeft nu al onze kennis van het zonnestelsel veranderd", aldus Holger Sierks van het Max-Planck Instituut voor Zonnestelselonderzoek (MPI). "De door ons uitgewerkte data tonen aan dat Vesta één van de weinige bekende vertegenwoordigers van een nieuwe klasse van hemellichamen is". Volgens de NASA leverde Dawn ook "context" op voor een toekomstige bemande missie naar een asteroïde.
Pre-planeet
Eigenlijk is Vesta met zijn diameter van 525 km en zijn onregelmatige vorm een asteroïde. Dawn leerde echter dat Vesta zoals de Aarde bestaat uit een korst, mantel en kern. Het is één van de kleinst bekend hemellichamen met zo'n opbouw. Wetenschappers beschouwen het dan ook eerder als een "pre-planeet" die 4,5 miljard jaar geleden in haar ontwikkeling is blijven steken. Vesta werd in 1807 ontdekt en cirkelt in de asteroïdengordel tussen Mars en Jupiter. Vesta en Ceres zijn daar de twee grootste objecten, aldus de NASA.
Bron: HLN | Gewijzigd: 4 mei 2017, 11:35 uur, door Joyce.s