Een weersatelliet is een kunstmatige satelliet die is uitgerust met televisiecamera’s voor het registeren van wolkenformaties. Ook heeft hij infrarood apparatuur voor het bepalen van de temperatuur van het aardoppervlak, van de bovenkant van de wolkenformaties en de verticale temperatuurverdeling in de atmosfeer.
Door de beelden die de satelliet maakt achter elkaar te zetten, kan een goed overzicht gemaakt worden van wat er precies gebeurt in onze atmosfeer. Welke hoge en lage drukgebieden verplaatsen zich waarheen? Waar is het bewolkt? Hoe warm is de bovenlucht? Dit zijn enkele voorbeelden van vragen, waarop de beelden van een satelliet antwoord geven.
Een satelliet wordt met behulp van een raket in een baan om de aarde gebracht. Hierna wordt de satelliet losgekoppeld van de raket en begint aan zijn eindeloze cirkels om de aarde. De meeste weersatellieten zijn voorzien van klein stuurraketjes. Mocht de satelliet uit zijn koers raken, dan kan men hem hiermee weer in de goede positie brengen.
Er bestaan 2 soorten satellieten. De geostationaire satellieten en de polaire satellieten.
Geostationaire satellieten
Geostationaire satellieten hangen constant boven een vaste plek op de aarde. Ze draaien dus met de aarde mee. Hij moet in 1 dag een heel rondje draaien om de as van de aarde. De geostationaire satellieten zweven allemaal op 36.000 km afstand van de aarde. Ze draaien wel 180 km per minuut rond de aarde.
De afstand die ze op een dag afleggen is gelijk aan 2πR met R als straal. De straal is gelijk aan de straal van de aarde plus de afstand van de aarde tot de satelliet = 6378 km + 36.000 km = 42.378 km. De afstand die een satelliet per dag moet afleggen, is dus gelijk aan: 2π 42.378 km = 266.269 km (= 266.269.000 m). Deze afstand moet afgelegd worden in 24 * 60 * 60 = 86400 seconden. Dat betekent dus dat satellieten met 266.269.000 / 86400 = 3081,82 meter per seconde om de aarde draaien. Dit is ruim 180 km per minuut!
Polaire satellieten
Een andere soort weersatelliet is de satelliet die een zogenaamde polaire baan om de aarde maakt. Het wordt eigenlijk al gezegd: deze satellieten draaien om de aarde via de noord- en zuidpool. Ze trekken niet exact over de polen heen, maar in een bepaalde schuine hoek met de aardas of de meridianen. Meridianen zijn de denkbeeldige lijnen die over de aarde van noord naar zuid lopen en daarbij verdelen ze de aarde in lengtegraden.
Polaire satellieten staan lager dan hun 'collega's' van de geostationaire afdeling. Op een hoogte van 850-900 km razen ze over de aarde, waarbij ze bij iedere omloop weer een ander strook aarde voor hun rekening nemen. Door hun lagere hoogte boven de aarde zijn de foto's gedetailleerder en hebben een iets groter oplossend vermogen. In de hele wereld kunnen foto's van deze satellieten ontvangen worden. Met speciale software wordt de baan en positie van een polaire satelliet berekend, zodat men exact weet wanneer de satelliet in de buurt komt. In gemiddeld 14 omlopen maken ze een heel rondje om de aarde. Elke omloop duurt omstreeks 103 minuten.
Bron: de weerclub